Meijer: 'Verantwoordelijk voor elkaar. Dat spreekt me zeer aan.' Rabo band Heden, verleden en toekomst zijn de basis voor de gesprekken met de komende en de gaande voorzitter van de Raad van Beheer. Ze beantwoordden dezelfde vragen. Hun antwoorden zijn soms heel persoonlijk maar komen hier en daar inhoudelijk verrassend over een. Nummer 10/24 mei 1993 Wim Meijer (53) komt uit een familie van agrariërs, is gehuwd, heeft een echtgenote die werkt als journalis te en twee uitwonende kinderen. Zijn eerste kennismaking met de Rabobank vond plaats toen hij staatssecretaris van Cultuur, Recre atie en Maatschappelijk werk was. Meijer: 'Ik had de zorg voor het natuurbehoud en bij mijn besprekingen van allerhande problemen in het land, viel me op dat de Rabobank daar aan de zijde van de landbouwers altijd op de een of andere manier aanwezig was. En later als commissaris van de Koningin in Drenthe constateerde ik opnieuw dat de Rabobank zo wel op lokaal als op provinciaal niveau een wezenlijk element is, dat je niet alleen te genkomt als het om bancaire zaken gaat. De inzet is veel breder. Ik zag een sterke betrok kenheid met de eigen omgeving. Verder ben ik jarenlang lid geweest van de Raad van Commissarissen van Van Lanschot Bankiers. Ook op die plaats kwam ik de Rabobankorga- nisatie als één van de twee grote aandeel houders regelmatig tegen. Wat ik zo kenmer kend voor de Rabobankorganisatie vind, is de wederkerigheid in de relatie, het nemen van verantwoordelijkheid voor elkaar. Dat spreekt me zeer aan. Ik vind in mijn nieuwe functie zo ook een aansluiting bij mijn beroepsverleden. Voor ik in 1973 lid van de Tweede Kamer werd, zat ik tien jaar in het sociaal werk. Daar word je die verantwoordelijkheid voor elkaar natuurlijk met de paplepel ingegeven. En on- Kenmerken van de organisatie Meijer: Verantwoordelijk voor elkaar Van Verschuer: Maatschappelijk, betrok ken, sterk, vooruitstrevend danks het feit dat de omstandigheden waar onder we nu leven drastisch anders zijn dan zo'n honderd jaar geleden toen de coöpera tie gestalte kreeg, blijft het principe ook in 1993 overeind. De afhankelijkheid van men sen heeft plaatsgemaakt voor grotere ont plooiingsmogelijkheden van individuen. Er is meer vrijheid en keus. Maar de noodzaak om met elkaar op basis van gemeenschappelijke verantwoordelijkheid zaken te doen, blijft. Ie dere tijd kent zijn eigen uitdagingen, proble men en eisen en creëert eigen mogelijkheden. Vanuit dat gezichtspunt is een organisatie als deze niet tijdgebonden. Daarbij moeten we de klassieke vorm en het klassieke principe niet met elkaar verwarren. Het principe waarop de coöperatie is gestoeld is nu even actueel als vroeger. De vorm waarin het is gestoken en de instrumenten waarmee moet worden ge werkt vraagt drastische aanpassing. We zul len ons steeds moeten vernieuwen. Dat bete de bankwereld in de afgelopen jaren van schaalvergroting, automatisering, bankcon- centraties en scherpe onderlinge con currentie hebben een enorm ingrijpend pro ces op gang gebracht dat nog lang niet is af gelopen. Maar de contouren van de toe komst zijn zichtbaar,' aldus Meijer. 'We gaan, zoals Wijffels eens scherp heeft geschetst, naar een omslag in de manier waarop de bank zich in de samenleving opstelt. Een toe komst waarin deze organisatie zich nog meer zal oriënteren op de omgeving, de cliënten, de leden. Op hun behoeften en wensen. Dat betekent toch weer een wat andere bank. Maar wel een interessante met minder routi nematig werk en nog meer op zoek naar nieu we mogelijkheden in de markt, die voor de kent dat we met elkaar toe moeten naar de vorm die het beste past in deze tijd. Ik denk dat de Rabobankorganisatie zich bijvoorbeeld heel terecht op het internationale pad heeft begeven door vestigingen in het buitenland te openen en strategische allianties aan te gaan met gelijkwaardige buitenlandse partners. Dat is een structuur waarover je in deze tijd moet beschikken, als veel van je cliënten daar zakelijk het grootste belang bij hebben.' Kijkend naar de structuur van de organisatie en de verhouding tussen Rabobank Neder land en de plaatselijke banken zegt Meijer: 'Ik ben een geboren decentralist met een sterk geloof in de kracht van de eigen mogelijkhe den op het niveau dat het dichtst bij de bur ger ligt. Maar dat neemt niet weg dat het heel praktisch kan zijn om activiteiten die niet met de kern te maken hebben te centraliseren. De toekomst Van Verschuer: Bij alles hoort het begrip evenwicht Meijer: De contouren van een nieuwe, in teressante bank tekenen zich af Een actueel voorbeeld: bij de centrale ver werking van ola's en oio's wordt het wezen van een plaatselijke bank niet aangetast. Maar de hoofdmoot, de verbondenheid met leden, klanten en eigen omgeving kan het beste plaatsvinden in de directe omgeving of zonodig op regionaal niveau. Kortom, je zult in deze organisatie steeds je positie moeten kiezen, je zult bij de tijd moeten blijven. Ook als de veranderingen elkaar in een steeds ho ger tempo opvolgen, moetje dat tempo bij houden. De revolutionaire ontwikkelingen in Rabobankorganisatie overigens nooit los ge zien zullen worden van de authentieke doel stellingen. Natuurlijk hebben de veranderin gen in de bankwereld consequenties voor de medewerkers. Dat maakt het werk van de Caar nu echt van eminent belang. In een tijd waarin zoveel gebeurt, zijn we op alle niveaus meer dan ooit van elkaar afhankelijk. Door dit soort processen kun je alleen goed heenko men als je voortdurend met elkaar van ge dachten kunt wisselen, elkaar kunt informe ren en adviseren. De gesprekken die ik tot nu toe in Caarverband heb meegemaakt, waren buitengewoon fundamenteel.' Voor Meijer houdt het aanvaarden van een nieuwe functie automatisch ook een af scheid in. Viel hem dat moeilijk? 'Dat af scheid ligt al weer even achter me. Ik heb vo rig jaar mijn functie van commissaris van de Koningin in Drenthe al neergelegd. Een heel dierbare functie. De keus voor het werk dat ik nu ga doen was zeker geen gemakkelijke. Bij de afwegingen heb ik, naast de boeiende uitdaging in de Rabobankorganisatie, voor mezelf sterk de vraag laten meewegen in hoeverre ik nog in beweging was. Als ik blijf, dacht ik, kies ik voor het vaste, het zekere. Wil ik in beweging blijven, dan moet ik de uitdaging aangaan. Risico's nemen. En mijn conclusie was: Doen. Een toekomst bestaat niet uit zekerheden. Ik geloof heel sterk in het gegeven dat je je persoonlijke ontwikke ling en groei in ieder stadium moet bevech ten. Ik ben heel gemotiveerd om die uitda ging aan te gaan. Maar geen misverstand, als het verzoek niet was gekomen, was ik een buitengewoon tevreden bestuurder in Drenthe gebleven.'

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1993 | | pagina 6