'Garantie
fonds past
helemaal in
coöperatieve
doelstelling'
Rabo
band
Sinds 1986 helpt de Rabobank
startende ondernemers en door-
starters die nieuwe bedrijfsactivi
teiten beginnen op een heel eigen
wijze bij het financieren van hun
activiteiten. Als er onvoldoende
eigen vermogen is om de finan
ciering aan te trekken, kan het
Garantiefonds Rabobanken risico
dragend kapitaal verschaffen. Di
recteur Tom Kuijpers van de Rabo
bank Oud Gastei rondde zijn stu
die avond-Heao (BE) af met een
scriptie over het Garantiefonds.
Zijn conclusie: Er is een taak weg
gelegd voor het fonds en met een
betere communicatie kan die ver
der worden uitgebouwd.
STM
Achtergestelde lening
Nummer 14/26 juli 1993
Zo'n acht jaar geleden zocht de Rabo-
bankorganisatie naar een manier
waarop nog beter gestalte kon wor
den gegeven aan de coöperatieve identiteit.
Gunstige tarieven en voorwaarden voor de
leden/ondernemers bleven het uitgangs
punt, maar wat te doen met een eventuele
overwinst? Na uitgebreide discussies wer
den twee fondsen in het leven geroepen, het
Projectenfonds en het Garantiefonds.
Grote groepen De twee door de co-
operatieve Rabobank ingestelde fondsen
hebben heel eigen doelstellingen. Zo wil het
Projectenfonds veelbelovende initiatieven
van organisaties en stichtingen financieel
steunen. Daarbij moet het gaan om projec
ten die van belang zijn voor grote groepen
leden/ondernemers van plaatselijke Rabo-
banken. Maar ook initiatieven met een al
gemeen maatschappelijk belang kunnen
aanleiding zijn voor een bijdrage. Een ande
re belangrijke factor is de coöperatieve ach
tergrond van de projecten. In de loop van de
jaren is op deze wijze in totaal voor bijna
f 19 miljoen aan financiële steun verleend.
Individueel De gedachte achter het an
dere fonds, het Garantiefonds, is meer gericht
op de individuele ondernemer. Ondernemers
met goede plannen om een bedrijf te starten
of nieuwe bedrijfsactiviteiten te beginnen, kun
nen er een beroep op doen als ze onvoldoen
de eigen vermogen hebben. Besluit het fonds
de ondernemer in spe te helpen dan is een zo
geheten Stimuleringslening beschikbaar, die
als aanvulling op andere financieringsvormen
het financiële plaatje sluitend maakt.
Scriptie Als directeur van de Rabobank
Oud Gastel maakt Kuijpers al vanaf de start
van het Garantiefonds deel uit van één van de
beoordelingscommissies die de aanvragen
van de plaatselijke banken behandelt. Daar
door raakte hij bijzonder geïnteresseerd in het
fonds. In de praktijk merkte Kuijpers ook, dat
de plaatselijke banken onvoldoende weten van
de mogelijkheden die het Garantie
fonds kan bieden. Onder andere om
die twee redenen pakte hij dit onder
werp bij de kop voor zijn afstudeer
scriptie aan de Heao van de Bedrijfs-
hogeschool Katholieke Leergangen.
Coöperatieve structuur Hoe
is het Garantiefonds ontstaan? Kuij
pers: 'De coöperatieve structuur van
de Rabobank heeft als hoofddoel de
behartiging van de belangen van de
leden. Om ook in de toekomst deze
taak te kunnen vervullen was een
sterke vermogenspositie noodzake
lijk. Vandaar de jaarlijkse inhouding
van de winsten. Dit beleid bleek meer
dan voldoende om die sterke vermo
genspositie te realiseren. Er was zelfs
sprake van overwinsten. Dit leidde tot
een discussie over de vraag wat te
doen met de overwinsten. Voortvloeiend uit de
coöperatieve structuur kwam de gedachte op
om de overwinsten direct ten goede te laten
komen van de leden.'
