Baron van Verschuer:
'Voortaan heb ik aan
één net pak genoeg'
Rabo
band
Mr. Otto baron van Verschuer gaat met pensioen. Zijn functie van
voorzitter van de Raad van Beheer van de Rabobankorganisatie
wordt overgenomen door Wim Meijer. 'Ik geloof niet dat ik moeite
heb met afscheid nemen', zegt Van Verschuer. 'Ik verheug me ont
zettend op de toekomst.'
Nummer 10/24 mei 1993
Van Verschuer (65) groeide op met de
bank. 'Ik heb een soortgelijk leven ge
leid als mijn vader. Zo zijn we alletwee
voorzitter van een plaatselijke bank en gede
puteerde geweest. Ik eindig mijn loopbaan als
voorzitter van de Rabobankorganisatie, mijn
vader was bestuurslid van de Centrale Raiffei-
senbank in Utrecht.
Van een eerste kennismaking met de
'bank' die ik nu ga verlaten was dus eigenlijk
geen sprake. Wel van een aantal momenten
waarop ik me van de relatie bewust was. Zo
herinner ik me de bezoeken van de kassier
van de Raiffeisenbank Deil en Beesd
's avonds op ons landgoed Mariënwaerdt in
Beesd. Hij kwam met mijn vader de moeilijke
gevallen bespreken. Zo'n bezoek was voor
m'n broertje en mij een bron van plezier, want
de kassier kon niet goed overweg met z'n auto
zodat het grint van de oprijlaan bij zijn vertrek
tegen de ramen spatte. Dan genoten we. Mijn
tweede ervaring was van zakelijke aard. Vroe
ger werd bij het verstrekken van een lening
een borg geëist. Mijn vader vond het zo ver
velend dat hij bepaalde mensen niet kon hel
pen, dat hij mij, toen ik meerderjarig was, borg
liet staan, ook al had ik geen rooie cent.' 'On
gelooflijk interessant. Een van de aan
trekkelijkste functies die je kunt hebben', zegt
Van Verschuer als hij het heeft over het voorzit
terschap van een plaatselijke bank. 'Ja, na
tuurlijk, dat moet dan wel een Rabobank zijn.
Je kunt daar iets doen voor de gemeenschap
waar je woont en werkt. Dat heeft een heel
eigen sfeer en betrokkenheid. In mijn tijd was
dat nog een combinatie van iets zakelijks en
iets charitatiefs. De sfeer is - terecht-verzake
lijkt, maar de betrokkenheid is gebleven'.
Gelooft Van Verschuer nog altijd in het co-
operatieve karakter van de Rabobankor
ganisatie? 'Zeker', zegt hij, 'ik vind de co-
operatieve formule een hele goede. Maar je
moet niet de fout maken het begrip coöperatie
als iets statisch te zien waaraan je je moet
conformeren. Het is de benaming voor een
maatschappelijke inbedding. De maatschap
pij verandert en dus moet de coöperatie zich
aanpassen. De coöperatie van morgen is een
andere dan die van gisteren, ledereen die hier
morgen werkt zal dan ook met die coöperatie
bezig moeten zijn. Niet als doel op zich, maar
als mogelijkheid om voor de maatschappij in
zakelijke en opbouwende zin iets goeds te
doen. Want een coöperatie is zakelijk maar
mensgericht.
Wat zijn voor Van Verschuer de kenmerken
van de Rabobankorganisatie? Na een paar
seconden somt hij op: 'Evenwichtig, betrok
ken, sterk, betrouwbaar, vooruitstrevend. In
De Caar
Van Verschuer: Bruggen slaan
Meijer: Fundamentele discussie
het verleden iets te veel in zichzelf gekeerd,
te weinig zelfverzekerd. Maar in toenemende
mate bezig met een open en eerlijke blik de
wereld in te kijken. Kijk naar het buitenland-
bedrijf. Een financiële organisatie met een
enorm aantal mogelijkheden om zowel grote
als kleinschalige activiteiten te ontwikkelen
ten behoeve van ondernemer en particulier.'
