13 Toekomstvisie
moet aanbieden. Alleen dan kun
nen de medewerkers de zin en bete
kenis van hun werk blijven inzien',
aldus Van der Zwaan.
Gea en bea
Het voortschrijden van de techno
logie, zoals de introductie van de gea
(gelduitgifte-automaat) en de bea
(betaalautomaat), is een voorbeeld
van de externe krachten waarop
Van der Zwaan onder meer doelt.
Ook de standaardisering en de mo
gelijke centralisering van het be
talingsverkeer zullen naar zijn ver
wachting grote invloed hebben op
de ontwikkeling van de banen-
markt. De hoogleraar Bedrijfskunde
pleit voor een 'werkontwikkelings-
beleid'. Daarin moeten de effecten
van externe krachten op die vraag
zijde eens goed worden onderzocht
om er vervolgens beleid op te base
ren, analoog aan het reeds bestaan
de personeelsontwikkelingsbeleid.
Van der Zwaan: 'De betrekkelijk op
zichzelf staande ontwikkelingen in
de werkzaamheden op de korte en
middellange termijn moeten steeds
weer het richtsnoer zijn voor het af
stemmen van het personeelsont
wikkelingsbeleid'. Een voorbeeld:
'Het zal vermoedelijk niet lang meer
duren voordat het hele bestand van
de cliënt, zoals leningen, sparen, be-
taalservice, verzekeringen, reizen en
beleggingen, in één keer op het
scherm kan worden geroepen. Dat
brengt zwaardere functies met zich
mee en maakt het breder scholen
van de medewerkers noodzakelijk'.
Hierdoor zullen aan de 'onderkant'
steeds meer arbeidsplaatsen en rou
tinematige werkzaamheden wegval
len. Ook de mensen die deze
arbeidsplaatsen bezetten, dienen
extra te worden geschoold.
Concurrentie
Verder spelen de effecten van con
currentie in de visie van de Gro
ningse wetenschapper een belang
rijke rol. Van der Zwaan: 'Banken
zijn allemaal onderling sterk verge
lijkbaar bezig. Daarom is het van
belang dat je je sterke punten vast
houdt. Als de Rabobank sterk is op
de spaarmarkt, moet ze trachten
zich in dat opzicht te profileren. Het
is duidelijk dat de medewerkers juist
op zulke onderscheidende punten
van hun bank zeer goed onderlegd
dienen te zijn'.
veau. Voorbeelden hiervan zijn ver
plaatsing van particulieren naar de
bedrijven, van beleggingen naar ver
zekeringen of van reizen naar kre
dieten. Om dat mogelijk te maken
moeten de mensen veelzijdiger wor
den opgeleid en de bereidheid heb
ben om in die horizontale mobili
teit een uitdaging te zien'.
Voor de Caar ziet de hoogleraar Be
drijfskunde een duidelijk aanmoe
digende rol weggelegd: 'Warme
steun bij het inventariseren van de
werkgelegenheid en de ontwikke-
Horizontaie mobiliteit
In de nabije toekomst zal de mobi
liteit van de medewerkers moeten
veranderen, betoogt Van der Zwaan.
'Niet meer alleen van beneden naar
boven, maar vooral op hetzelfde ni-
ling daarvan. De Caar kan prikkels
geven waardoor het in kaart bren
gen met gezwinde spoed gebeurt en
de afstemming van vraag en aanbod
op die banenmarkt snel van de
grond komt'.
Peter Renes
Rabobank Stompwijk-
Zoeterwoude
Waarom Renes in de Caar zit'Ik
ben er tot driemaal toe voorge
vraagd'. 'Het Caarwerk is belang
rijk', zo meent hij, 'voor de hele orga
nisatie, maar in het bijzonder voor de
communicatie'.
Joop Roskam
Rabobank Leeuwarden
Alle Caarleden kregen drie vragen
voorgelegd. Op de vraag waarom hij
zitting in de Caar nam, antwoordde
Joop Roskam: 'sociale betrokkenheid'.
Op de vraag naar een belangrijke
gebeurtenis in Caar-verband gaf
Roskam, en vele met hem, het tot
stand komen van het personeelsont
wikkelingsbeleid aan.
Foto: Wim Hendriks