Achtergestelde lening 'Na de afwe
ging van de diverse alternatieven heeft men
toen', aldus de scriptie, 'de keus laten val
len op het alternatief, dat pleitte voor de op
richting van een fonds waarmee financierin
gen konden worden verstrekt aan starters
en doorstarters.' Met behulp van deze fi
nancieringen kregen de bedrijven van de le
den van de Rabobank de beschikking over
het benodigde kapitaal. Zonder dat kapitaal
Startende én doorstartende ondernemers worden door het
Garantiefonds van de Rabobank gestimuleerd met een achter
gestelde lening.
zouden ze met de gangbare financierings
vormen niet kunnen worden voorzien van een
voldoende financiering. Er werd een fonds in
het leven geroepen dat de naam Garantie
fonds kreeg. De lening met een achter
gesteld karakter die het fonds zou gaan ver
strekken werd Stimuleringslening gedoopt.
Beoordelingscommissie Kuijpers
maakt van nabij mee hoe een aanvraag van
een plaatselijke bank wordt behandeld, zowel
op zijn eigen bank als bij de beoordelings
commissie. Hij beschrijft de procedure. De
Stimuleringslening wordt verstrekt door de
plaatselijke Rabobank. Omdat het een risico-
De Stimuleringslening is een achterge
stelde lening. Dat betekent dat de lening is
achtergesteld ten opzichte van de rechten
van andere crediteuren. Bij liquidatie wor
den zij eerst betaald. Als de volledige be
taling aan de andere crediteuren volledig is
voldaan, komt de bank die de achtergestel
de lening heeft verstrekt, aan de beurt.
Naast de hoofdsom kan ook de rente wor
den achtergesteld.
dragende lening is, sluist de betreffende
bank de aanvraag door naar het Garantie
fonds. Er zijn drie gewestelijke beoordelings
commissies die de aanvragen behandelen.
Daarin zitten drie bestuursleden en drie di
recteuren van plaatselijke banken. Een re
giodirecteur treedt op als adviseur van de
commissie. Rabobank Nederland levert de
ambtelijk secretaris. Wordt de Stimulerings
lening verstrekt dan garandeert het Ga
rantiefonds de terugbetaling van deze ach
tergestelde lening aan de betreffende bank.
Aantallen Sinds 1986, toen het Garan
tiefonds werd opgericht is in totaal voor ruim
f 164 miljoen aan garanties afgegeven. Daar
door was het voor ruim 3.000 ondernemers
mogelijk te starten met een bedrijf of hun ac
tiviteiten uit te breiden. Kuijpers is nagegaan
of ook alle garanties werden benut. Hij denkt
dat ongeveer 22 procent van alle aanvragen
niet hebben geresulteerd in een verstrekking.
Een aantal ondernemers ziet later af van hun
investeringen en anderen besluiten met een
andere bank in zee te gaan. Het totaal aan ver
plichtingen, het obligo, dat uitstaat bij de
Stichting bedraagt ruim f 110 miljoen. Ruim
f 19 miljoen aan verstrekte garanties is in
middels vervallen door aflossingen.
IVIeer succes Kuijpers concludeert dat
starters en doorstarters die zijn gefi
nancierd met een Stimuleringslening
zich veel beter staande houden dan de
gemiddelde startende ondernemer.
Van de gemiddelde starters moet 80
procent binnen vijfjaar door nood ge
dwongen het bedrijf beëindigen. Door
uitstel van aflossing op de Stimule
ringslening gedurende de eerste vijf
jaar kan in de aanloopfase van het be-
j drijf de liquiditeitspositie worden ver-
beterd. Bij bedrijven die zijn gestart
met behulp van de Stimuleringslening
L is de gedwongen uitval veel lager. De
Stichting Garantiefonds heeft tot nu
s toe slechts 6 procent van de uitstaan
de garanties hoeven af te boeken. Hij
noemt ook de zevende werking van het
beoordelen van een financieringsaan-
vraag bij de Rabobankorganisatie als
een middel dat uitstekend werkt.
Hoe denken de plaatselijke banken over de
Stimuleringslening? Die vraag stelde Kuijpers
in het kader van zijn scriptie aan honderd ban
ken. Hij maakte daarbij een onderscheid in
banken die de lening gebruiken en banken die
geen beroep doen op het Garantiefonds. Daar
uit blijkt dat bijna 70 procent van de niet-ge-
bruikers vindt dat er voor het Garantiefonds
een taak is weggelegd. Bij de banken die de le
ning wel gebruiken is dat percentage 90. Van
alle geënqueteerde banken vindt overigens 40
procent dat er te weinig over het Garantiefonds
wordt gecommuniceerd.