'V ÜJ Opinie-onder zoek wijst op belang samenwerking manager en medewerker Rabo band Vorig jaar werd het Rabobank Opi nie Onderzoek voor de tweede keer landelijk gehouden. 'De uitkomsten zijn indicatoren voor cultuur en klimaat binnen de Rabobankorganisatie', aldus pro jectleider van het onderzoek drs. Albert Feddes. 'Ze vormen één van de basiselementen voor het lokale personeelsbeleid.' Maar de uitkomsten zijn ook van belang voor de medewerkers. 'Het schort aan een goede communicatie tus sen manager en medewerker. Dat is tweerichtingsverkeer.' Opvallende uitkomsten Rabobank Opinie Onderzoek 1.600 Deelnemers Nummer 3/8 februari 1993 ergeleken met het eerste onder zoek in 1990 zijn er nog geen door de medewerkers duidelijk er varen verbeteringen waar te nemen', con stateert Feddes in de algemene rapportage van het Rabobank Opinie Onderzoek 1992. Feddes werkt bij Personeelsontwikkeling, onderdeel van de Centrale Dienst Perso neel, en houdt zich nu vier jaar bezig met het tweejaarlijkse onderzoek. 'Door de uitkom sten te combineren, blijkt dat vooral de waardering voor kwaliteit en stijl van lei dinggeven nog niet is verbeterd.' Rapportcijfers De Centrale Dienst Per soneel is de opdrachtgever van het opinie onderzoek. Het onderzoek is een schriftelij ke enquête over de beleving van het werk, de werksituatie en de werkomstandigheden door medewerkers van Rabobank Nederland en de plaatselijke banken. Per vraag of stel lingwaren er vijf antwoordmogelijkheden. Bij vragen over de werkdruk bijvoorbeeld va rieerden die van zeer tevreden tot en met zeer ontevreden. Voor de rapportage van het onderzoek rekende Feddes de meningen van de ondervraagden om naar rapportcij fers. Zo komt het rapportcijfer 7,5 overeen met de waardering 'tevreden' en wordt 'niet tevreden, niet ontevreden' het cijfer 5. Fed des: 'Een 5 vind ik neerkomen op een zwak ke waardering. Alle scores onder 6,25 zou den als waarschuwing moeten worden op gevat.' Ontwikkelingsmogelijkheden Ontwik kelingsmogelijkheden scoorde zowel in 1992 als in 1990 het laagst van alle the ma's. 'Dat kwam met name door de ant woorden op de vraag over de begeleiding van de loopbaanontwikkeling', zegt Feddes. 'Verder is de tevredenheid over opleidingen voor toekomstige functies laag. Dat heeft, net als begeleiding loopbaanontwikkeling, met het toekomstperspectief te maken. De waardering daarvoor is dus laag. Uit de ant woorden op de vragen over de kansen op een andere functie blijkt, dat men die lager inschat dan twee jaar geleden.' Ook laag Twee andere thema's met een lage waardering waren doelmatigheid en efficiency van de afdeling en de commu nicatie en de informatie door het ma nagement. Volgens Feddes ligt dat voor de hand. Ontwikkelingsmogelijk heden en vooral doelmatigheid en ef ficiency van de afdeling hebben alles te maken met communicatie en infor matie door het management. Positief Thema's die er twee jaar geleden positief uitsprongen, doen dat nu ook. Feddes kijkt daar voor naar de rapportcijfers 7 en ho ger. Zo voelen de deelnemers zich be trokken bij de coöperatie en zijn ze te vreden over de kwaliteit van de afdeling en de functie-inhoud. Ook het thema opleidin gen voor de huidige functie scoort redelijk. Feddes: 'De waardering voorde werksituatie nu is dus hoger dan die voor de toekomst.' De werkdruk kreeg gemiddeld een 7. 'Dat was opvallend', vindt Feddes. 'En dat on danks reorganisaties en bezuiningen.' Verschillen Feddes signaleert ook ver schillen tussen de deelnemers. Zo is het oordeel van leiddinggevenden en part-timers in het algemeen positiever dan het gemid delde. Daarnaast zijn er ook verschillen tus sen andere groepen. De gemiddelde waar deringvan de medewerkers van plaatselijke banken is hoger dan die van Rabobank Ne derland. 