'Eigen'win f Dossier c V 14 DirectService Geholpen zelfbediening Tevredenheidsmetingen Visie '98 3 Voorsorteren op de toekomst Sparen nieuwe bankkantoor efficiënt moet kun nen werken en dat er door de nieuwe werkwijze geen kostenverhoging mag ont staan. Daarbij is niet uit het oog verloren dat we er als Rabobank voor de klant zijn. Dat betekent dat we lokaal fysiek aanwe zig willen zijn. Maar ook dat de klant bij ons altijd de keus heeft of hij geholpen wil worden of niet. Er zijn in het recente verle den proeven geweest, waarbij de persoon lijke bediening werd vervangen door zelf- De Rabobank deed met DirectService veel ervaring op met 'zelfbediening'. Het grote verschil met de zelfbediening van nu: DirectService was niet transactiege- richt, maar was adviserend. In het voorjaar van 1993 werden op diverse plaatsen in het land bij Rabobanken proefop stellingen in gebruik genomen. Bij DirectService kon een klant met behulp van een terminal vrijblijvend gedetailleerde informatie opvragen over sparen, lenen, betalen, reisverzekeringen en hypotheken. Er was een printmoge lijkheid, zodat de informatie thuis nog eens kon worden nagelezen. bediening. Met DirectService bijvoorbeeld. Bij de Rabobank Roermond is een test ge daan, waarbij alle bankhalprocessen via automaten kunnen plaatsvinden. Met die ervaringen zijn we vervolgens met enkele banken, die verder wilden met het con cept, rond de tafel gaan zitten. Kernvraag daarbij was: 'Hoe krijgt de bankmedewer ker meer tijd vrij voor de klant'. Uit de discussie kwam nadrukkelijk naar voren dat voor routinematige handelingen auto maten de voorkeur verdienen.' Hoewel uit onderzoek bleek dat de cliënt met name persoonlijke aandacht op hoge prijs stelt, is zelfbediening toch een heel wezenlijk onderdeel van het nieuwe bedieningsconcept geworden. 'Zelfbedie ning gewenst met hulp', wel te verstaan. De klant komt binnen in de zelfbedie ningszone. Daar staat ook de gastvrouw, die hulp biedt waar die wordt verlangd. Ze kan, zonder om de pincode te hoeven vragen, met een eigen pas de klant van dienst zijn. Ze benadert de klant actief en verwijst naar de cliëntadviseur door voor informatie en advies over bankprodukten. De cliëntadviseur heeft een taak die volle dig vergelijkbaar is met die van een verko per in een winkel. Na het geven van de no dige inlichtingen verkoopt hij een produkt. In de proefperiode vinden metingen plaats naar klanttevredenheid en medewer kerstevredenheid. Van der Linden: 'We moeten er, voor er gedacht kan worden aan grootschalige invoering van dit con cept, nog veel ervaring mee opdoen. Alleen de praktijk kan uitwijzen of we bij de proefopstelling de juiste service aanbieden. We hebben berekeningen gemaakt over een gemiddelde acceptabele wachttijd voor een cliënt bij de automaten. Misschien blijkt wel dat een klant te lang bezig is met de omni-automaat. Als dat zo is, kan bijvoor beeld de stortfunctie worden afgesplitst. En is er in de zomermaanden veel vraag naar Franse franken, dan kunnen we een geld automaat helemaal daarvoor inrichten. De apparatuur kan worden aangepast aan de behoefte en heel flexibel worden ingezet.' Visie '98 is de naam van de strategische plannen voor de particulieren- en bedrij- venmarkt. Uitgangspunten zijn onder meer marktbenadering, distributie en organisatie. Kenmerken: actieve en selec tieve benadering van de klant, de ontwik keling van meer standaardprodukten en meer automatisering. In september 1994 maakten plaatselijke banken voor het eerst kennis met Visie '98. Op 1 januari 1998 moeten de plannen verwezenlijkt zijn. Bij Visie '98 ontstonden vijf marktseg menten, gebaseerd op de behoefte van de klant. Voor de particuliere markt zijn dat: Basisvoorzieningen en Eigen Huis, voor de bedrijvenmarkt ontstonden de Bedrijvenadviesgroep en Relatiebeheer. Het segment Financiële Advisering richt zich op zowel de particulieren- als de bedrijvenmarkt. Het bedieningsconcept biedt ruime per spectieven voor een andere manier van 'bankieren'. De apparaten kunnen verder worden ontwikkeld en nieuwe mogelijkhe den bieden. En ook de bankhal hoeft mis schien niet altijd de plaats van handeling te zijn. Van der Linden: 'Met al die ge gevens kunnen we in de loop van het vol gende jaar conclusies gaan trekken over grootschaligheid. Vooral op automatise ringsgebied betekent dat nogal wat. Ver der wordt veel aandacht besteed aan marktbewerkingsacties. Onder meer een actie die gericht is op consumptief krediet. We zijn aan het voorsorteren.' Enthousiasme kenmerkt de mede werkers van de Rabobank 'Benoor den het IJ'die werken in de nieuwe vestiging met het zo van de norm afwijkende bedieningsconcept. In de voorbereidingsfase werd zo ongeveer dag en nacht gewerkt. 'Ongelooflijk wat er is gepresteerd', zegt directeur Fred Schulp. 'Wellicht is het feit dat ze het proces hier zelf moeten aansturen daar ook debet aan'. De verwachtingen ten aanzien van het nieuwe bedieningsconcept zijn in Amster dam-Noord hooggespannen. Stress en irri tatie in de opstartfase zijn ingecalculeerd en de deels nieuwe medewerkers stonden te trappelen van ongeduld om te beginnen. Directeur Schulp: 'We verwachten een gro tere efficiency en meer slagkracht. Een avontuur? Zeker niet. Het is een eigentijds plan en we gaan weloverwogen te werk in een concept waar de ene stap de andere heel logisch opvolgt. We geloven er heilig De eerste kennismaking met het nieuwe bedieningsconcept was voor de Rabobank 'Benoorden het IJ' positief. Schulp: 'Wat ons vooral over de streep trok, was de mo gelijkheid van zelfbediening op spaarge- bied. De cijfers wijzen uit dat bij onze ves tigingen meer dan gemiddeld klanten in de bankhal komen om iets te doen met hun spaarrekening. Zelfbediening op dat ge bied betekent voor ons veel minder werk. Waarom die afwijking van het landelijk gemiddelde? Geen idee. Misschien is dat typisch voor een stadsbank. Hoe de klan ten denken over de nieuwe bankhal zullen we trouwens snel weten door een echt Amsterdamse eigenschap: de mensen hier maken van hun hart geen moordkuil.' De Rabospaarmasjien en de Rabo Top 40-zuil.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1995 | | pagina 18