Verbetering produktiviteit: Banken kunnen van elkaar leren Rabo band Nijmegenéén van de vijf proefbanken 'Door efficiënter te werken kun nen plaatselijke banken samen jaarlijks meer dan f 170 miljoen en 2.500 arbeidsplaatsen be sparen'. Dat was de uitkomst van een onderzoek van McKinsey en Rabobank Nederland. Vijf banken werd gevraagd of zij mee wilden doen aan een inven tarisatie en beoordeling van de verwerkingsprocessen. Eén van de proefbanken in het project voor de verbetering van de produktiviteit is de Rabobank Nijmegen. Nummer 18/21 september 1992 Algemeen directeur Kees Oerlemans: 'Wij waren hier in Nijmegen al bezig met een onderzoek naar mogelijkhe den van centralisatie en concentratie van verwerkingsprocessen. Dat wil zeggen, dat we onderzochten of bepaalde zaken beter op het hoofdkantoor dan op de bijkantoren gedaan kunnen worden. Dit project kwam voor ons dus als geroepen.' Onderzoek 'In het project is gekeken hoe verwerkingsprocessen op de banken gebeuren', vervolgt Oerlemans. 'Dat va rieert van het tellen van nachtkluiscasset tes tot het invoeren van OLA's. Elke bank doet het op haar eigen manier. Vaak is dat historisch zo gegroeid. In het produktivi- teitsverbeteringsproject zijn de verwerkings processen vergeleken en is gekeken hoe door deze processen te veranderen tot be sparingen kan worden gekomen. Dat resul teerde in verbeteringsvoorstellen.' Theo van Berkel, directeur Financieel-economische zaken van de Nijmeegse bank: 'Er is dus geen onderzoek gedaan naar efficiënt wer ken in de zin van het efficiënt aanwenden van kosten. Bij de voorstellen gaat het om een verlaging van de kosten en een verho ging van de effectiviteit. Met handhaving van de service aan de cliënt. De goedkoop ste methode hoeft niet altijd de beste te zijn.' Verschillen Kantoormanager Keizer Karelplein Frank den Heten: 'In februari zijn we met de vijf proefbanken bij Rabobank Nederland geweest. Daar is uiteengezet waar het onderzoek op gericht zou zijn en is meteen een aantal verwerkingsprocessen onder de loep genomen. Er bleken hierin grote verschillen te bestaan. Elke bank had ze op haar eigen manier voor elkaar. Af en toe werd er wel eens raar gekeken als er een methode op tafel kwam. Zo van: Hoe kom je erop. Je vraagt je dan steeds vaker af of de voor jou vanzelfsprekende manier eigenlijk wel de juiste is.' Van Berkel: 'We zijn allemaal Rabobanken, maar iedereen doet het werk anders. Wellicht was een werkwijze vroeger goed, maar door de tijd heen veranderde er veel, zoals het werkge bied, de cliëntenkring en de techniek, ter wijl de werkwijze vaak dezelfde bleef. Wat dat betreft werd iedereen echt wakker ge schud. Je merkt, dat het er te weinig van komt om regelmatig kritisch naar de gang van zaken op de eigen bank te kijken.' Aanpassingen Van Berkel: 'Niet altijd is het voorgestelde verwer kingsproces, dat als het meest effi ciënt uit de bus komt, direct bij elke bank te realiseren. Soms zijn organi satorische of automatiseringstech nische aanpassingen nodig. In ons geval is berekend, dat we f 1,1 mil joen kunnen bezuinigen. Dat klinkt in drukwekkend, drie ton kunnen we in eigen huis realiseren. Voor de overi ge acht ton hebben we automatise- rings- of verwerkingsfaciliteiten van Rabobank Nederland nodig! Eén van de voorstellen die aan de orde kwam, is de OLA/OLO-verwerking. Als de verwerking daarvan - die nu bij de banken ligt - naar Rabobank Nederland zou gaan, zou dat ons per saldo zo'n kwart miljoen kosten besparen.' Dit gegeven heeft er in middels toe geleid dat Rabobank Nederland begin 1993 een faciliteit voor centrale ver werking voor de vijf onderzoeksbanken realiseert. Combineren De inventarisatiefase van het project is