Caar nuttig, maar te weinig bekend bij achterban Babo band De vier rond de tafel De Caar, of de Centrale Adviesraad Arbeidsaangelegenheden Rabo bankorganisatie, zoals dit overlegorgaan voluit heet, is samen gesteld uit vertegenwoordigers van de werkgevers en werknemers van de Rabobankorganisatie. Drie vertegenwoordigers van de werk nemers en één van de werkgevers praten rond de tafel over de Caar, hun rol daarin, over ervaringen én over de toekomst van dit unie ke overlegorgaan. Nummer 18/20 september 1993 Vier mensen uit de Rabobankorganisatie schuiven aan. Rond de tafel praten ze over allerlei actuele onderwerpen. Deze keer gaat het gesprek over de Caar. Wat doet de Caar en wat is de rol van de vier gesprekspartners daarin? De vier rond de tafel kozen voor een actieve rol in de Caar. Waarom? De voorzitter van de werknemersdele gatie, Kagenaar, doet de aftrap: 'Je weet eigenlijk niet waaraan je begint. Op een ge geven moment word je gekozen en dan zitje erin. Het eerste wat me opviel was datje in de vergaderingen, waar je met werkgevers en werknemers aan tafel zit, op een hele con structieve manier dingen bespreekt. Dat is een hele andere wijze van werken dan in een gewone recht-toe-recht-aan 0R.' Dat viel He len, die in de OR van Rabobank Nederland zit, ook op: 'De OR is een wettelijk geregeld orgaan en een centrale OR is dat ook. De Caar heeft zo'n wettelijke status niet.' Belangrijke invloed 'De samenstelling van de Caar is uniek', stelt Tielen met zicht baar enthousiasme vast. 'De partijen probe ren constructief de zaken met elkaar tot een goed eind te brengen. En dan zie je dat de behandeling in Caarverband een belangrijke invloed heeft op de besluitvorming.' Ook di recteur Mensink, één van de leden van de werkgeversdelegatie, ziet de Caar zitten: 'Als je met elkaar in contact komt, dan ontdek je dat veel meer ons bindt dan scheidt. Het is absoluut onmogelijk om vandaag de dag met elkaar stokpaarden te berijden en te zeggen dat mijn gelijk niet jouw gelijk is. Voor mij is de Caar écht een verademing.' Respect Giliam is werknemersverte genwoordiger namens banken zonder OR. 'Respect voor elkaar is noodzakelijk', zegt zij. Kagenaar verstaat haar niet goed: 'Res pect voor de Caar?' Giliam lacht en maakt duidelijk dat het om beide gaat: 'Respect voor elkaar én respect voor de Caar. Maar bovendien moet je ook het gevoel hebben dat men serieus met de zaken omgaat. Met onze kritiek wordt in positieve zin iets ge daan. Er wordt niet gezocht naar problemen.' Achterban 'Dat klinkt allemaal heel aar dig', merkt Mensink op, 'maar hoe denken jullie dat de achterbannen tegen de Caar aan kijken?' Giliam is daar eerlijk in: 'Mijn achter ban kan zich er geen voorstelling van maken hoe het in de Caar toegaat. Er wordt een vraag geformuleerd en die dropje dan even, denkt men. Zo eenvoudig is dat echter niet. En an dersom is het ook moeilijk. Als je met een ant woord komt, dan vraagt men zich af of dat al les is. Maar er wordt ook heel kritisch geke ken naar wat we doen en er worden zinnige vragen gesteld.' Mensink herkent de situatie: 'Ik denk dat men ervan uitgaat dat de men sen in de Caar zijn gekozen en dat zij het ver volgens maar moeten doen. Daarmee is het dan geregeld. Dat vind ik fnuikend voor de mensen die in de Caar zitten.' Ver-van-m'n-bed-show Kagenaar denkt dat matige betrokkenheid ook betrekking heeft op directeuren van plaatselijke ban ken: 'Mijn gevoel is, dat de Caar voor de ge middelde directeur niet hoeft. Maar mis schien is het ook zo dat men denkt dat de werkgeversdelegatie het wel regelt. En ook voor de gemiddelde medewerker is de Caar een ver-van-m'n-bed-show. Kijk je naar de problematieken die spelen en straks zullen spelen, dan zal die betrokkenheid toch wel verbeteren. De wat apathische houding heeft ook te maken met het functioneren van de regiocommissies, die heel dicht bij de men sen in het land kunnen staan. Sommige commissies doen het goed, andere minder.' Publiciteit Tielen: 'Als ik links en rechts probeer te achterhalen wat men van de Caar weet, dan kent men de naam wel uit Raboband, maar verder is het iets wat heel ver van de mensen af staat. De samenstel ling kent men niet. Wat men doet, weet men niet. De invloed die door de Caar wordt uit geoefend, kent men niet. Ik denk dat er heel wat kan worden gedaan aan publiciteit voor de Caar.' Kagenaar onderbreekt hem: 'We ten medewerkers bij Rabobank Nederland dat de OR in de Caar is vertegenwoordigd?' Tielen: 'Nee, ik denk dat mensen zich dat niet realiseren. Toch is de Caar een toet singsinstrument zoals een centrale OR.' Veranderingen Giliam: 'Onbekendheid is natuurlijk maar een deel van de proble matiek. In het verleden dacht de directeur bij onze bank dat hij niet alles meer kon zeggen omdat ik in de Caar zat. Nu is het in posi tieve zin andersom en vraagt hij of we het in de Caar al over een bepaald onderwerp heb ben gehad. Ook collega's van buurbanken Miriam Giliam-Swinkels (45) spande zich vanuit de vrouwenbeweging in voor de positieverbetering van vrouwen. 'In onze organisatie werken veel vrouwen hoofdzakelijk in lagere functies. Er moet wat meer wor den gedaan aan de doorstroming van vrouwen. En aan het stimuleren van vrouwen om opleidingen te volgen. Giliam wordt per 1 november kantoormanager bij de dan door fusie ontstane Rabobank Zevenrode. Bob Kagenaar (46) is productmanager bij de Rabobank Rotterdam. Al enige tijd is hij actief in de OR van zijn bank. 'Op een gegeven moment kwam de Caar in beeld', zegt hij. 'Wij vonden dat onze bank toch mini maal regionaal vertegenwoordigd zou moeten zijn. Ik ben er toen ingestapt.Kagenaar is voorzitter van de werknemersdelegatie.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1993 | | pagina 12