12 Grenzeloos Wereldwijd Verre Oosten Noordwijk Vietnam en China De Geldzuivering Tientje van Lieftinck Actie een succes Trotse kassiers - |f§ General Managers van alle buiten landse kantoren waren vorige week in Nederland bij elkaar voor hun jaarlijkse ontmoeting.Tijdens de General Managers Conference wisselden zij ideeën en ervaringen uit en bespraken zij nieuwe ont wikkelingen en strategieën. Juli en augustus worden drukke maanden met openingen in het Verre Oosten. In juli opent de Ra bobank vertegenwoordigingen in Taiwan en Kuala Lumpur. Eind au gustus volgt Bangkok. Het aantal vestigingen van de Rabobank- groep in het buitenland komt hiermee op 65. Agribusiness in Latijns Amerika is het thema van een symposium op 21 juni in Noordwijk. Minister van Aartsen van Landbouw is één van de sprekers.OokTeun de Boon van het Rabobankkantoor in Sao Paulo houdt een inleiding. Het symposium dat wordt afgesloten met een forumdiscussie is met name interessant voor klanten die in Latijns Amerika zaken doen of willen gaan doen. Hoofddirectielid Van den Goor- bergh nam eerder deze week deel aan een handelsmissie naar het Verre Oosten onder leiding van premier Kok. De Nederlandse mis sie bracht een bezoek aan Viet nam en China. Van den Goorbergh ondertekende in Beijing raam overeenkomsten voor export financieringen met de Bank of China en de China Eximbank. In Shanghai zette hij zijn handteke ning onder een lening voor een fabriek van Philips in China. Het Rabobankkantoor in Hong Kong was betrokken bij de voorberei dingen. 'De winkel was leeg, maar de geldla zat nog vol.' Zo schijnt minister Lief- tinck van Financiën Nederland de situatie kort na het einde van de oor log te hebben geschetst. In mei 1940 was er voor f 1.159 miljoen aan bank biljetten in omloop. Na de oorlog, in mei 1945, was de waarde van de biljetten f 5.518 miljoen. De bezetter had de geldpers flink laten draaien. En dat terwijl in die jaren de economi sche activiteiten alleen maar achter uit waren gegaan. Tegenover de grote geldaanwas in de oorlogsjaren stonden geen goederen van waarde. Integendeel, het land was leeg geplunderd. Niet alleen de zo vaak aangehaalde Hollandse fietsen waren mee genomen. Ook vee, vrachtauto's, treinma- teriaal, fabrieksinstallaties, etcetera. En dan was er nog de enorme schade aan hui zen, winkels, fabrieken, wegen en brug gen. De waarde van het geld was daarom uiterst gering. Bovendien zat er nog veel geld bij zwarthandelaren, die aan de ver- De organisaf koop van schaarse goederen buitenge woon goed hadden verdiend. De Boerenleenbanken waren met grote spaartegoeden de oorlog ingegaan. Tijdens de bezetting waren de middelen nog ge staag gegroeid ook, omdat er nauwelijks behoefte was aan voorschotten en kredie ten. In de agrarische sector waren geen in vesteringen gedaan. Alles was alleen maar minder geworden. Minister van Financiën Lieftinck besloot in 1945 tot ingrijpende maatregelen om het economische leven weer gezond te maken en om de zwart handelaren hun profijt te ontnemen. Deze sanering van het geldwezen is bekend ge worden als de Geldzuivering. Als eerste maatregel van de geldzuive ring moesten in de week van 7 juli 1945 alle biljetten van honderd gulden worden ingeleverd. De overheid wees naast de commerciële banken ook de Boerenleen banken aan als kantoren waar de hon derdjes konden worden ingeleverd. Het publiek kreeg er geen nieuwe biljetten voor in de plaats, maar moest er bij de bank een rekening voor openen, die op gezag van de overheid onmiddellijk werd geblokkeerd. Later, in de laatste week van september moest ook al het overige bank papier worden ingeleverd. Als tegemoet koming kreeg men tien gulden, het zoge naamde 'Tientje van Lieftinck'. In het begin was er bij het publiek veel begrip voor de geldzuivering, maar de vele nauwelijks te hanteren voorschriften wek ten veel irritatie. Met het geld op de ge blokkeerde rekeningen mocht men eerst helemaal niets doen. Na enige tijd moch ten de rekeninghouders er de zeer hoge speciale belastingen mee betalen. Het heeft uiteindelijk tot 1952 geduurd voordat al het geblokkeerde geld was vrijgegeven. Maar de harde saneringsmaatregelen had den wel resultaat. Op 31 december 1946 was de bankbiljettencirculatie terugge bracht tot een bedrag van f 1.386 miljoen. Uiteindelijk werd f 326,6 miljoen niet in geleverd. Dat was verloren gegaan of men durfde het als zwart of geroofd geld niet in te leveren. Dat de Boerenleenbanken bij de geldsa- nering werden betrokken was voor de Dit is het derde en laatste verhaal over de organisatie in de oorlog. Deel één be schreef het jaar voor de oorlog, deel twee de banken in de oorlog ,nVAs==- STA AT f»TAATf>E>l SpSBvN' fciecuLAieei 6IA AT} ft^j) ^TAAT*Bl<VP Au»'111* 5TAAT661 STaaT;

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1995 | | pagina 20