De nieuwe CAO: een Collectieve Personeelsontwikkelingsbeleid Overeenkomst Twee winnaars Variatie 13 Elke CAO is een produkt van zijn tijd. Als we nu de tijd van perso neelsontwikkelingsbeleid ingaan, kunnen we vaststellen dat ban ken en bonden een uitgesproken personeelsontwikkelingsbeleid- CAO zijn overeengekomen. De pers, die de afgelopen jaren bepaald wel eens kritisch over het bankwezen schreef, sloeg een uitgesproken waarderende toon aan. De CAO werd een 'Historisch akkoord' genoemd en ook 'De basis voor moderne arbeidsver houdingen'. De dynamiek van de hedendaagse samenleving vraagt om een gericht personeelsontwikkelingsbeleid. Werkgever zijn is geen kwestie meer van banen uitventen aan mensen die daarvoor op dit moment het meest geschikt zijn. Een werknemer kan niet volstaan met een carrièreplan op basis van zijn huidige kennis en vaardigheden. Beiden blijven in ontwikkeling en zullen daarom ook moeten blijven werken aan hun onderlinge relatie. In dat samenspel heeft ieder een eigen pakket taken. De werkgever organiseert de arbeid in overeenstem ming met zijn doelstellingen. Wie dienstverlener wil zijn, kijkt op de eerste plaats waar en wanneer hij zijn klanten kan ontmoeten: Is dat op de bank, bij de klant thuis of via post en elektronica? Is dat overdag, 's avonds of in het weekend? Wie de klant centraal stelt, organiseert de arbeid rondom de klant. En ontwikkelt mee met de klant en diens behoeften. De werknemer houdt niet dagelijks de hand op, opdat deze telkens weer opnieuw met werk wordt gevuld. Hij is verantwoordelijk voor zijn eigen inzet, nu en in de toe komst. Positief aan deze tijd is dat mensen worden uitge nodigd én in de gelegenheid worden gesteld hun verant woordelijkheid op volwassen wijze in eigen hand te houden. Met de lusten en lasten die dat met zich mee brengt. De werkgever mag geen lusten achterhouden, de werknemer mag geen lasten afwentelen. Met inachtne ming van deze wederzijdse verantwoordelijkheid zijn werk gever en werknemer gelijkwaardig. Dat is vastgelegd in de nieuwe CAO en daarom mag het met recht een Collectieve Personeelsontwikkelingsbeleid Overeenkomst worden genoemd.Zij is een rechtstreekse ondersteuning van Focus en Visie '98. Want met haar nieuwe flexibiliteit biedt de CAO grote commerciële moge lijkheden: de klant ontmoeten op de plek en het tijdstip waarop de klant beschikbaar is. Zo sluit de CAO precies aan bij de wensen van de plaat selijke banken. Zij wensten verruiming van de bedrijfstij den. Niet slechts van negen tot vijf, maar waar nodig eerder beginnen en later ophouden. En met een werkweek van maandag tot en met zaterdag. Het is toch jammer om op zaterdag, als de meeste mensen juist tijd hebben, hen je diensten te onthouden. Binnen deze CAO kan elke bank een analyse maken van de wensen van haar eigen klanten. Op basis daarvan kan zij haar openingstijden vaststellen. De klant centraal stellen, heet dat. De bemensing wordt ingepland in de nieuwe ope ningstijden en bedrijfstijden. Dat is het positieve resultaat voor de werkgever. En de werknemer? Het haasje of niet? Nee, en juist ook daarom is deze CAO ultra modern. De werknemer heeft in deze CAO de positie van volwassen partner in zaken. De werknemer is er gelijkwaardig aan de werkgever. Hij is er er kend in zijn eigen verantwoordelijkheid. Individuele ar beidstijden worden ingevuld in overleg tussen werkgever en werknemer. Hoe moeilijk het in de praktijk misschien ook zal zijn. Hoe zeer de belangen van bank en medewer ker in individuele situaties ook zullen uiteenlopen. Hoe wei nig de tijdbelangen van de afzonderlijke medewerkers bin nen een bank, binnen een team ook zullen samenvallen. 'In overleg', zegt de CAO 'zult gij het regelen.' De werknemer krijgt meer vrije tijd. Leuk voor iedereen. Extra leuk voor die onbekende collega's voor wie er, zonder deze CAO, geen werkgelegenheid meer in de organisatie zou zijn geweest. Het aantal medewerkers zal de komende jaren zeker teruglopen. Bij de plaatselijke banken, bij Rabo bank Nederland en bij de dochterinstellingen. Dat blijft on ontkoombaar. Maar de terugloop zal nu minder zijn dan zonder deze CAO. Hoeveel minder? Niemand kan het exact voorspellen en niemand kan het straks narekenen.Toch zal het om enkele duizenden arbeidsplaatsen gaan. Niet als edelmoedig gebaar van de bank, maar omdat er nu, in deze flexibele CAO, extra commerciële kansen ontstaan. Dat zal een impuls zijn voor de opbrengsten en daarmee een basis voor rendabele extra werkgelegenheid. In overleg betekent dat er een evenwichtige afweging plaatsvindt tussen de individuele belangen en voorkeuren en de belangen van de bank. In beginsel zijn er allerlei uit komsten mogelijk. Wat denkt u van vier maal negen uur per week? Of van vier maal achteneenhalf uur per week met twaalf inhaaldagen per jaar? Of van een halve dag per week vrij? Er zijn méér mogelijkheden. Het is een belangrijke nieuwe trend in de wereld van de arbeid. De trend van de 'variatie'. De nieuwe CAO wordt niet overhaast ingevoerd. De mo gelijkheden zijn veelvormig en daarmee ook wel complex. Het is geen kwestie van snel de uren regelen. Want de klant staat toch centraal? Dus voeren management en medewer kers hun overleg rondom de klant. De resterende maanden van 1995 worden besteed aan voorbereiding. Dat is geen overbodige luxe of een teken van sloomheid, laat staan van onwil. Het is een voorwaarde vooreen kwaliteitsstart. Dan, vanaf 1 januari 1996, doet de flexibele arbeidstijd zijn intrede in het personeelsontwikkelingsbeleid. Dan krijgt personeelsontwikkelingsbeleid deze extra dimensie. Dan wordt weer een kleur toegevoegd aan het palet. Het zal oefening vergen om deze kleur te laten harmoniëren met de andere tinten. Dissonanten zijn niet uit te sluiten. Maar zoals Flairck zich verrijkt voelt met een nieuw instru ment, zo zal de Rabobank voor klant, medewerker en bank een bredere klank ten gehore kunnen brengen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1995 | | pagina 13