12 n k Opin O n «J rzoek a_ 99 - - - - Sociale ontwikkelingen en trends 1992 Kerngegevens (bedragen in miljoenen guldens) 1992 1991 Balanstotaal 232.699 217.051 Reserves (na winstbestemming) 14.006 12.970 Kredietverlening private sector 147.254 137.729 Toevertrouwde middelen 129.327 126.042 Opgenomen gelden 33.643 24.086 Baten 7.059 6.568 - interest 5.666 5.205 - provisie 900 822 - andere baten 493 541 Lasten 4.754 4.386 - salarissen, pensioenen- en sociale lasten 3.032 2.782 - andere lasten 1.315 1.196 - afschrijving vaste activa 407 408 Bruto resultaat 2.305 2.182 Toevoeging voorziening algemene bedrijfsrisico's 720 670 Belastingen 560 496 Netto resultaat 1.020 1.012 Het Rabobank Opinie Onderzoek (R00) is een schriftelijke enquête. De uitkomsten geven een beschrij ving van de manier waarop mede werkers diverse aspecten van hun werk, hun werksituatie en werkom standigheden beleven. In de periode mei-juni 1992 is voor de tweede keer het onderzoek op or ganisatieniveau gehouden. Dit twee jaarlijkse onderzoek vindt plaats door middel van een steekproef on der de medewerkers van de plaatse lijke banken en Rabobank Neder land. Het onderzoek is opgebouwd rond de thema's van het perso neelsontwikkelingsbeleid. In de tabel zijn de belangrijkste uit komsten weergeven van de onder zoeken van 1990 en 1992. Voor de rapportage zijn de antwoor den omgerekend naar rapportcijfers. In 1992 zijn enkele nieuwe vragen in de enquête opgenomen. Bij deze on derdelen staan over 1990 geen cij fers. De verschillen tussen de uit komsten van 1990 en 1992 zijn in de meeste gevallen klein. Er zijn dus in de beleving van de medewerkers weinig veranderingen opgetreden. Uit de tabel is af te lezen dat bij de plaatselijke banken bij het meren deel van de onderdelen wat hoger scoren dan Rabobank Nederland. De uitzonderingen zijn de onderdelen 'functie-inhoud', 'arbeidsomstandig heden' en 'arbeidsvoorwaarden'. Voor de interpretatie van de uitkom sten is het goed te bedenken dat het hier gaat om belevingsgegevens: de wijze waarop de medewerkers een bepaalde situatie beleven. Veel thema's met een lage score geven aanleiding tot het ondernemen van acties. Maar hiervoor moeten eerst twee vragen beantwoord worden: Hoe belangrijk is het onderdeel voor het goed functioneren van de een heid en wat is de hoogte van score in relatie tot de aard van het thema? Bij veel onderdelen is een voldoende score een voorwaarde voor goed functioneren, bijvoorbeeld bij de be leving van de functie-inhoud. Bij een ander onderdeel, bijvoorbeeld 'ar beidsvoorwaarden', is een wat lage re score niet direct hinderlijk voor goed functioneren. Bij het onderdeel 'mobiliteit' was het niet mogelijk om de antwoorden in rapportcijfers weer te geven. De kan sen om van functie te veranderen worden door de medewerkers nu la ger ingeschat dan twee jaar geleden. Ook de vraag naar het belangrijkste motief om van functie te veranderen is verschoven. Zowel bij medewer kers van plaatselijke banken als van Rabobank Nederland wordt het mo tief 'nieuwe vaardigheden leren of vaardigheden verbeteren' belangrij ker. Deze verschuivingen kunnen wij zen op een verandering bij het kijken naar een volgende functie: minder aandacht voor een loopbaanstap ho ger op en meer aandacht voor stap op dezelfde hoogte. Het onderzoek zal in 1994 opnieuw op organisatie niveau worden uitgevoerd. Daar naast wordt dit onderzoek op aan Aantallen 1992 1991 Plaatselijke banken 744 789 Vestigingen - kantoren 2.056 2.101 - zittingen 980 1.004 Geldautomaten 1.445 1.291 Buitenlandse vestigingen 50 46 Leden (x 1.000) 700 730 Mederwerkers 39.510 39.050 Spaarrekeningen (x 1.000) 7.770 8.175 Betaalrekeningen (x 1.000) 4.100 4.125 Rekening-courant (x 1.000) 520 515 Leningen (x 1.000) 1.360 1.235 vraag ook op lokaal niveau gehou den. Iedere plaatselijke bank of een heid binnen Rabobank Nederland kan naast de standaard vragen ook een aantal vragen toevoegen, die zijn toegespitst op de eigen situatie. Plaatselijke banken Rabobank Nederland Rapportcijfer Rapportcijfer 1990 1992 1990 1992 Arbeidsproduktiviteit Doelmatigheid en efficiency van de afdeling 6,3 6,2 5,8 6 Kwaliteit van de afdeling 7,3 7,1 6,9 7 Functie-inhoud 7 6,9 7 7,2 Arbeidsomstandigheden 6,3 6,6 Werkdruk 7,2 7 Flexibiliteit Ontwikkelingsmogelijkheden 5,9 6,2 5 5,4 Mobiliteit Betrokkenheid Betrokkenheid bij de coöperatie 7,1 7 Arbeidsvoorwaarden 6,5 6,5 6,7 7,1 Concurrentiepositie Rabobank 6,5 6,3 6,1 6,2 Management: kwaliteit en stijl Openheid management 6,3 6,4 5,8 5,9 Rechtvaardigheid 6,4 6,1 Management: communicatie en informatie 6,2 6,1 5,5 5,6 Kwaliteit manager 6,4 6,4 6,1 6,2 Taakafspraken en beoordeling 6,4 6,4

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1993 | | pagina 12