'Dat geldt ook voor de laag scoren de thema's ontwikkelingsmogelijkheden en communicatie en informatie door het ma nagement.' Daarentegen waren de plaatse lijke banken minder tevreden over functie- inhoud en arbeidsomstandigheden en -voor waarden. Uit commentaren blijkt dat een Hoogste waardering Laagste waardering Werkdruk Ontwikkelingsmogelijkheden Kwaliteit van de Doelmatigheid en efficiency afdeling van de afdeling Functie-inhoud Communicatie en informatie door management derzoek. Het rapport is in eerste instantie bestemd voor het management. 'Maar iedereen kan bij de eigen manager naar het rapport vragen. Het is niet vertrouwelijk en er staan geen individuele gegevens in. Daar naast hebben wij op de afdeling nog een beperkt aantal exemplaren. Een brede bekendheid van de rapportage is de enige manier waarop het onderzoek zijn functie kan vervullen.' Steekproef Het vragenformulier werd aan zo'n 1.600 personen verzonden: ruim 300 medewerkers van plaatselijke banken en bijna 1.300 medewerkers van Rabobank Nederland, verdeeld over vier onderdelen. Daardoor zijn de uitkomsten van de vijf groe pen vergelijkbaar. Feddes: 'Bij een repre sentatief onderzoek moet de steekproef een afspiegeling zijn van de totale populatie. Zo hebben we er onder andere op gelet dat elke functiegroep, gezien de mate waarin ze in de organisatie voorkomt, evenwichtig was ver tegenwoordigd.' De uitkomsten kennen een onzekerheidsmarge, die met de grootte van de steekproef samenhangt. 'Bij dit opinie onderzoek is die maximaal 7,5 procent', legt Feddes uit. 'Als we in de steekproef het cijfer 6 vinden, kunnen we met grote zekerheid stellen dat de waardering van alle Rabobank- medewerkers tussen 5,6 en 6,4 ligt.' Respons Bijna 60 procent van de deel nemers aan het onderzoek stuurde de vra genlijst terug. Procentueel vulden meer medewerkers van plaatselijke banken het onderzoek in dan die van Rabobank Neder land. De verklaring van Feddes: 'De respons van mensen die bij kleinere organisatori sche onderdelen werken is hoger dan het gemiddelde. Dat geldt meestal ook voor medewerkers met een hogere opleiding. Ik denk dat hun betrokkenheid groter is.' CDP en de uitkomsten Wat doet de Centrale Dienst Personeel met de uitkom sten? Feddes: 'Die kunnen we analyseren en kijken naar hoe het staat met de imple mentatie van het personeelsontwik kelingsbeleid. We weten ook waar we accenten op moeten gaan leg gen. Dat kan resulteren in aanbeve lingen richting Floofddirectie. Ook kunnen we het onderzoek uitsplit sen. Dat hebben we bijvoorbeeld ge daan voor twee onderdelen van IRabobank Nederland. Wel moetje daarbij bedenken dat het een alge- meen macro-onderzoek is. Voor groot aantal vrouwelijke respondenten niet tevreden is over de mogelijkheden om part time te werken. Vooral voor manager 'De uitkomsten van het onderzoek zijn indicatoren voor kli maat en cultuur', vindt Feddes. 'Samen met de Personele Kerngegevens, zoals oplei dingsniveau en gemiddelde leeftijd van de medewerker, zijn de gegevens van belang voor de manager bij de uitwerking van het personeelsontwikkelingsbeleid voor de eigen situatie.' De rapportage van het Rabobank Opinie Onderzoek is gestuurd aan alle 1.250 managers binnen de Rabobank organisatie en de deelnemers aan het on- |specfieke informatie over de eigen s situatie hebben we een lokale va riant van het opinie-onderzoek.' 'De uitkomsten van het tweede Rabo bank Opinie Onderzoek bevestigen die van de eerste keer', zegt Feddes. 'Daarvan mer ken wij de gevolgen. Diverse overlegorganen binnen de organisatie hebben om een na dere toelichting gevraagd. Met de uitkom sten wordt dus meer rekening gehouden. Maar uiteindelijk moeten die leiden tot ver anderingen bij de manager zelf.' telefoon (040) 346735

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1993 | | pagina 5