De salarisafrekening per 1 januari 1992 Rabo band Twee jaar geleden stond belastingbetalend Nederland op z'n kop door de invoering van de plannen van de commissie Oort. Nu zor gen de plannen van staatssecretaris Simons voor onrust en ondui delijkheid. Door vele krantenpublicaties was loontrekkend Neder land er al op voorbereid, dat de afrekening over de eerste maand van het nieuwe jaar wel eens tegen kon vallen. En dat bleek ook zo te zijn. Nummer 4/24 februari 1992 Belastingvrije voet 1991 1992 Tariefgroep 1 Tariefgroep 2 Tariefgroep 3 Tariefgroep 4 Tariefgroep 5 (max.) f 4.660,- f 9.320,- f 8.383,- f12.116,- f 5.225,- f 10.450,- f 9.405,- f 13.630,- Volks- verzekeringen AOW AWW AWBZ AAW 0HT Werknemers verzekeringen WAO WW ZFW Wat het plan Simons betekent voor het netto-inkomen is beschreven in een artikel in Raboband 1 van 13 januari. Algemeen gesteld is het inko menseffect voor de lage inkomens neutraal tot licht positief. Voor de hogere inkomens negatief tot sterk negatief. De discussie over dit onderwerp duurt on verminderd voort en spitst zich nu toe op de eventuele verlaging van de premies voor de ziektekostenverzekering. Daar is momenteel nog weinig concreets over te melden. Vergelijking Voor een toelichting op de overige as pecten, die consequenties hebben voor de salarisafreke ning, hieronder een vergelijking tussen de salarisafrekeningen over oktober 1991 en januari 1992 van gehuwde alleenver dieners met een bruto salaris van f 3.500,- respectievelijk f 5.300,-. Het netto salaris van de eerste toetspersoon gaat er f 20,56 op vooruit. Dat van degene met het hogere in komen gaat er f 43,50 op ach teruit. Premies De door de werknemer te betalen premie Ziekenfondswet is gedaald van 2,85% in 1991 tot 1,2% in 1992. De door de werkge ver te betalen premie ZFW is gestegen van 4,95% naar 5,15%. De te betalen premie voor de Werkeloosheidswet (WW) is voor werknemer én werkgever gestegen van 0,6 naar 0,905%. De te heffen premie voor de Wet op de ar beidsongeschiktheidsverzeke ringen (WAO) komt geheel ten laste van de werknemer. De premie is gestegen van 12% naar 13%. Premieheffing vindt echter pas plaats voor zover het premieloon het aan tal gewerkte dagen maal f 98,- (het franchisebedrag) te boven gaat. Januari heeft 23 gewerkte dagen. Dat betekent voor de eerste toetspersoon premiebetaling over f 3.500,- minus 23 x f 98,- f 1.246,-. 13% van dit bedrag is f 161,98. Dat is f 4,18 meer dan in 1991. OHT en arbeidskostenforfait De Over hevelingstoeslag bedraagt 11,5% en wordt afgelezen uit de OHT-tabellen. Maandelijks wordt niet meer dan 1/12 deel van het jaarmaximum OHT, dat is f 685,16 per maand, toegekend. Het arbeidskostenfor fait, de vroegere 4%-regeling, is opgetrok- Premies Sociale Verzekeringswetten 1992 Premie- grenzen 1992 Premie percentages 1992 Maximum premiebedragen werknemer afgerond op hele guldens werk gever werk nemer 1992 Verschil 1992 t.o.v. 1991 42.966,- 42.966,- 42.966,- 42.966,- 71.500,- 73.884,- 73.884,- 46.636,- 11,5 0,35 5,15 14,35 1,15 7,30 2,75 13,00 0,35 1,20 6.166,- 494,- 3.136,-**** 1.181,- 8.222,- 6.267,- 259,- 560,-* n nadeel, v voordeel Voor de premieheffing Volksverzekeringen geldt, afhankelijk van de tariefgroepindeling, een premievrije voet (belastingvrije som). Deze premieheffing is namelijk geïntegreerd in het heffingspercentage (38,55) van de eerste tariefschijf toonheffing. Voor de WAO geldt een franchise van f25.676,- per jaar. Dit