Kadernota Loopbaanbeleid: Loopbaan niet langer vaste route op kaart I Rabo band Uitstippelen van je loopbaan is niet langer een eenvoudig karwei. De ontwikkelingen en veranderingen in functies gaan razendsnel. Ook in de Rabobankorganisatie worden mensen geconfronteerd met veranderingen die van invloed zijn op hun carrière. Voor de een verdwijnt de functie door een reorganisatie, een ander ziet dat de hogere positie, die hij zo graag wil, niet langer bestaat of reeds is bezet. Wie vooruit wil, zal goed om zich heen moeten kijken wel ke veranderingen plaatsvinden. De Kadernota Loopbaanbeleid is een samenhangende visie op de aanpak van loopbaanproblemen in de personele organisatie. Een gesprek met de schrijver. Nummer 3/8 februari 1993 n deze turbulente tijden zullen er steeds weer verschillen rijzen tussen de beschikbare en de gewenste per sonele bezetting. Zowel wat betreft kwaliteit als kwantiteit. Een samenhangende visie op in-, door- en uitstroom geeft de Rabobank houvast bij het zoeken naar oplossingen', zegt drs. Jo Thijssen, van Sociaal Beleid en Onderzoek van de Centrale Dienst Perso neel. Hij heeft de Kadernota Loopbaanbe leid geschreven en geeft in dit artikel een toelichting op een aantal centrale thema's. Verschillen tussen vraag en aanbod op de in terne arbeidsmarkt vormen het uitgangs punt voor deze nota. In de Kadernota Loop baanbeleid wordt ingegaan op vraagstukken die samenhangen met loopbaanontwikke ling. Zo wordt aangegeven langs welke wegen de loopbaanontwikkeling in de Rabobankorganisatie gestalte zal krijgen en wat daarvan de consequenties zijn. Afwachten 'Hoe je loopbaan zich zal ontwikkelen is afhankelijk van zoveel uiteenlopende factoren, dat er zeker op de langere termijn nauwelijks iets over valt te zeggen. Één ding staat echter vast: braaf afwachten is het slechtste watje kunt doen', aldus Thijssen. In de nota staat dat manager en medewerker alert zullen moeten reageren als aan een bepaalde functie andere eisen wor den gesteld, of als de werkzaamheden gewoon gaan verdwijnen. 'Het is zaak dat beiden inzicht hebben in de moge lijkheden en beperkingen voor de me dewerker om elders in de organisatie onderdak te vinden. Hiervoor is het trou wens heel belangrijk dat er een goede weergave komt van het loopbaanverleden van iedere medewerker. Daar is het nu in veel gevallen maar mager mee gesteld', licht Thijssen toe. Inzetbaarheid In de Kadernota Loop baanbeleid wordt geconstateerd dat proble men bij loopbaanontwikkeling zich op drie ni veaus voordoen: bij de medewerker, de ma nager en bij de organisatie. Flexibilisering is een centraal begrip bij het aanpakken van de problemen. 'De medewerker loopt een grotere kans om vast te lopen als hij door het ontbreken van ervaring in andere func- komst en de belangstellingsregistratie van de medewerker. Bij de terugblik zal de ma nager moeten vaststellen of de medewerker in de afgelopen periode aanvullende oplei dingen heeft gevolgd, mobiel is geweest, of dat hij in innovatieve projecten heeft gepar ticipeerd. Het is de taak van de manager om bijvoorbeeld te zeggen: Als je zo doorgaat, loop je binnen drie jaar vast. Manager en medewerker zullen dat allemaal in het be oordelingsgesprek aan de orde moeten stel len. En dat is voor beide partijen nieuw. Zij zullen daar dus nog aan moeten wennen. Goed communiceren over al deze zaken is wel heel belangrijk', zegt Thijssen. Werkgelegenheid Het derde probleem dat de Kadernota Loopbaanbeleid noemt, speelt zich af op organisatieniveau en heeft te maken met de krimpende werkgelegen heid binnen de Rabobankorganisatie. Werk zaamheden die niet tot de kerntaken beho ren, worden kritisch bekeken op mogelijk heden