1993: Aandacht voor de kosten én de baten I Rabo band De jaarwisseling is het traditionele moment om terug en vooruit te blikken. Hoofddirectievoorzitter drs. Herman Wijffels: 'Samengevat kun je zeggen, dat onze prestaties op de bedrijvenmarkt in 1992 uitstekend waren en dat we in de particulierenmarkt onder druk stonden.' Een gesprek. Nummer 1/11 januari 1993 n 1992 is de economische ontwik keling van ons land in een fase van stagnatie gekomen', stelt Wijffels. 'In vergelijking met de economie was de groei bij de Rabobank het afgelopen jaar nog redelijk hoog. Duidelijke groei was er vorig jaar bijvoorbeeld weer in kredietverlening. Een toename met een procent of 7 a 8 en dat is hoog voor een periode van laagcon junctuur. Volgens de laatste cijfers van de Nederlandsche Bank bedraagt de groei van de kredietverlening door het gehele Neder landse bankwezen slechts 5 procent. De groei zit bij ons vooral in de sectoren handel, industrie en dienstverlening.' Middelen Daar staat tegenover dat in de middelenontwikkeling de terugval groot is. Wijffels: 'We staan op een groeiniveau van 3 procent. Vergeleken met de huidige in flatie betekent dat, dat van een reële groei in de middelenontwikkeling in 1992 geen sprake is. We zien al een jaar of tien, dat de middelengroei onder het niveau van de kre- dietgroei ligt. Die situatie lijkt dus structu reel te zijn. De tijd van voldoende en goed koop spaargeld is voorbij. We zullen ons in moeten stellen op een periode waarin de middelen ontoereikend zijn om onze eigen behoefte te dekken. We zullen in toene mende mate een beroep moeten doen op de externe kapitaalmarkt. Maar, er is ook een lichtpuntje. Ik verwacht aanzienlijke rente verlagingen en veranderingen van de rente structuur. Dat komt de verhouding tussen lange en korte rente ten goede en daarmee de verkrijgingsprijs van onze middelen. Re latief, dat wil zeggen in vergelijking met de kapitaalmarktrente, zullen ze echter duur blijven.' Resultaat Terugkijkend constateert Wijffels dat de verwachtingen over 1992 zijn uitgekomen op de niveaus die verwacht wer den. Wijffels: 'De brutowinst stijgt in be perkte mate ten opzichte van 1991, hoe dat netto uitpakt dat moeten we nog zien. Maar als er al toename van de nettowinst is, dan zal die bescheiden zijn. De balans steeg met een procent of 8,5. In termen van de kos tenontwikkeling toonde 1992 alle kenmer ken van een overgangsjaar. Met 8 procent zitten we structureel nog te hoog, maar bij voorbeeld op het punt van de personeels sterkte hebben we een belangrijke stap ge zet. Bij Rabobank Nederland daalt het aan tal medewerkers, bij de plaatselijke banken was er een minimale stijging. In 1991 groei de het personeelsbestand nog met 1.200.' Tarieven Wijffels: 'We kunnen rustig stellen dat we vorig jaar een slag met de par ticuliere markt hebben geleverd over onze tarifering. Dat heeft hier en daar wel wat scheuren en krassen veroorzaakt. Het was de voltooiing van een langjarig traject, dat met de nodige pijn en moeite gepaard is ge gaan. Maar waarvan we achteraf toch zeg gen, het was onvermijdelijk en noodzakelijk. Bovendien hebben we nu een mechanisme ingebouwd in de particuliere markt, waar door ook de klant belang heeft bij het effi ciënt gebruiken van betaaldiensten. Het is het begin van een veel zakelijkere benade ring van de particuliere markt. Als we de massamarkt willen blijven bedienen, zullen we dat steeds efficiënter moeten gaan doen.' Beleidsplan 'Ik denk dat we met de vaststelling van het beleidsplan voor de plaatselijke banken een andere belangrijke draai hebben genomen', vervolgt Wijffels. 