betekent dat over 1992 WAO-premie wordt ingehouden over maximaal f 48.208,-. Alleen voor medewerkers die per 1 november 1991 een jaarinkomen, inclusief vakantiegeld en dertiende maand, hadden tot f 54.400,- Exclusief de vanaf 1 januari 1992 verschuldigde nominale premie AWBZ (f 133,20/f 44,40 per jaar). Exclusief de verschuldigde nominale premie ZFW (f 198,-/f 99,- per jaar). Voorbeeld salarisafrekening (bij 23 werkdagen) Bruto salaris Premie ZFW Premie WW Premie WAO Overhevelingstoeslag Loonheffing Netto nadeel, v voordeel 1991 3.500,- 99,75 21,- 157,80 374,33 1.073,16 1992 3.500,- 42,- 31,67 161,98 386,16 1.107,33 verschil f 2.522,62 f 2.543,18 f 20,56 v n Voorbeeld salarisafrekening (bij 23 werkdagen)4 Bruto salaris f Premie WW - f Premie WAO - f Overhevelingstoeslag f Loonheffing - f Netto n nadeel, v voordeel 1991 5.300,- 31,80 373,80 528,33 1.768,25 f - f - f f - f 1992 5.300,- 47,96 395,98 543,75 1.788,83 verschil ken van 4% naar 5% met een maximum van f 1.518,- per jaar, het was f 1.036,-. En verder Tegenover het positieve ver schil van f 20,56 voor de toetspersoon met een salaris van f 3.500,- staat echter de no minale AWBZ-premie en de verhoging van de nominale ziekenfondspremie. Deze pre mies worden rechtstreeks door het zieken fonds geïnd. Tevens moet er rekening mee worden gehouden, dat de vakantietoeslag en de uitkering dertiende maand volledig zijn onderworpen aan de hogere premies werknemersverzekeringen en aan de 2,8% hogere loonheffing. De netto uitkering in mei en december zal dan ook vergeleken met 1991 wat on voordeliger uitvallen. Hogere inkomens Hoe wer ken de tariefverschillen uit voor hogere inkomens en vormen ze inderdaad een bevestiging van de suggestie dat vooral de mid dengroepen opnieuw het zwaarst worden getroffen? Het antwoord is helaas 'ja'. Cumulatie Bij het verschil in netto salaris komen ook nog de nominale premie AWBZ en de ver hoging van de ziektekostenpre mie, die voor een gemiddeld gezin samen zo'n f 100,- per maand be dragen. Deze cumulatie van effec ten leidt tot een beperking van het besteedbaar inkomen. Op basis van dit bruto maandsalaris be draagt het jaarinkomen circa f 74.000,- en beweegt zich rond de maximum premiegrens. Dit houdt in, dat er bij het vakantie geld en de dertiende maand als nog tot de maximum premiebe dragen premie zal worden geïnd. Er zijn ook enkele lichtpunt jes. Eén van deze lichtpuntjes is de optrekking per 1 januari van het fiscaal vrije gedeelte van de kilometervergoeding voor zakelijke autoritten van f 0,44 naar f 0,49. De kinderbijslag is verhoogd met f 22,21 per kwartaal voor het eer ste en tweede kind en f 10,42 voor derde en volgende kinderen. Verder leveren de verhoging van de belastingvrije voet en het arbeidskostenforfait voor ieder een enig voordeel op. Dit voor deel is groter naarmate de top van het inkomen in een hogere schijf valt. 129,- n 22,-n 644,- n 408,- n 665,-v 661,- n 259,- n 712 - n 57,75 v 10,67 n 4,18 n 11,83 v 34,17 n 16,16 n 22,18 n 15,42 v 20,58 n f 3.654,48 f 3.610,98 43,50 n Bijdrage en inhouding premie ziektekosten - en dus de gevolgen van de verhoging van deze premie - beschouwing gelaten. UMeer informatie over de salaris- stBok, onder andere de bereke- ningssystematieken van OHT en loonheffing, is te vinden in het Handboek Personeel onder het hoofdstuk 'Toelichting bij de sa larisspecificatie'.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1992 | | pagina 12