om ze af te stoten. Voorzitter van de Hoofddirectie, Wijffels, zei in zijn nieuwjaars toespraak dat in het personeelsbeleid het roer om moet. De Rabobankorganisatie moet met een activerend loopbaanbeleid aan de slag. Met de Kadernota Loopbaan beleid is het raamwerk voor een dergelijk beleid gegeven. Samenhangend Thijssen: 'Gezien de omvang en de aard van de problemen is het van groot belang dat er een samenhangend beleid is voor loopbaanontwikkeling. Voor sommigen wordt herplaatsing binnen de Rabobankorganisatie heel moeilijk. Dan zal uitstroom, bijvoorbeeld via outplacement, tot de mogelijkheden behoren. Maar ook hierbij geldt dat de medewerker die zelf breed inzetbaar is, gemakkelijker werk zal vinden buiten de bank.' Daarnaast zal er bij instroom van nieuwe medewerkers gelet moeten worden op bredere kwalificaties dan voor de eerste functie nodig zijn. Iemand zal ook inzetbaar moeten zijn in andere functies. Wanneer een hogere positie niet beschikbaar is, kan horizontale doorstroming naar een andere functie op hetzelfde niveau ook een nieuwe uit daging betekenen.' Carrièrepaden 'Bovendien wordt zo de flexibiliteit verbeterd. Voordat iemand bijvoorbeeld een hogere positie kan vervullen, zou hij minimaal twee verschillende functies op hetzelfde ni- ^veau moeten hebben gehad. Smalle en I steile carrièrepaden leiden al gauw tot verkokering. Een ander probleem speelt zich af tussen lager opgeleide ouderen en hoger opgeleide jongeren. Soms wil een oudere best een stapje In de Kadernota Loopbaanbeleid geeft Thijssen aan dat vol- terug doen. De omgeving speelt daarbij doende functiewisseling de flexibiliteit bevordert. 'Maar dat een belangrijke rol. Men heeft het ge- moet niet doorslaan naar het andere uiterste. Versnippering b leidt zelden tot voldoende deskundigheid. ties en een gebrekkige opleiding slechts in gezet kan worden in die ene functie die hij nu vervult. Door van tijd tot tijd te wisselen van functie en het volgen van de juiste op leidingen kan de medewerker daar zelf wat aan doen. Hij kan dat het beste samen met zijn manager aanpakken', vindt Thijssen. Hulpmiddelen 'Dat stelt ook eisen aan de manager. Als hij mensen wil begeleiden, zal de manager ook over de muren van zijn eenheid heen moeten kijken. Waar liggen voor die persoon mogelijkheden om zich ver der te ontwikkelen? Naar welke kwaliteiten en opleidingen is veel vraag, ook bij andere eenheden? Het is wel van belang dat daar bij de mogelijkheden van de medewerker in het oog worden gehouden.' Inmiddels wordt hard gewerkt aan hulpmiddelen die de ma nager helpen bij het zoeken naar functies waarvoor ongeveer dezelfde kwaliteiten wor den gevraagd. Thijssen: 'Een groot deel van de functies is grofweg ingedeeld in groepen die bij elkaar horen. Die groepen worden functiefamilies genoemd.' Mobiel Een andere belangrijke op dracht voor de manager komt bij de beoor delingsgesprekken aan de orde. 'De ma nager zal bij de beoordeling niet alleen moe ten terugkijken, maar ook aandacht moeten besteden aan een verkenning van de toe- voel af te gaan', zegt Thijssen. De Kadernota Loopbaanbeleid past in het Personeelsontwikkelingsbeleid van de Rabobankorganisatie. Instroom, door stroom en uitstroom zijn hoofdthema's in het loopbaanbeleid. De manager speelt daarin een sleutelrol. Enerzijds moet hij het goede voorbeeld geven. Anderzijds heeft hij een grote verantwoordelijkheid voor zijn medewerkers, die op hun beurt zelf ver antwoordelijk zijn voor hun eigen inspannin gen en keuzes bij loopbaanstappen. In alle gevallen lijkt een afwachtende houding het slechtste alternatief wat er te verzinnen is.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1993 | | pagina 3