Geachte redactie: Edab band In de rubriek 'De vier rond de tafel', die werd gepubliceerd in Raboband nummer 7 van 13 april, was een weergave opgenomen van een gesprek dat vier medewerkers van plaatselijke banken hadden over de Efficiency Drive Aangesloten Banken (Edab). Een baliemedewerkster, een hoofd Bedrijfsvoering, een hoofd Kantoren en relatiebeheer Particulieren en een voorzitter van een OR spra ken over hun ervaringen met Edab. Het artikel was voor de OR van de Rabobank Hoorn aanleiding voor een reactie. Nummer 10/24 mei 1993 Middels deze brief willen wij uiting geven aan het gevoel van ongenoegen dat ons be kroop bij het kennisnemen van het artikel 'Je wordt zelf haast een beetje Edab!' in Ra boband nummer 7 van 13 april. Dit artikel beschrijft vooral de proces matige en theoretische kant van Edab. Ook onze bank zit midden in het Edab-tra- ject. Bij ons is iedereen het van laag tot hoog over eens dat Edab een zéér ingrijpend reorganisatieproces is. ledereen binnen de bank krijgt namelijk met de gevolgen van Edab te maken. Dat is niet alleen onze me ning, maar dit geluid hoor je ook bij de reeds 'ge-Edabte' banken c.q. Edab-proefbanken. Het beeld dat in dit artikel opgeroepen wordt strookt niet met de belevingservaring van medewerk(st)ers bij de aangesloten banken. Als het Edab-team binnen de bank ver schijnt, valt er weinig onzekerheid onder het personeel te bespeuren. 'Er ligt toch een Sociaal Plan? Er vallen toch geen gedwon gen ontslagen?' Als de interviews beginnen, neemt de onzekerheid toe. Zij die wel geïn terviewd worden denken: 'Waarom ik?' en de niet geïnterviewde denkt 'Waarom ik niet?' Het tijd schrijven wordt veelal als een controlemiddel gevoeld of er wel hard ge noeg wordt gewerkt. Als gaandeweg de on derzoeksfase de 'schade' duidelijk wordt, neemt de onzekerheid verder toe. Het aan tal te besparen formatieplaatsen stijgt van 10 naar 15 naar 20 procent. Als het eind resultaat aan het personeel kenbaar wordt gemaakt is het voor iedereen toch wel even slikken. Niet iedereen durft dan meteen vra gen te stellen. Sommigen klappen zelfs he lemaal dicht. Van het ene op het andere mo ment is één op de vijf medewerk(st)ers fei telijk overbodig geworden. Veel vragen komen naar boven: 'Hoe kunnen ze nou zeggen dat we 20 procent te veel personeel hebben. Hebben ze wel eens gekeken hoe druk het op vrijdagmiddag in de bankhal is? Kan ik nou gedwongen worden om bij een andere Rabobank te gaan wer ken? Moet ik nu ineens bij de afdeling Ver zekeringen gaan werken terwijl ik al 20 jaar op de financiële administratie werk? Kun nen ze me nu gaan dwingen om te studeren, nu ik daar echt geen tijd voor heb? Het kan toor waar ik werk, wordt dat nu ineens ge sloten, dat kan toch zo maar niet?' Tientallen van dit soort vragen komen bij de medewerk(st)ers bovendrijven. Heel be langrijk voor Directie en OR is dan wanneer en vooral hoe breng je de boodschap. Je loopt namelijk heel snel het risico dat een mededeling verkeerd wordt geïnterpreteerd, of dat een verhaal eigen leven gaat leiden. De OR kan een belangrijke rol spelen als het gaat om de verstrekking van informatie naar het personeel. Is er geen OR, dan hangt alles af van de tact en kwaliteit van de bestuurder. Een aantal medewerk(st)ers wordt uit de bezetting gehaald en in de verbredingsgroep geplaatst. Dit zijn over het algemeen die mensen die wel enige potentie hebben en die door het volgen van opleidingen en het uitvoeren van speciale opdrachten kunnen doorstromen naar andere functies binnen of buiten de bank. Hoe deze selectie ook uit pakt, hoe duidelijk de boodschap ook is: Er ontstaan toch onwillekeurig eigen gedach- tenspinsels. Degene die in de verbredings groep komt, denkt dat zijn uitverkiezing te danken is aan het niet functioneren in de oude functie. De ander die niet in de ver bredingsgroep zit, denkt dat zijn carrière mogelijkheden voor de komende jaren ver keken zijn. En zo zijn er voortdurend fases in het Edab-traject, waarvan het succes valt of staat met een goede, heldere voorlichting. Het implementeren van Edab betekent ook het op een andere manier handelen en denken. Over het algemeen kun je zeggen dat er minder lief, maar vooral zakelijker ge opereerd moet gaan worden. Concreet be tekent dit dat er minder vrijblijvend en meer afzetverantwoordelijk