De theorie
kennen we al,
maar we zullen
nog in de
praktijk moeten
duiken
r-T t
Handhaven op twee markten
De werkgelegenheid
De kern
4
-o
c
n:
-Q
O
-O
tl
cc
heerder of de beste assurantiemedewerker zijn.'
'Personeelsontwikkelingsbeleid legt ook voor de
managers de lat heel hoog. Het zal een prima zaak
zijn voor de bank, voor de medewerkers en voor de
manager zelf, als de laatste zich weet te ontwikkelen
tot iemand die voor zijn mensen kansen creëert om
juist dat te doen waarvoor iemand is ingehuurd.'
De Jong:'Nu moe-
ten we niet den-
ken dat deze uit
daging alleen
voorde Rabobank
drijfstak is op dit
punt nogal tradi
tioneel. Daarom juist kunnen we een con
currentievoordeel bereiken als wij het nu
echt gaan waarmaken.'
Burghouts: 'En
juist ook van
wege de concurrentie is het een
noodzaak. Zullen we wel móé
ten. Als we deze omslag niet
op tijd maken, worden we
weggespeeld op tenminste twee
markten. Op de commerciële
markt, omdat we het dan gaan verliezen van allerlei
kleine bureaus die, zonder mooi sociaal beleid, ons
met hun goedkope kostenstructuur aan de kant zet
ten. En daarnaast redden we het niet meer op de ar
beidsmarkt. De jonge generatie wil niet meer werken
op de oude manier. Die komt gewoonweg niet meer
naar ons toe. Verversing van kwaliteit kunnen we dan
vergeten. Dus moeten we wel slagen.'
De Jong: 'Dat zullen we ook. Ik
heb daar veel vertrouwen in. Heel
veel mensen zien de noodzaak in
van deze omslag. In mijn gesprek
ken en in onze onderzoeken ben
ik medewerkers tegengekomen,
die opgelucht zijn dat de organi
satie nu eindelijk zover is geko
men. Die bang waren dat we gingen achterlopen op andere
banken. Deze mensen zien de noodzaak in én ze ervaren
het als een uitdaging. Dat laatste moetje dan heel letterlijk
nemen: zij laten zich graag uitdagen.Voor mij is dat een
heel bemoedigend teken. Als het management nu duidelijk
maakt waar het om gaat en welke belangen er in het spel
zijn, dan zullen heel veel mensen kiezen voor die weg.'
'En ik zie ook nog iets anders. Kijk, we praten nu alsof
alles in de hele organisatie hetzelfde zou zijn. Dat is het be
slist niet. Er is al een heel stel plaatselijke banken dat deze
weg is ingeslagen. Met plezier en succes. Als wij het hebben
over 'kinderschoenen', dan slaat dat op die toch wel grote
groep banken die het nieuwe bewustzijn nog moeten ver
talen in daden. Die de theorie al kennen, maar nog in de
praktijk moeten duiken. Dat betekent niet dat we geen oog
hebben voor de banken die al hard en ver vooruit lopen. Zij
zijn als het ware de leertuin van de organisatie.'
Burghouts: 'En dan is er natuurlijk nog een ander
aspect aan het sociaal beleid. De kwantitatieve kant.
Daarmee halen we vaker de krant dan met de echte
inhoud van het beleid. De werkgelegenheid bij onze
organisatie staat natuurlijk onder druk. Dat blijft de
komende jaren het geval. Geen enkel onderdeel van
de organisatie ontsnapt daaraan, de lokale banken
niet, Rabobank Nederland niet en de
dochterinstellingen evenmin. Toch is dat
niet het grootste probleem. Als je kijkt
naar de mate waarin de werkgelegen
heid zou teruglopen. En je let op het
positieve effect van de nieuwe CAO op
de werkgelegenheid. Dan blijkt het na
tuurlijk verloop zo groot te zijn, dat je
nauwelijks nog van een echt kwantita
tief probleem kunt spreken.'
'Sterker. Er is een ander probleem.
Het natuurlijk verloop is inderdaad zo
'natuurlijk', zo spontaan en ongecontro
leerd, dat we er mensen mee kwijtraken
die we eigenlijk veel liever binnen onze
gelederen willen houden. Ook dat toont aan dat per
soneelsontwikkelingsbeleid nog niet werkt in de prak
tijk. Niet dat je met personeelsontwikkelingsbeleid
iedereen kunt binnenhouden. In een goed klimaat
kunnen capabele mensen zich veel beter én breder én
dieper ontwikkelen dan nu het geval is. Zodat de
noodzaak geringer is om de toekomst elders te
zoeken. Maar ook daarover mogen we niet kramp
achtig doen. Mensen die aan hun ontwikkeling
werken stromen in, stromen door en stromen uit.
Ook dat is een goede zaak.'
Burghouts: 'Als moderne dienstverlenende organi
satie hebben we de mond vol
over de marketingmix. We
moeten beseffen dat de P van
Personeel de enige P is waar
mee we de concurrentieslag
kunnen winnen. En dat moe
ten niet alleen de beleidsma
kers beseffen, ook de mede
werkers zelf moeten daarvan
doordrongen raken. Met als consequentie, dat ze zelf
maatregelen nemen om die prominente positie te kun
nen blijven innemen. Dan werkt het van twee kanten,
vanuit de organisatie en vanuit de mensen zelf. En als
het zo werkt, dan is het al gelukt'