'Bijkomen
in eigen
omgeving
werkt beter
dan hulp
van buiten'
(Ver
Overvallen
Rabo
band
Preventie en nazorg. Dat zijn de
gebieden waarop Frans van
Slagmaat en Gerrie Klok, twee
van de vijf psychologen van de
Bedrijfsgezondheidsdienst van
Rabobank Nederland, zich rich
ten als het gaat om bankover
vallen en agressie in de bankhal.
'De problematiek kan niet in
stukjes worden opgedeeld. Be
langrijk is de aanpak in zijn to
taliteit', zegt Van Slagmaat.
Nummer 13/5 juli 1993
In het eerste artikel van deze serie werd
de golfbeweging belicht, die in de loop
van de jaren te zien was tussen het tref
fen van maatregelen om overvallen te voor
komen en de zich steeds aanpassende over
valler. Fred Horbeek van de stafgroep Coör
dinatie Beveiliging Rabobankorganisatie
ging daar uitgebreid op in. Medewerkers van
de Rabobanken Montfort en Valkenswaard
kwamen in het tweede artikel aan het
woord. Ze ondervonden aan den lijve wat
het is om je in een levensbedreigende situ
atie te bevinden. In de derde aflevering ko
men de opvang van slachtoffers en de pre
ventieve weerbaarheidstraining aan de orde.
Geen op zich staande bezigheid Frans
van Slagmaat en Gerrie Klok houden zich
daar sinds een aantal jaren intensief mee
bezig. 'Ik heb er moeite mee', zegt Van Slag-
maat, 'om, in een tijd waarin bij onze ban
ken de overvallen toenemen, ons werk te
zien als een op zich staande bezigheid. Wat
wij doen en kunnen doen, hangt sterk sa
men met de maatregelen die worden geno
men om die stijging tegen te gaan. Die vraag
wordt ons als eerste gesteld als er een over
val heeft plaatsgevonden. En dat is logisch.
Ik ben zelfvan mening dat we in fysieke zin
haast moeten maken om de banken veiliger
te maken. Training haalt alleen iets uit als
de mensen ook weten dat er alles aan ge
daan is wat zinvol is.'
Actief hulpmodel Van Slagmaat: 'Van
uit de geschiedenis gezien zijn wij niet met
de training, maar met de opvang begonnen.
In enkele jaren was een aantal overval
slachtoffers ontstaan waarvoor geen syste
matische hulp was. We vroegen ons
af of dat niet moest veranderen. Ge
steund door de gegevens van een
onderzoek en door gegevens en
ideeën van buiten de organisatie
hebben we toen gekozen voor op
vang volgens het 'actieve hulpmo-
del'. We vonden datje niet moest af
wachten tot mensen om hulp kwa
men vragen, maar datje er zelf op af
moest gaan. Het blijkt in de praktijk
dat er maar zelden om hulp wordt ge
vraagd. Een slachtoffer zendt wel sig
nalen uit, maar die komen in negen
van de tien gevallen niet in het ge
zichtsveld van de BGD.'
Hulp van binnen 'Uithuilen en
bijkomen in je eigen omgeving, bij je
eigen mensen, blijkt in de praktijk be
ter te werken dan hulp van buiten',
vervolgt Van Slagmaat. 'Zo kwamen
we op het idee om de eigen regionale advi
seur Organisatie, Personeel en Opleidingen
(OPO) in te schakelen bij de eerste hulpver
lening. Naast het management, dat natuur
lijk een belangrijke rol heeft. Wij, ais BGD,
opereren in de tweede lijn en zijn er natuur
lijk ook als de personeelsfunctionaris ons
wil raadplegen. Er wordt vaker een beroep
op ons gedaan als het gaat om de gevolgen
van een herhalingsoverval. De angst is dan
minder gemakkelijk te verwerken dan bij de
eerste keer. Verder organiseren we eens in
het kwartaal een ontmoetingsdag voor de
slachtoffers.'
Gebruikelijke reacties Gerrie Klok:
'Bij de opvang maakt de OPO-adviseur ge
bruik van een vragenlijst, een eenvoudige
checklist, om te zien hoe het verwerkings
proces verloopt. Bij twijfel wordt ons advies
gevraagd. Wij kunnen uit onze ervaring ver-
In de preventieve training 'persoonlijke weerbaarheid
worden geweldsituaties nagebootst.
tellen wat zo de gebruikelijke reacties zijn.
