Rabobank Brielle praat over
stijl van bankieren
■■EU
9 Achtergrond
aSGgi
RABOBAND NUMMER 24/13 DECEMBER 1993
Na het lezen van de brochure en het communicatiepakket over 'De signatuur van de
Rabobank' werd bij de Rabobank Brielle het idee geboren om eind oktober een avond
rond dit thema te organiseren. Directeur Chris van den Berg: 'We vinden het goed dat
'De signatuur' geen keurslijf is. Dat zou ook niet stroken met de mondigheid en de eigen
verantwoordelijkheid, die binnen onze organisatie hoog in het vaandel staan.'
De brochure 'De signatuur van de Rabo
bank' werd met de Raboband van 6 septem
ber verspreid onder de medewerkers van de
Rabobank. Voorzitter van de Hoofddirectie
drs. Herman Wijffels stelde in een begeleidend
artikel dat de bedoeling van de brochure niet
ligt 'in het nu eens precies opschrijven wat wel
en niet gedacht moet worden'. Het doel van
'De signatuur' is volgens Wijffels het bieden
van een kader, aan de hand waarvan ethische
vraagstukken kunnen worden behandeld.
Vraagstukken van integriteit die spelen tussen
de Rabobank en de samenleving én die te ma
ken hebben met de manier waarop binnen de
Rabobank met elkaar wordt omgegaan.
Toetsen op herkenbaarheid en bruikbaarheid
In september verscheen ook een communica
tiepakket met achtergronden en aanbevelingen
voor de behandeling van de brochure. Dat was
voor de bestuurders van de Rabobank Brielle
de aanleiding samen met de medewerkers 'De
signatuur' op herkenbaarheid en bruikbaar
heid te toetsen. De avond rond de brochure
werd aangekondigd in de maandelijkse nieuws
brief voor de medewerkers van de bank. Zij
werden verzocht de brochure vooraf door te
nemen. Nagenoeg alle medewerkers en leden
van de beheerscolleges woonden de thema
avond bij. Op 25 oktober, direct na werktijd,
werd de inwendige mens eerst gesterkt met een
hap en een drankje. Daarna hield directeur
Chris van den Berg een inleiding.
Praten over code niet uniek
'Ik heb naar voren gebracht dat het als orga
nisatie praten over een code beslist niet uniek
is', zegt Van den Berg. 'Momenteel zijn er veel
bedrijven die hun wijze van handelen - naar
elkaar en naar de samenleving - onder de loep
nemen en daarvoor kaders ontwikkelen. Je
Van den Berg (l): 'De Rabobank is anders.
Maar hoe vertaal je dat naar je leden en
klanten?'
ziet dat bijvoorbeeld ook terug in de Bilder-
bergconferentie, die het Nederlands Christe
lijk Werkgeversverbond elk jaar organiseert.
Volgend jaar januari is het thema van de con
ferentie 'Markt Moraal'. Er is naar mijn idee
binnen de maatschappij een trend zichtbaar;
een toenemende behoefte aan de herijking van
de uitgangspunten, waar je met z'n allen voor
wilt staan. Als Rabobankorganisatie proberen
we met 'De signatuur' daar gezamenlijk een
antwoord op te geven, zonder exact grenzen
te bepalen. We maken als organisatie als het
ware een bevestiging vanuit welke intentie we
ons werk willen doen.'
Raakvlakken met praktijk
Na de inleiding van Van den Berg verdeelden
de twintig medewerkers en de vijf bestuurders
van de bank Brielle zich in drie groepen. Ge
wapend met de in het communicatiepakket
opgenomen praktijkcases werd gediscussieerd
over de toepasbaarheid van de vier grondsla
gen die in 'De signatuur' worden verwoord.
Naar zeggen van Van den Berg vertoonden
met name de grondslagen duurzaamheid in
relaties, integriteit in handelen en gemeen
schapszin de meeste raakvlakken met de prak
tijk. 'De Rabobank is anders. Maar hoe vertaal
je dat nu naar je leden en klanten? Als plaat
selijke bank kun je een stuk gemeenschapszin
tonen door bijvoorbeeld thema-avonden te
organiseren voor startende ondernemers.
Daarmee toon je heel duidelijk een stuk loka
le betrokkenheid. Hetzelfde geldt voor het sa
men met de leden en klanten zoeken naar hoe
je aan 'duurzaamheid in relaties' vorm kunt of
moet geven. Het lijken wat ontastbare zaken,
maar het gaat om je houding en dat voelen le
den en cliënten zeker aan. 'Ja, de Rabobank is
anders', maar als dat inhoudt dat het daarbij
alleen gaat om de bijzondere organisatie
structuur, dan is dat niet voldoende.'
Vertalen naar eigen situatie
De medewerkers en de bestuurders van de
Rabobank Brielle herkennen en onderschrij
ven de in de brochure geformuleerde grond
slagen. Van den Berg: 'Wat dat betreft vinden
we het prima dat de grondslagen concreet
staan beschreven. Je kunt vanuit de voor on
ze structuur zo kenmerkende zelfstandigheid
en eigen verantwoordelijkheid die grondsla
gen vertalen naar je eigen lokale situatie. Als
dat de doelstelling van de opstellers van de
brochure is, zijn ze daarin goed geslaagd.' De
verschillende groepen bespraken op de the
ma-avond de twee cases in het communica
tiepakket. Daarna werd centraal verder gedis
cussieerd. Voor wat de case van de sport
schoolhouder betreft - waarin een lastige
aanvraag voor een verhoging van een krediet
plafond speelt - waren de meningen van de
medewerkers van de Rabobank Brielle ver
deeld.
Afweging van belangen moeilijk
'Het zijn met name de commerciële mensen
binnen onze bank die met een kwestie als die
van de sportschoolhouder kunnen worden ge
confronteerd', vindt Van den Berg.'Het was
opvallend dat juist zij de afweging van belan
gen moeilijk vonden. Uit de discussie kwam
ook naar voren dat het belangrijk is dat er een
duidelijke scheiding wordt gemaakt tussen
emotionele persoonlijke motieven en zakelij
ke aspecten bij die afweging.' De meningen
over de case van de nieuwe relatiebeheerder
lieten een eenduidiger beeld zien. Van den
Berg: 'De betreffende relatiebeheerder zou
met zijn plannen, om gegevens van zijn vori
ge werkgever binnen onze bank aan te wen
den, niet welkom zijn. Dat is een houding die
wij hier in Brielle niet op prijs zouden stellen.'
Oppoetsen coöperatie
Naar de mening van Van den Berg vormen de
cases een handzaam hulpmiddel om de bro
chure 'De signatuur' te toetsen op haar prak
tische betekenis. 'Het nuttige van zo'n discus
sie aan de hand van praktijkgevallen is dat de
in 'De signatuur' opgenomen grondslagen
meer herkenbaar worden. Je merkt wel dat
sommige mensen vinden dat de inhoud van
de brochure te sterk op het verleden berust. Ze
koppelen het in gedachten aan het achter
haalde imago van de coöperatieve structuur,
alsof het een poging is om het verleden op te
poetsen. In de naaste toekomst zal de vertaling
van de grondslagen voor onze stijl van ban
kieren - hoe moeilijk die soms ook te maken
is - meer aandacht moeten krijgen. Wat bete
kenen bijvoorbeeld de fusieprocessen, die het
aantal plaatselijke banken verder zal doen af
nemen, voor de gemeenschapszin? Banken,
die qua omvang van hun werkgebied veel
minder plaatselijk worden, zullen die op een
andere manier hun betrokkenheid gaan in
vullen bij wat zich lokaal voordoet?'