Nieuwe keuzen voor inzet en gebruik van geld en betaalautomaten I Rabo band De produktgroep Betaaldiensten heeft de afgelopen maanden het beleid op het gebied van geld- en betaalautomaten kritisch onder de loep genomen. Aanleiding waren de onzekerheid bij een aantal plaatselijke banken over zaken als het gastgebruik door Rabo- bankklanten elders, de hoogten van de tarieven en de mogelijke invloed van bea-transacties op het rendement van gea's. De pro duktgroep kwam tot een aantal uitgangspunten, die inmiddels van een positief advies van de TOC-Particulieren zijn voorzien. Nummer 22/16 november 1992 n afstemming met plaatselijke ban ken is gepoogd om waar nodig het be leid bij te stellen, zodat het richting gevend kan zijn voor de komende periode', aldus Wim Kremers van Bankpas Betaal diensten. 'Uitgangspunt bij de beleidskeuze op het gebied van apparatieve betaal diensten is: Het geld-en betaalautomaatge- bruik door onze klanten levert een strate gische bijdrage aan de doelstelling van het betalingsverkeer door de vervanging van dure balie-opnamen en eurocheque-trans- acties.' Kostendekkend 'Het streven van de organisatie blijft erop gericht om het beta lingsverkeer in totaliteit kostendekkend te krijgen', stelt Kremers. 'Het hoofddoel van de inzet van geldautomaten is en blijft de dure balie-opnamen te vervan gen door de veel goedkopere opname- én informatiemogelijkheden van de gea. En de belangrijkste reden voorde inzet van betaalautomaten is, zoals gezegd, de dure chequebetalingen te vervangen door elektronische betalin gen.' Meer gea-gebruik Kremers: 'Om te komen tot een toename van het gea-gebruik moeten de contante balie-opnamen verder worden ontmoe digd. De verhouding van gea- en balie opnamen moet 80 staat tot 20 zijn in 1996. Het is verstandig om het aantal balieplaatsen waar contant geld kan worden verkregen nu al kritisch te bezien. Ze kunnen dan tijdig worden om gevormd naar adviesbalies of ze kunnen wor den gesloten. Elke geldautomaat moet ren dabel zijn. Om het gebruik verder te stimu leren zullen nog steeds gerichte en in ventieve marktbewerkingsacties moeten plaatsvinden richting eigen klanten. Rabo bank Nederland zai daar ideeën voor aanrei ken. Tevens zal door voorlichting en tarifering een verdere groei van het gea-gebruik wor den nagestreefd.' Vooral geld De hoofdfunctie van de gea blijft het uitgeven van geld. Kremers: 'De gea blijft een zogenaamd single functie ap paraat met als enige uitzondering de saldo informatiefunctie. Dit ter keuze van de indivi duele plaatselijke bank, vanwege het duide lijke verband met de geldopname. De saldo informatiefunctie kan in de toekomst even tueel van een cliënttarief worden voorzien. Dat kan als voldoende goede alternatieven beschikbaar zijn, zoals de Rabofoon. Op dit moment wordt overigens overwogen om na 1995 direct opvraagbare spaaropnamen toe te voegen aan de gea-functionaliteit.' Voorlichting 'De cliëntvoorwaarden van gea- en bea-gebruik zullen niet eenzijdig door de Rabobank worden aangepast', ver zekert Kremers. 'Wel moeten we klanten goed voorlichten over hun rechten en plichten. De positie van de klant wordt in de wet alleen maar sterker en de bank kan daar slechts een adequate advisering tegenover stellen. Dit vraagt om een zeer kritische kijk op het opleiden en trainen van de medewer kers aan de balie.' M\V '.O! ML'ZirK Straks iedere pas voorzien van pincode voor bea en gea? Avond en weekend Kremers: 'Het ta rief voor avond- en weekendopenstelling van de gea blijft gehandhaafd. Alleen de tarief hoogte en de uren, waarvoor een tarief geldt, kunnen bij concurrentie- en marktdruk be spreekbaar worden gemaakt. De achtergrond hiervan is tweeledig. Avond- en weekendge- bruik zien we als extra dienstverlening naast de openingstijden van kantoren en mag daar om voorzien zijn van een marktprijs.' Marktonderzoek 'Ten tweede wordt op basis van marktonderzoek geconstateerd dat het tarief in de markt algemeen is geac cepteerd', vervolgt Kremers. 