Volwassen organisatie gaat
werken met nieuwe interne
financiële verhoudingen
11 Achtergrond
RABOBAND NUMMER 23/28 NOVEMBER 1994
Gezamenlijk zullen de plaatselijke banken in het komende jaar
f 100 miljoen beter af zijn. Dat is een gemiddeld voordeel per bank van
zo'n f 150.000. Die meevaller vloeit voort uit het volwassen worden van
Rabobank Nederland en het Centrale Bank Bedrijf (CBB). Daardoor
kunnen de regelingen inzake de interne financiële verhoudingen binnen
de Rabobankorganisatie eenvoudiger en inzichtelijker worden. Die
nieuwe regelingen gaan op 1 januari in.
Volwaardige vergoeding gestalde gelden
'Voor de plaatselijke banken is het ook gun
stiger, dat ze voortaan een volwaardige ver
goeding krijgen voor de gestalde gelden', aldus
Vogelaar. 'De A-rente gaat van 5,5 naar 7,5
procent. De kosten, die vroeger via de rente
werden verrekend, worden nu rechtstreeks in
rekening gebracht. Verder moet worden ver
meld, dat er nog geen sprake kan zijn van di
videndvergoeding. De resultaten van Rabo
bank Nederland - c.q. het CBB - laten dat nog
niet toe. Niettemin gaan de plaatselijke ban
ken er per saldo, hogere rente, volledige kos-
tendoorbelasting en vooralsnog geen divi
dend, behoorlijk op vooruit.'
Individualisering
Van Lange vat een aantal punten uit de rege
ling kort samen: 'De enige liquiditeitsgrens
die overblijft, gaat naar beneden en de rente
wordt hoger. Dat geldt voor alle banken. Op
het gebied van solvabiliteit echter kan de nieu
we structuur voor een aantal banken minder
plezierige kanten hebben. Tot nu toe was de
solvabiliteitsregeling geënt op de gemiddelde
solvabiliteit van alle plaatselijke banken. Van
af 1 januari wordt iedere bank, in het licht van
de eigen specifieke balansstructuur - op de
eigen solvabiliteit dus - beoordeeld. Deze in
dividualisering betekent dat iedere bank af
zonderlijk aan de gestelde solvabiliteitsrichtlij-
nen van de Nederlandsche Bank moet kunnen
voldoen. De solvabiliteitspositie van banken
komt verder vooral ook onder druk te staan
door een gewijzigde vermogensdefinitie.'
>- De ruim 600 zelfstandige Rabobanken
kennen een systeem van verrekening met
Rabobank Nederland. De regels die momen
teel gelden, werden eind jaren zeventig vast
gesteld door de 'Commissie van Maldegem'.
Ze waren in de eerste plaats noodzakelijk om
dat de Rabobankorganisatie moet voldoen aan
de eisen van liquiditeit en solvabiliteit van De
Nederlandsche Bank (DNB). Bovendien was
sprake van vermogensoverheveling van de
plaatselijke banken naar Rabobank Neder
land. Dit was nodig voor de verdere opbouw
en de groei van het Centrale Bank Bedrijf
(CBB). En vooral ook voor het daartoe beho
rende buitenlandbedrijf. In de beginjaren van
het CBB leverden de plaatselijke banken tot op
zekere hoogte zelfs de liquide middelen. De
rollen worden hier en daar nu omgedraaid.
Zonodig kan het CBB voor plaatselijke banken
voor financiering zorgen.