'Daarin is vastgelegd, dat het beleid er in de komende jaren op is ge richt om de kosten te rug te brengen met een achtste. Dat impliceert onder andere, dat we het aantal arbeids plaatsen gaan reduce ren en een actiever per soneelsbeleid zullen voeren om de juiste persoon in te zetten op dejuiste plaats. Dat be tekent, dat we een toe nemende mobiliteit ver wachten, functioneel en soms ook geogra fisch.' 1993 Wijffels ver wacht voor dit jaar geen oplevende economie. 'We moeten ons voor bereiden op een jaar dat economisch ge sproken veei zal lijken op '92. Wellicht zal de teruggang in de inter nationale conjunctuur ook het MKB ten volle bereiken. Wat dat be treft denk ik, dat voor een aantal van onze leden dit jaar moeilijk zal worden. Intern zul len we moeten blijven streven naar kosten beheersing. De kosten zouden in '93 met niet meer dan de helft mogen stijgen van de toename in '92. Anderzijds moeten we er ook naar streven, dat de baten zich gunstig ontwikkelen. Het is zaak in het bijzonder de provisiebaten verder op te voeren. De ver dere ontwikkeling van Allfinanz-produkten, die vaak provisieprodukten zijn, is heel be langrijk.' Internationaal 'De hoofdlijn van het beleid in de buitenlandsector is', zo stelt Wijffels, 'de investeringen die in de afgelo pen tien jaar zijn gedaan, verder te benutten. We hebben nu een eigen netwerk verspreid over de wereld en een aantal belangrijke al lianties. 1993 Zal in het teken staan van het zo goed mogelijk benuttten daarvan. We denken op korte termijn niet zo zeer in termen van een sterke groei van het aantal vestigingen of het nog sluiten van een serie allianties. Het accent zal liggen op het ver der verbeteren van de winstgevendheid van de activiteiten die we in dat kader uitvoe ren.' Fusies Vorig jaar is weer een groot aantal plaatselijke banken gefuseerd. Het totale aantal banken is in tien jaar terugge lopen van ongeveer 1.000 tot zo'n 750. Waar houdt dat proces op? Wijffels: 'Ik denk wel dat we ervan uit moeten gaan, dat er de komende periode nog heel wat fusies zullen plaatsvinden. Ik schat dat we uiteindelijk op zo'n vijfhonderd Rabobanken uitkomen. Jaarlijks zullen er door fusies zo'n dertig tot veertig banken minder zijn. Maar dat ge beurt niet zomaar. Het proces wordt vooral gevoed vanuit de behoefte om cliënten de juiste kwaliteit van dienstverlening te kun nen bieden. Dat kan alleen als de bank over een minimum aantal medewerkers van zo'n twintig beschikt, zo is uit intern onderzoek geconcludeerd.' Tot slot meent Wijffels, dat er zich een nieuw vraagstuk aandient. 'Dat is de vraag of we naast de minimumomvang van de lo kale bank ook moeten bezien wat aan de bo- Wijffels: 'Economisch gezien zal 1993 lijken op 1992. venzijde een soort grens zou kunnen vor men. We moeten oppassen voor fuseren om het fuseren. De kracht van ons distributie net is, dat we dicht verbonden zijn met het werkgebied. De voordelen van die klein schaligheid moeten we handhaven. Zo kun nen we betrokken blijven bij het gebeuren in het werkgebied. Een absolute bovengrens is daarom moeilijk te trekken. Je moet kij ken naar het natuurlijk geografisch gebied en daar moet een bank precies bij passen. We moeten ons goed bewust zijn van de ty pische eigenheid van onze distributiestruc tuur. Zo gauw je die structuur van bediening groter maakt dan nodig is, laatje dingen te loor gaan die te waardevol zijn om te laten lopen.'

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1993 | | pagina 3