'Ruim 24 pro cent van de klanten neemt jaarlijks op bin nen de tariefuren.' Voor een optimale bijdra ge aan een kostendekkend betalingsverkeer wordt voor de Rabobankorganisatie een groei naar 1.600 gea's voorzien. 'Als in het distributiebeleid gekozen wordt voor de gea als vervanger van kantorendienstverlening, kan dit aantal nog oplopen tot 2.100 stuks', denkt Kremers. Pincode De klant wil in toenemende mate de wijze van het gebruik van de betaal rekening zelf bepalen. De bank heeft de taak om de condities te scheppen waaronder de klant optimaal gebruik kan maken van zijn re kening. Kremers: 'In dit kader lijkt het zeer aan te bevelen om iedere klant uit te rusten met een pas met pincode voor gebruik in gea's en bea's. De klant kan een op maat gekozen beschikkingsruimte krijgen. Daar door kan het gebruik van eurocheques door Rabobankklanten nog verder worden be perkt.' Gastgebruik Rabobankcliënten, die ge bruik maken van gea's van niet-Rabobanken, zullen daarvoor in de toekomst wellicht een tarief moeten betalen. Kremers: 'Als door tariefstelling van andere banken de gast gebruikinkomsten versneld onder druk ko men te staan of als een zeker evenwicht ont staat in binnenkomend en uitgaand gast gebruik, dan zullen we een tarief in rekening moeten brengen. Dat wordt binnen driejaar verwacht. De argumentatie hierachter is, dat door de extra dienstverlening bij gastgebruik, tarifering uiteindelijk voor de hand ligt. Bo vendien is de vergoeding voor extra gemak voor de klant steeds meer aanvaardbaar.' A- en P-pas Bea-gebruik wordt door Betaaldiensten gezien als dienstverlening, waarvoor ook de particuliere cliënt een bij drage betaalt. Kremers: 'Dit betekent dat het huidige concept van de Rabopassen met A- gebruik en P-gebruik gehandhaafd blijft. Voor alle duidelijkheid, de pas met A-gebruik is uitsluitend voor de eigen gea geschikt. De Rabopas met P-gebruik voor natio naal gea- en bea-gebruik. De P- pas kost vijf gulden per jaar. Bea- gebruik op de gratis A-pas zou leiden tot een verminderde over gangvan cliënten naar een betaal de P-pas. Eén van de commerciële uitgangspunten voor het beta lingsverkeer van de organisatie is de verkoop van de naasthogere pas aan cliënten.' 5 Efficiënt 'Bea-gebruik op A- passen zou een ongewenste over- |gang van P-pashouders naar A- J passen in de hand werken. Een I cliënt met een P-pas levert door s zijn betaling van vijf gulden een bijdrage aan het elektronisch betalen. Zou iedereen met een A-pas gebruik kunnen maken van betaal automaten, dan worden de kosten van het elektronisch betalen eenzijdig gedragen door de bedrijvenmarkt, wat weer in te genspraak is met de afspraken die zijn ge maakt omtrent een efficiënt betalingsver keer in ons land.' 'Door het formuleren van bovenstaande uitgangspunten is de produktgroep Betaal diensten natuurlijk niet ontslagen van haar verplichtingen richting de plaatselijke ban ken', besluit Kremers. 'Het zal ons de ko mendejaren, samen met de banken, nog erg veel inspanning kosten om dit beleid verder gestalte te geven in de vorm van concrete adviezen, materialen, marktbewerkingsaan- pak, analyses, en dergelijke. Overeind staat, dat we het samen moeten doen. Kostendek kendheid is immers in het belang van leden, klanten én medewerkers.'

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1992 | | pagina 9