3 RABOBAND Naar pro-actief Nieuw perspectief Rabobank Nederland in 1998 Bankieren met grote oren SOCIALE ONTWIKKELINGEN EN TRENDS 1 993 markt komen dit voorjaar (1994) al in de Kringen en we verwachten dat in mei de eer ste besluitvorming kan plaatsvinden. Ons doel is daarbij om tot sluitende afspraken te ko men, zodat diensten en tariefstellingen in het hele land gelijk zijn. In het voorstel wordt ver der een driedeling gemaakt, die niet in eerste instantie uitgaat van de produkten maar van de behoeften van onze cliënten.' 'Eén van de doelstellingen van een nieuw be leid voor de particulierenmarkt - en ook voor andere deelgebieden - is het reduceren van de verwerkingskosten met zo'n 40 procent', ver volgt Wijffels. 'Technologie is ook hier de sleutel tot sprongsgewijze verbetering van de efficiency. We hebben een analyse gemaakt van de verwerkingskosten van een afgesloten hypotheek bij onze moderne concurrent, de hypotheekshop. Daar wordt gewerkt met een kostenniveau van 0,3 procent van de hypo theeksom. Wij zitten rond de 0,5 procent. Willen we die concurrent partij geven, dan moeten ook wij naar dat lagere kostenniveau. Om dat soort zaken gaat het. Wellicht zeggen we over vijfjaar weer: 'Was dat nu zo'n revolutie?' Misschien niet. Maar we hebben wel bereikt, dat we met minder kos ten veel meer kunnen doen. Sommige veran deringen in dat proces gaan tamelijk geleidelijk, maar achteraf zal blijken dat het perspectief is gewisseld, dat de produktiviteit is gestegen en dat de kwaliteit van onze dienstverlening groter is geworden. De verwerkende kant van de bank zal ook op andere terreinen steeds verder inkrimpen. Het routinewerk, dat daarin zit, wordt in de nieu we opzet steeds minder. Wat overblijft is rechtstreeks werken met mensen. In mijn visie komen er heel leuke banen bij.' 'We gaan in de komende jaren op weg naar transformatie van de lokale bank', vervolgt Wijffels. 'Nu is daar nog vaak sprake van een afwachtende verkoop- en verwerkingsorgani satie. Met projecten als Delta gaan we ook hier sprongsgewijs naar een andere, meer actieve manier van marktbenadering. Pro-actief de markt op, dat is de bedoeling. Klanten actief benaderen op een wijze waarin ook direct writing-technieken een plaats kunnen krijgen en waarbij transacties zo worden vastgelegd, dat in het natraject alleen nog maar de auto matisering haar werk hoeft te doen. Degelijke marktinformatie is bij zo'n manier van wer ken uiteraard een noodzaak. Daaraan mag het niet ontbreken. Een andere manier van wer ken vraagt veel van de mensen die samen de bank vormen, want de Rabobank blijft een bank van mensen. We zijn op weg naar een hele nieuwe marktbenadering', aldus Wijffels. 'We moeten leren omgaan met nieuwe me thodes en met informatie. Ik zie de bank als een samenspel van mensen en systemen. De interactie tussen die twee moet naar een ho ger niveau en meer actief verkoopgericht wor den. Moeten we bijvoorbeeld niet inspelen op de trend dat steeds vaker beide partners wer ken? Wij zijn gesloten als zij onze bankdien sten zouden kunnen afnemen. Omdat ze niet tussen negen en vier naar ons toe kunnen ko- 'Bij bepaalde onderdelen van de organisatie zullen bij de verhoging van de produkti viteit geen stappen maar sprongen worden gemaakt' men, moeten wij misschien wel 's avonds naar hen toegaan. Concurrenten als hypothekers, makelaars en assurantie tussenpersonen doen dat ook. Dat vraagt een andere organisatie van de arbeid en een andere cao. Daarbij passen variabele werktijden. Ik denk dat dat bij ons ook zou kunnen. We zitten midden in de markten en we hebben er de goede mensen voor.' Opleidingen en bijscholingen horen bij het loopbaanontwikkelingsbeleid van de organi satie. Veel medewerkers nemen deel aan soms veeleisende cursussen, zonder dat ze weten of de nieuw verworven kennis straks nieuwe per- spektieven zal openen. Wat is daar de oorzaak van? Wijffels constateert, dat 'perspectief en zicht op de toekomst in de huidige samenleving op veel plaatsen onduidelijk is. 'Klagen over ge brek aan richtingsgevoel is een maatschappe lijk fenomeen', zegt hij. 