vorige maand afgesloten. Van Berkel: 'De potentiële besparingen voor de bank waren toen in beeld gebracht. Vervol gens zijn we gaan kijken wat die voorstellen intern betekenen. Welke mensen en welke functies zijn erbij betrokken. Hoe moeten functies worden herverdeeld of taken uit elkaar getrokken. Het kan zijn dat een bepaald voorstel tweehonderd uur per jaar oplevert, maar dan wel verspreid over onze Den Heten (I), Van Berkel (m) en Oerlemans: 'In het efficiency- project blijkt, dat er veel verschillende verwerkingsprocessen bij de banken zijn en dat leidt tot verspilling. twaalf kantoren. In zo'n geval moetje die uren zien te combineren met andere voor gestelde besparingen om via herverdeling van taken te kunnen komen tot realiseer bare besparingen in hele of gedeeltelijke mensjaren.' Betrokken Oerlemans: 'We hebben onze medewerkers al vroeg laten weten dat we mee zouden doen met het onderzoek. Vervolgens hebben we, samen met de on dernemingsraad, voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd. De OR heeft vanaf het be gin medewerking verleend aan onze deelna me aan het efficiency-project. Men weet, dat de resultaten zullen leiden tot verminde ring van werkplekken, maar men ziet het be lang daarvan in met het oog op onze concur rentiekracht. Bovendien is het werk dat zal vervallen veelal routinematig werk. Sommi ge mensen doen dat nu al met een gezonde tegenzin.' Lichte schok Kantoormanager Den He ten: 'Medewerkers willen soms best iets an ders. Er wordt bijvoorbeeld gesignaleerd, dat door het wegvallen van routinewerk zaamheden een beter klimaat ontstaat voor commercieel werken.' Oerlemans: Natuur lijk heeft de OR in eerste instantie een lich te schok moeten verwerken. We praten namelijk over zeventien van onze 145 me dewerkers, die overbodig worden. Uitgangs punt daarbij is overigens, dat er geen gedwongen ontslagen zullen vallen. Met na tuurlijk verloop en het niet verlengen van tij delijke contracten komen we er wel uit. Ze ker omdat het hele project zo'n driejaar in beslag neemt en de bereidheid tot her- en bijscholing aanwezig is. Bovendien is de stelregel hier, dat iedere medewerker flexi bel is en zich inzet op welke plek dan ook. Ter formele bekrachtiging van de voorgeno men reorganisatie is de Richtlijn Sociaal Plan onderschreven.' Invoering 'In Nijmegen, en ook bij de andere proefbanken, worden in ieder geval zestien van de 136 beschreven verwer kingsprocessen aangepakt', vertelt Den Heten. 'Die zijn samen goed voor zo'n 70 procent van de verwerkingskosten.' Van Berkel: 'We zijn bijna klaar met het maken van een implementatieplan. Daardoor heb ben we een goed beeld van de consequen ties voor personeel, functies en procedures. Per 1 november begint de echte invoering.' Autonoom Oerlemans: 'Dit is pas het begin als het gaat om besparingsmogelijk heden in de organisatie. Er ligt nog een gi gantisch potentieel open. Alle Rabobanken zijn autonoom, maar de autonomie mag niet tot verspilling leiden. De klant mag er niet de dupe van worden. Je moet zorgen, datje voor hem het voorde ligste produkt kunt leveren. Daarom moet je telkens zaken aanpassen.' Den Heten: 'Een bank moet au tonoom zijn naar haar markt en klan tenkring. Niet in het naar eigen goed dunken toepassen van kosten en sys temen. Nu blijkt, dat er veel verschil lende verwerkingsprocessen zijn en dat leidt tot verspilling.' Van Berkel: 'We moeten als banken niet allemaal steeds het wiel uitvinden. Je kunt best zaken van elkaar overnemen. Misschien is het anders dan jouw me thode, maar kijk er eens kritisch naar. Voegt jouw manier zoveel meer toe, dat het zoveel meer mag kosten?'

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1992 | | pagina 7