Fundamentele wijzigingen
De interne financiële verhoudingen werden
in de loop van de jaren hier en daar wel eens
bijgesteld, maar niet echt fundamenteel ge
wijzigd. Om tegemoet te komen aan de be
hoefte van de plaatselijke banken om meer in
zicht, werd in 1990 de Centrale Thesaurie af
gescheiden van het'CBB. 'Belangrijkste drijf
veer om de regeling nu wel ingrijpend te
veranderen, is de ontwikkeling, die op diver
se plaatsen binnen de Rabobankorganisatie
heeft plaatsgevonden', zegt Jos van Lange,
hoofd Control Rabobankorganisatie. 'De
plaatselijke banken werden in de afgelopen
vijfentwintig jaar professioneler, kundiger en
- ook al door fusies - veel groter. De regelin-
De Centrale Kringvergadering (CKV)
bracht onlangs een positief advies uit over
de nieuwe regelingen inzake de interne fi
nanciële verhoudingen.
gen stonden daardoor steeds vaker aan kri
tiek bloot. Ze waren te gecompliceerd en te
ondoorzichtig. Een andere factor, het bank
bedrijf van Rabobank Nederland is volwassen
geworden en kan op eigen benen staan. In het
verleden zat er een logica in. De plaatselijke
banken stonden een deel van hun winst af
voor de opbouw van Rabobank Nederland.
Het Centrale Bankbedrijf beschikt nu over een
vermogen dat toereikend is om zelf te kunnen
bankieren. De rentabiliteit is zodanig, dat de
eigen groei moet kunnen worden gefinan
cierd. Al deze ontwikkelingen zijn aanleiding
voor nieuwe interne financiële verhoudingen.'
Voordelen
'Ik denk dat de meeste plaatselijke banken zich
goed zullen kunnen vinden in de nieuwe re
gelingen', zegt Van Lange. 'Allereerst scheelt
het de banken zo'n f 100 miljoen. Dat levert
per bank gemiddeld anderhalve ton extra
winst op. Ook de vereenvoudiging zal de
meesten wel aanspreken.' Over de vereenvou
diging zegt Niek Vogelaar, hoofd Centrale
Control: 'De nieuwe regeling is daadwerkelijk
eenvoudiger, maar de materie is zo complex,
dat je er nog steeds voor moet gaan zitten. We
hebben ons werk op dit gebied wel eens ver
geleken met dat van de 'Commissie Oort' die
zich heeft bezig gehouden met vereenvoudi
ging van het belastingstelsel. Maar ook bij ons
geldt: supersimpel kan het niet.'
Overgangsregelingen
Om banken die met solvabiliteitsproblemen
kampen tegemoet te komen, zijn er over
gangsregelingen ontworpen. Vogelaar: 'Er zijn
twee verschillende regelingen, omdat we twee
types banken onderscheiden die ervoor in
aanmerking kunnen komen. Er zijn banken
die enkel door de nieuwe regeling in een S-
min-positie komen. Voor deze banken is een
regeling ontworpen die de bank de kans biedt
binnen vijf jaar te groeien naar een solvabele
positie. De tweede categorie wordt gevormd
door banken die al vóór de nieuwe regeling in
een S-min-positie verkeerden. Deze zoge
noemde structurele S-min-banken kunnen in
aanmerking komen voor een zachte achterge
stelde, onderhandse lening van Rabobank Ne
derland; een langlopende lening met rente
korting. Het handelen van die tweede catego
rie banken zal worden gevolgd door het re
giokantoor. De andere banken betalen de
rentekortingen van de leningen van de min
der solvabele banken. Daarvoor zijn wij een
coöperatie. Maar er zijn grenzen die niet over
schreden kunnen worden.'
Juiste moment
'De financiële verhoudingen gaan nog altijd
uit van solidariteit en coöperatie,' zegt Van
Lange, 'maar vooral ook van volwassenheid,
deskundigheid en eigen verantwoordelijkheid.
Het lijkt alsof de nieuwe regelingen onderdeel
uitmaken van veranderingsprocessen die op
tal van plaatsen in de organisatie plaatsvin
den. Ze passen er uitstekend in. Ik denk ook
dat de wijzigingen op het juiste moment wor
den doorgevoerd. De nieuwe interne finan
ciële verhoudingen zijn een logisch uitvloeisel
van een ontwikkelingsproces dat al jaren loopt
en dat nu tot rijpheid komt.'