'We zijn allemaal op zoek naar een nieuw perspectief. Dat ge beurt niet alleen bin nen onze organisatie. Ook de individuele mens en andere onder nemingen zijn zoeken de. Al denk ik wel dat binnen een bank rela tief veel mensen wer ken, die gesteld zijn op duidelijk gebaande we gen. Het perspectief dat ik te bieden heb is er één van zoekend en tastend op weg zijn naar een sterk vernieuwde rol in een zich vernieu wende samenleving. Het enige vaste oriënta tiepunt daarbij is, dat we heel dicht in de buurt zullen moeten blijven van de behoefte van on ze cliënten. Dan denk ik bijvoorbeeld aan goe de financieringen van huizen tegen schappe lijke prijzen en aan betrouwbare toekomst voorzieningen. We moeten gewoon de be trouwbare financiële partner blijven die we van huis uit bedoelen te zijn. Dichtbij de ech te behoeften van mensen, met beide voeten op de grond. Aan die kern moeten we volgens mij vasthouden. Als we dat doen, is er geen spoor van twijfel over het antwoord op de vraag of deze bank kan blijven groeien en dat is in verhouding tot veel andere bedrijfstakken een relatief gunstig perspectief. Bij ons is geen sprake van krimpende activiteit. Wij hebben te maken met aanpassingen, met een nieuwe manier van werken die beter aansluit op de veranderende omstandigheden. Als organisa tie zijn wij verplicht de mensen mogelijkheden aan te reiken om mee te doen in die vernieu wing. Daarvoor worden opleidingsmogelijk heden geschapen. Wie zich niet wil prepare ren op de nieuwe toekomst, niet bereid is nieuwe dingen te doen, blijft achter. Aan wie zich wel prepareert, bijvoorbeeld door het vol gen van opleidingen, kunnen de maatschap pij en deze bank overigens op dit moment geen absolute zekerheid bieden. We hebben binnen en buiten de bank te maken met ken terend tij. In de woelingen van deze tijd moet iedereen zelf richting kiezen en zich bewust worden van de eigen verantwoordelijkheid voor zichzelf en van daaruit proberen een zo danige positie in te nemen dat hij voor een bank als deze - nu en in de toekomst - een bij - drage kan leveren. En ik geloof dat veel men sen dat oppakken. De mobiliteit, zeker onder jongeren, is goed en er is over de hele linie een grote belangstelling voor opleidingen.' In de Algemene Vergadering van juni 1993 schetste Wijffels een beeld van de bank, zoals die er in 1998 uit zou moeten zien. Ook het nieuwe profiel van Rabobank Nederland kwam daarbij aan de orde. Wijffels: 'Ik noem de Rabobank Nederland bij die gelegenheid een facilitair bedrijf met een ondersteunend karakter. Dat betekent dat Rabobank Neder land ook grondig zal moeten vernieuwen. De veranderingen die bij ons plaatsvinden, heb ben veel overeenkomsten met wat in de hele maatschappij gebeurt. Eind vorige eeuw ont stonden onder leiding van de 'elite' alle mo gelijke structuren voor de massa: de vakbe weging, landbouworganisaties, de verzor gingsstaat. Ze waren gericht op materiële vooruitgang en emancipatie van de arbei dersklasse en dat bleek een heel succesvol con cept. Zowel het één als het ander is in belang rijke mate gerealiseerd. Gezagsverhoudingen zijn daardoor drastisch veranderd. Mensen kunnen nu zelf nadenken en dat fenomeen gaat aan deze bank niet voorbij. De tijd waar in Rabobank Nederland - weliswaar na con sultatie - bepaalde hoe plaatselijke banken zouden moeten functioneren, is voorbij. De verhoudingen zijn veel horizontaler gewor den. Rabobank Nederland wordt meer en meer een coördinatiecentrum binnen een net werk, dat vooral ondersteunend werkt. De rol wisseling waar Rabobank Nederland voor staat, is momenteel al terug te vinden in het herontwerp van het Werkgebied Aangesloten Banken.' De vernieuwingsslag die de hele organisatie moet leveren noemde Wijffels in zijn nieuw jaarstoespraak 'bankieren met grote oren'. 'Daar bedoel ik mee, zegt hij, 'dat als je in een kopersmarkt als de onze zit en de koper de keus heeft uit tal van produkten, je geweldig goed moet luisteren naar wat die klant wil. Als je niet verkoopt wat hij wil, gaat ie wel naar een ander. Dat geldt ook voor Rabobank Ne derland in relatie tot de plaatselijke banken. In die zin moeten we leren ons dienstbaar op te stellen.'

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1994 | | pagina 3