gehandeld moet gaan worden. Een cliënt uit het standaardseg ment dient binnen 45 seconden weer de bank uit te zijn. Voor 'social talk' richting de cliënt is feitelijk geen ruimte meer en dat be seft niet iedere medewerker direct. Kortom zo 'n omslag verloopt niet zonder schokken of stoten. Anders gezegd: Dit roept haast automatisch een 'natuurlijke weerstand' op. Het bovenstaande geeft aan dat er heel veel van bestuurder en OR verwacht wordt, terwijl zij daar feitelijk in het kader van Edab nauwelijks op zijn voorbereid. Het reeds ge memoreerde artikel in de Raboband was wat ons betreft dan ook een beetje teveel doorspekt van enthousiasme. Nee, Edab is vooral mensenwerk en dat betekent dat di rectie en manager zeer zorgvuldig te werk dienen te gaan. Daarnaast zijn nog de volgende opmer kingen omtrent het Edab te maken: Taak ondernemingsraad In het hele Edab-traject is er voor de Ondernemingsraad een gewichtige en belangrijke rol weggelegd. Zo dient zij op twee momenten advies uit te brengen aan de bestuurder en bij bepaalde besparingsvoorstellen (bijvoorbeeld de slui ting van een bijkantoor) heeft de OR zelfs in stemmingsrecht op basis van artikel 27.1 van de Wet op de Ondernemingsraden. Een OR moet echter 'stevig in zijn schoenen staanen initiatieven durven nemen. De OR wordt namelijk door Rabobank Nederland of de regiokantoren niet over Edab geïnfor meerd, zodat de informatie vaak volledig ver kregen moet worden van de directie of even tueel van de vakbonden. Over het algemeen kun je zeggen dat de informatieverstrekking aan personeelsvertegenwoordigingen een groot manco is in het hele Edab-traject. Daarbij komt nog dat medezeggenschap bin nen de organisatie in de kinderschoenen staat. Ruim 30 procent van de Rabobanken heeft nog geen OR. Dan hebben we het nog niet eens over die banken waar de OR (nog) niet functioneert, pas is opgericht of aan die banken waar de directie 'nog niet toe is aan medezeggenschap Het Sociaal Plan Edab is door de Rabo- bankorganisatie aangemerkt als een re organisatie. Dit betekent dat het Sociaal Plan van toepassing is op Edab. Op grond van de Richtlijn Sociaal Plan vallen er geen gedwongen ontslagen, maar worden er naast een aantal rechten ook heel duidelijk plichten aan de medewerk(st)ers wiens func tie vervalt gesteld! Dit is voor de meeste medewerk(st)ers wel even wennen, zeker als je nagaat dat binnen 'Raboland' altijd al les mogelijk was. Immers, verviel je functie, dan werd er altijd wel weer een nieuwe voor je gecreëerd. De duur van Edab overlapt ove rigens de geldigheidsduur van het Sociaal Plan. Dit is één van de punten die een On dernemingsraad in haar advies dient recht te trekken. Spanningsveld Bij de start van Edab werd uitgegaan van een besparing van zo 'n 10 procent (2.500 tot 3.000 formatieplaat sen). Dit alles zou via natuurlijk verloop kun nen worden opgevangen Op grond van re cente cijfers mag echter de veronderstelling worden uitgesproken, dat het aantal ar beidsplaatsen dat ten gevolge van Edab komt te vervallen wel eens aanmerkelijk bo ven de 3.000 formatieplaatsen kan uitko men. De bankwereld zal, na jaren van groei, de komende jaren te maken krijgen met een duidelijk proces van inkrimping. Ook de ABN Amro, ING Bank en andere financiële instel lingen zijn druk bezig te besparen op ar beidsplaatsen. Ten gevolge van het achter blijven van natuurlijk verloop is het aanne melijk dat er een grote spanning gaat ont staan tussen de theoretische (noodzakelij ke) besparing en de praktisch te realiseren besparing met inachtneming van de Richtlijn Sociaal Plan. Edab dient borg te staan voor de helft van de totale eenachtste kostenreductie binnen de organisatie. Deze kostenreductie dient op korte termijn absoluut gehaald te worden om onze concurrentiepositie niet in gevaar te laten komen. Dan laten we nog de uitspraak van Rabotopman Wijffels even bui ten beschouwing die het Edab-traject ver sneld wil doorvoeren, hetgeen nog eens een extra druk op de ketel zal leggen. Het zou dus wel eens kunnen dat we hier tegen een fors probleem aanlopen Namens de Ondernemingsraad Rabobank Hoorn BA, J. van Duimen, voorzitter A. Helling, secretaris (lid Caar) Een reactie op deze brief is opgenomen op pagina 4.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1993 | | pagina 5