Een overval is een traumatische gebeurte
nis. Het is heel gewoon datje er, in de eer
ste week nadat het is gebeurd, ontzettend
veel mee bezig bent. De één doet dat door
er veel over te praten, de ander is juist op
vallend stil en verwerkt het meer voor zich
zelf. Het komt ook veel voor dat mensen la-
bieler zijn, slecht slapen, huilbuien krijgen of
van tijd tot tijd vreselijk kwaad kunnen wor
den. Wat ze hebben meegemaakt gaat over
de grens van het normale heen. Dat moet
worden afgereageerd. Je ziet ook dat er in
het begin vaak weinig werk uit hun handen
komt en dat ze even weglopen wanneer het
ze teveel wordt. De praktijk wijst uit dat de
meeste mensen na ongeveer een halfjaar
weer zichzelf zijn.'
Zelden fysieke verwondingen Bank
overvallers komen altijd gewapend een bank
binnen, maar het ver
wonden of doden van
mensen is niet het
doel van hun komst.
Van Slagmaat: 'Doden
hebben wij in onze or
ganisatie gelukkig tot
nu toe niet meege
maakt. Mensen worden wel eens ruw beet
gepakt of ze krijgen een pistool op het hoofd
gericht, maar het gaat om het geld, niet om
het lichamelijk verwonden van mensen.
Denk niet dat ik daarmee een bankoverval
wil bagatelliseren, want er is wel degelijk
een levensbedreiging en er is wel degelijk
sprake van doodsangst. Maar het feit dat de
overvaller het meest gebaat is bij een suc
cesvolle, snelle overval is wel uitgangspunt
van onze weerbaarheidstraining.'
Persoonlijke weerbaarheid Klok: 'Bij
een juiste houding loopje het minste risico.
Bij de training 'persoonlijke weerbaarheid'
gaat het om vaardigheden die het risico van
een bankoverval, maar ook van agressie in
de bankhal verminderen. Want ook de agres
sie van ontevreden klanten komt vaker voor
dan vroeger. Bij de training bootsen we die
geweldsituaties na. Daarvoor is er ook een
acteur aanwezig. Bij een overval is het be
langrijk dat een baliemedewerker contact
kan maken met de overvaller, zodat hij weet
dat hij op medewerking kan rekenen. De
overvaller wil zo snel mogelijk weer weg.
Hoe rustiger het is tijdens een overval, hoe
minder risico de mensen lopen. Onze trai
ning is er verder op gericht om ook fysiek zo
rustig mogelijk te blijven. Makkelijker gezegd
dan gedaan, want de schrik is echt,
je hele lichaam verzet zich. Maar, zeg
gen wij op de training, probeer toch
rustig te blijven ademhalen, blijf goed
staan of zitten. Krimp niet in elkaar
waardoor jij je kleiner en de overval
ler zich groter voelt en doe wat er
wordt gevraagd.'
Kleine marge 'Door de schrik of
doordat de medewerker wordt ge
dwongen allerlei handelingen te ver
richten, is het niet altijd mogelijk de
overvaller goed te observeren', zegt
Klok. 'Toch is het voor de verwerking
achteraf belangrijk dat je, binnen de
kleine marge die er is, actief bezig
bent. We raden aan te proberen ieder
detail van het uiterlijk, van de spraak
en van de houding van de overvaller
in het geheugen te griffen. Achteraf
levert dat een gevoel op dat je niet
helemaal machteloos hebt toegekeken.'
Van Slagmaat brengt in dit verband de in-
terbancaire videobanden ter sprake die een
jaar of zes geleden werden samengesteld
voor management en medewerkers. 'De in
terviews zijn uit het leven gegrepen. Gerrie
en ik voorzien op de band de gesprekken
hier en daar van commentaar. Die banden
werden en worden nog steeds veel gebruikt.
De inhoud heeft nauwelijks aan waarde in
geboet. Het maakt de mensen ook vooral
duidelijk datje niet altijd afhankelijk hoeft te
zijn van deskundigen om het goed te doen.
Je ziet ook hoe de alarmknop werkt en hoe
de politie te werk gaat.' Klok: 'De videoband
is onderdeel van het opleidingspakket dat
ook duidelijk de bedoeling heeft de mede
werkers alert te maken, zodat ze zo nodig
het eigen management vragen hoe de zaken
ter plaatse zijn geregeld.'