Als meest opvallende ontwikkeling in de
afgelopen tien jaar ziet de aftredende voorzit
ter van de Raad van Beheer de toename van
de professionaliteit. 'Een groei die ook
noodzakelijk was', aldus Van Verschuer, 'want
ook het werk en de verhoudingen werden in
hoog tempo gecompliceerder. Bij alles hoort
het begrip evenwicht en dat brengt me bij de
Caar, de Centrale Adviesraad Arbeidsaangele-
genheden Rabobankorganisatie. De voorzitter
van de Raad van Beheer leidt de vergaderin
gen van dit adviesorgaan, waarin werkgevers
en werknemers uit alle delen van onze inge
wikkelde organisatie praten over het sociaal
beleid. Toen ik kwam, was de discussie over
de zin van de Caar volop in gang. Een advies
orgaan zonder wettelijke grondslag zou het
naar de mening van de twijfelaars niet halen.
Het is een van mijn voldoeningen nu vast te
stellen dat ze ongelijk hebben gehad. Mede
dankzij de hoge kwaliteit van de medespelers
is de Caar een overlegorgaan geworden dat
zeer goed past in de Rabobankstructuur. Ik
heb steeds geprobeerd aangelegenheden
met arbeidsrechtelijke en sociale consequen
ties daar aan de orde gesteld te krijgen. Als
onafhankelijk voorzitter kon ik proberen om tot
compromissen te komen en om bruggen te
slaan tussen alle partijen. Dat was wel eens
op het scherpst van de snede, maar ik heb
van dat werk erg genoten. Mede door de be
reidheid die ik daar vond om tot elkaar te ko
men. Die mentaliteit, dat zoeken naar even
wicht is kenmerkend voor onze organisatie.'
Heeft de Rabobankmedewerker dan toch
een speciaal imago? Van Verschuer: 'Of die
er overal is? Daar heb ik niet zo'n oordeel
over. Wei weet ik dat gestreefd moet worden
naar dat speciale imago, die houding die bij de
Rabobankorganisatie past van betrokkenheid
en betrouwbaarheid zonder betutteling. Daar
om kan er niet genoeg worden gestoken in de
opleidingen van onze medewerkers'. Nog is
Van Verschuer bezig met het werk voor de
Rabobankorganisatie. 'Ik heb diverse functies
gehad,' zegt hij, 'maar het mooiste van het
werken bij de Rabobank is wel, dat het alle
maal aardige mensen zijn. Die coöperatieve
mentaliteit brengt ze bij elkaar. Het zijn geen
scherpslijpers.'
Zal het afscheid hem moeite kosten?
'Nee, dat geloof ik niet', zegt Van Verschuer
nadenkend. 'Ik heb altijd geprobeerd mijn le
ven in periodes van tien jaar te verdelen. Dan
moet er een ander komen met nieuwe, frisse
ideeën. Dat is goed voor de organisatie en
De coöperatie
Meijer: We moeten ons steeds vernieuwen
Van Verschuer: De coöperatie van morgen
is een andere dan die van vandaag
voor mij ook. Eerlijk gezegd verheug ik me
ontzettend op de tijd die komt. Na mijn vaders
dood in 1952 heb ik het beheer van het land
goed in Beesd gekregen. Een van mijn zoons
is daar boer en ik ga hem helpen bij zijn werk.
's Winters wil ik me bezig gaan houden met
het familie-archief dat vanaf 1730 op zolder
is opgestapeld. En verder: Al die boeken le
zen die ik in de afgelopen jaren heb gekocht
en meer tijd geven aan sociale contacten. Ik
denk bij mijn toekomst aan dat prachtige ver
haal van de ark. Zolang het slecht weer is
werk ik binnen. Komt de duif met een groene
tak in z'n bek aanvliegen, dan trek ik mijn
boerenkiel aan.Met voldoening stelt Van Ver
schuer vast: 'Ik heb voortaan nog maar één
net pak nodig. Om naar de Koningin te gaan,
want tot mijn zeventigste ben ik kamerheer.
Dat houdt in dat ik haar van tijd tot tijd mag
begeleiden.'