Ondernemingsraad
2 Editie Rabobank Nederland
Verzelfstandiging
blijvend
aandachtspunt
Belangstelling van externe
bedrijven
Ontwikkeling
werkgelegenheid
vast agendapunt
Geen duidelijkheid
over toekomst
Mijlpaal voor Ondernemingsraad
Herontwerp
Betalingsverkeer
niet zonder slag
of stoot
Twee voorwaarden
RABOBAND NUMMER 13/11 JULI 1994
De Ondernemingsraad vergaderde op 21 en 26 april, 26 mei en 2 juni. Bovendien had de raad
op 26 april een overlegvergadering met de Bestuurder en op 2 juni met de waarnemende
Bestuurders.
Het verkorte verslag van de
OR-vergaderingen is steeds
snel beschikbaar op de publi-
katieborden. Het verschijnt
altijd binnen drie werkdagen
na de vergaderingen.
Na het advies van de OR over
het intern verzelfstandigen
van de facilitaire diensten als
een tweede poot van
Rabofacet, heeft de Bestuurder
het voorgenomen besluit
omgezet in een besluit. Dat
vond plaats op 29 maart. De
raad liet zijn advies
voorbereiden via een
preadvies. Een speciaal OR-
team Enterprise stelde dat
advies samen.
Uiteindelijk bracht de raad als
collectief zijn advies uit aan de
Bestuurder. Dat gebeurde een
paar dagen na de overlegverga
dering van 24 maart, waarin in
tensief werd beraadslaagd met de
Bestuurder. Alle OR-leden wil
den ervan overtuigd zijn dat
vooral de personele component
in de periode na 1 april goed zou
worden uitgewerkt. De vervolg-
adviesaanvragen voor de verdere
inrichting van de Business Units
komen ook in de Onderne
mingsraad aan de orde.
Rabofacet geëvalueerd
Op 1 januari 1993 ging de Cen
trale Dienst Informatica zelf
standig van start onder de naam
Facet, later Rabofacet. De On
dernemingsraad besprak een eer
ste evaluatie met de Bestuurder
op de hoofdelementen perso
neel, organisatie en financieel/
marketing. De vaste Commissie
Rabofacet van de Raad bereidde
de vragen voor. In het najaar van
1995 vindt de volgende evaluatie
plaats.
Bij Ondernemingsraden van an
dere bedrijven neemt de belang
stelling voor het verschijnsel in
terne verzelfstandiging toe. Men
is benieuwd hoe de OR van Rabo
bank Nederland de werkgelegen-
heidsproblematiek in goede ba
nen probeert te leiden, in het
licht van kostenreductie. Het
standpunt van de Onderne
mingsraad van Rabobank Ne
derland: 'Liever inbesteden dan
uitbesteden.' Dit om zittende
medewerkers meer kansen te
bieden op de arbeidsmarkt.
De OR heeft een speciale werk
groep samengesteld. Deze groep
bereidt de zaken voor die de raad
van belang vindt om de belangen
van de medewerkers te kunnen
behartigen. De Commissie Soci
aal Beleid heeft geconstateerd,
dat er een naar haar mening te
groot aantal externen werkzaam
is bij Rabobank Nederland. Dit
dreigt de doorstroom van zitten
de medewerkers te belemmeren.
Doorstromen is in het kader van
het Personeelsontwikkelingsbe
leid één van de zwaartepunten en
een noodzaak om aan het werk te
kunnen blijven. In verschillende
ondernemingsplannen en bud
getten ontstaan ook posten die te
maken hebben met 'investeren in
mensen'. Voorlopig blijft werk
gelegenheid een vast agendapunt
voor de raad.
Op 13 en 14 juni zijn in bijeen
komsten van de OR-klankbord-
groep zaken besproken over de
werkgelegenheid. Van verschil
lende kanten is naar voren ge
bracht dat het zicht op komende
ontwikkelingen zeer slecht is.
Daarbij gaat het vooral om de
vragen: Wat voor werk is er in de
toekomst en welke studie moet ik
gaan doen? Het hele beoorde
lingssysteem kreeg wat de uit
werking betreft de nodige kritiek.
Verder is er uitvoerig gediscus
sieerd over arbeidsmarktbemid
deling. Vastgesteld werd dat
Rabobank Nederland blijkbaar
niet op de hoogte is van de aan
wezige capaciteit binnen het
eigen bedrijf. Naar aanleiding
van het Ondernemingsraadsver-
slag van 26 mei en 2 juni kwamen
er veel vragen over uitzendbu
reaus en centrale transfercentra.
In dit verband zijn ook de CAO-
voorstellen aan de orde geweest.
Een ander heet hangijzer, wat
steeds meer voorkomt: door het
wegvallen van werk worden er
De overlegvergadering van 2 juni was de honderdste. In ver
band met de afwezigheid van Hoofddirectievoorzitter Wijf
fels woonden de Hoofddirectieleden Van den Broek en Van
Rijn als waarnemend Bestuurders de gedenkwaardige verga
dering bij. De eerste overlegvergadering tussen de OR van
Rabobank Nederland en de Bestuurder vond plaats op 25 ok
tober 1979. Eén collega, Gert Verhoef, was ook toen al lid van
de Ondernemingsraad.
medewerkers boventallig. Her
verdeling van werk zal dus zeker
een punt van onderzoek moeten
zijn. Overigens heeft bovental
ligheid niets te maken met dis
functioneren. De Onderne
mingsraad verwacht rond half
juni een instemmingsaanvraag te
ontvangen omtrent arbeids
marktbemiddeling.
De Ondernemingsraad heeft
met de Bestuurder afgesproken
dat, als gevolg van de voorgeno
men plannen met de Eenheid
Betalingsverkeer, niemand voor
tijdig als boventallig kan worden
aangemerkt. Eerst dient duide
lijk te worden gemaakt wat de
gevolgen zijn van die plannen.
Ook is aangetekend dat het pro
ject Focus bij het WAB van in
vloed zal zijn op de voorgeno
men plannen bij Betalingsver
keer. De Bestuurder heeft advies
gevraagd aan de OR over de aan
pak en de implementatie van de
herontwerpvoorstellen. De raad
heeft aanvullende informatie op
gevraagd om een goed advies te
kunnen uitbrengen. Ook is ge
sproken met medewerkers en
daaruit is opgemaakt dat zij na
genoeg niet op de hoogte zijn
van wat er nu speelt. Dat heeft de
raad bij zijn advies zwaar laten
meewegen.
Op 2 juni heeft de OR de Be
stuurder geadviseerd de voor
stellen tot herinrichting van de
processen binnen het Directo
raat Facilitair Betalingsverkeer
te laten uitvoeren, mits aan twee
voorwaarden wordt voldaan. In
de eerste plaats dienen van alle
onderzochte processen een
tijdsplan, een communicatie
plan en een plan van aanpak
voor de personele consequenties
met procedures, instrumenten
en verantwoordelijkheden te
worden opgesteld. Ook mag de
uitvoering van de implementa
tie niet van start gaan voordat
het implementatieplan via de
Commissie Organisatie is afge
stemd met de Ondernemings
raad. Daarnaast adviseert de
raad de Bestuurder om de erva
ringen, opgedaan bij de reorga
nisatie van Betaal- en Informa
tiediensten CBB, gestructureerd
te betrekken bij de herinrichting
van bovengenoemde processen.