5. Tot besluit
In het voorgaande zijn enkele voorbeelden beschreven van de
wijze waarop binnen de Rabobank gedacht en gehandeld wordt.
De vier grondslagen vormen daarvoor het uitgangspunt.
Zij zijn van grote invloed op de houding en het gedrag van de
Rabobank, of beter: van de mensen die daarbinnen een taak
vervullen.
Het is aan een ieder binnen de organisatie om zelf praktische
invulling te geven aan de opvattingen en strevingen van de coöpe
ratieve Rabobank.
Gevoel voor de organisatie en kennis van zaken, gekoppeld aan
een gezond oordeelsvermogen zullen in de meeste gevallen
daarvoor voldoende zijn.
In twijfelgevallen kan altijd een beroep worden gedaan op
collega's en leiding om de eigen visie af te stemmen.
Het is ieders individuele verantwoordelijkheid zowel naar de
organisatie als naar de omgeving om aan coöperatief bankieren
een passende inhoud te geven; het kritisch volgen en collegiaal
adviseren is een collectieve taak.
Op die wijze zal de Rabobankorganisatie koersvast haar eigen
coöperatieve spoor naar de toekomst blijven trekken zonder op
drift te raken.
DE SIGNATUUR VAN DE RABOBANK
13