'Via een nul groei naar een reductie van 2.000 formatie plaatsen' Rabo band 'Geen spectaculaire mededelingen' Na de berichten over het ver dwijnen van formatieplaatsen bij het directoraat Materiaal- en Postvoorziening maakten de Nederlandse media melding van een verlies van twee- a driedui zend formatieplaatsen bij de plaatselijke Rabobanken. Er moest duidelijkheid komen. De bonden stelden een ultimatum. Wat was er aan de hand en waarom moet je die berichten uit de krant vernemen? De ach tergronden. Nummer 1/13 januari 1992 Het Financieele Dagblad had de pri meur. 'De Rabobank wil 3.000 ba nen schrappen', luidde de kop van een artikel op de voorpagina. De dagbla den, radio en televisie volgden. Dat kwam bij veel medewerkers van de organisatie hard aan. Zeker na de bekendmaking over het verlies van een behoorlijk aantal banen bij Materiaal- en Postvoorziening van Rabo bank Nederland. Ook dat bericht stond in de krant voor de mensen van het betreffende directoraat er van hadden gehoord. Voor de bekendmaking van de inkrimping in Best en Zeist waren wél bijeenkomsten gepland, maar de informatie lekte voortijdig uit. Niet spectaculair Wat is er dan wél aan de hand? 'De werkelijkheid is, dat wij geen spectaculaire mededelingen hadden te doen', meldt Kees Voogt, directeur van de Centrale Dienst Personeel. 'Want hoe is het ontstaan? We hebben de goede gewoonte om minstens één keer per jaar met de bon den om tafel te gaan zitten om bij te praten over de ontwikkelingen. Dat heeft niets te maken met onderhandelen. Het gebeurt meestal als het sociaal jaarverslag er is. We praten dan over de stand van zaken van het personeelsontwikkelingsbeleid. Op don derdag 12 december hadden we zo'n ge sprek.' Personeelsontwikkeling Voogt, twee van z'n medewerkers en vertegenwoordi gers van vier vakbonden keken tijdens het gesprek terug op de ontwikkelingen rond het personeelsontwikkelingsbeleid. Voogt: 'De bonden zijn redelijk geïnformeerd over wat er zich binnen de organisatie afspeelt. Natuurlijk plaatsten ze hun kanttekeningen. We hebben verteld wat de stand van zaken was en we gaven een visie op de toekomst. Wat de verwachtingen zijn en hoe we de ko mende jaren zien. Duidelijk was dat de markt voor de Rabobank wat moeilijker ligt dan voorheen.' Veranderingen 'We hebben toegelicht wat er binnen onze organisatie en in de bankwereld is veranderd', zegt Voogt. 'De rentestructuur is duidelijk anders dan de ja ren ervoor. De collega-banken zijn echte concurrenten geworden. De spaar-produk- ten zijn onderwerp van concurrentie. Er ont staat een prijs-inelasticiteit, waarbij komt dat we in de toekomst de rentemarge ver der zien dalen. Als Rabobankorganisatie krijgen we een belangrijk deel van onze bru- to-opbrengsten uit het rentebedrijf, méér dan de handelsbanken die een groter aan deel uit het provisiebedrijf hebben. Als de mogelijkheden beperkt zijn, dan komt ook het kostenaspect aan bod.' Personeelskosten Voogt legde tijdens het gesprek met de bonden uit dat 67 pro cent van de bedrijfskosten personeelskos ten zijn. Stijgen die kosten dan moet je daaraan nadrukkelijk aandacht besteden. 'Het is logisch dat we ook daar voor de toe komst een mening over hebben', aldus Voogt. 'De twee Dienstenbonden wezen er tijdens het gesprek ook op, dat de bank in 1991 de groei van de personeelsomvang tot stand had willen brengen. Dat is niet ge- lukt. Nu willen we uiterlijk dit jaar die nulfa se bereiken. Wij voorzien dat er in de ko mende jaren zelfs met een vermindering in het personeelsbestand van de aangesloten banken rekening moet worden gehouden. Er zijn toen aantallen genoemd van duizend tot tweeduizend, maar daar ligt geen plan onder.' Voogt: 'Het gaat om gemiddeld twee a drie formatieplaatsen per bank gedurende drie a vier jaren. Trend 'Er werd gevraagd of die aantal len iets te maken hebben met de afslanking binnen het Werkgebied Aangesloten Ban ken in Eindhoven', zegt Voogt. 'Wel iets. Als we onze plaatselijke banken ervan probe ren te overtuigen dat ook aan de kosten kant, dus vooral aan de personeelskant, een vermindering wenselijk zou zijn, dan moeten we ook bij Rabobank Nederland de zelfde uitgangspunten hanteren. De perso- neelsgroei bij Rabobank Nederland is inmid dels teruggebracht tot nul. Het WAB heeft plannen tot stroomlijning, tot verbetering van de efficiency. Dat kan via een natuurlijk verlopende lijn leiden tot een vermindering van het aantal formatieplaatsen. Zonder dat er uitgewerkte plannen bestaan, heeft men er een zekere uitgangsnorm aan vaard.' In de krant Toen deze elementen op ta fel lagen ging de vertegenwoordiger van de VHP nadrukkelijk in op het feit dat er geen plannen waren. En op het feit dat Rabobank Nederland toch geen invloed kon uitoefenen op de plaatselijke banken vanwege de orga nisatiestructuur. Hij eiste dat er gedetail leerde plannen op tafel zouden komen. Voogt: 'Maar het is geen plan, het gaat om een trend. Bovendien zijn we niet in staat voor of namens de aangesloten banken te onderhandelen met de vakbonden. Toch kwam het verhaal in de krant. Dat was niet juist, maar zoiets kun je niet voorkomen.' Later stelden de bonden een ultimatum. Dat resulteerde in een afspraak om over het een en ander van gedachten te wisselen. Dat gebeurt op 20 januari. Ook de Rabobank Het contact met de bonden is goed. Voogt is daarom nog steeds verbaasd over de houding van die bonden. 'Maar', zegt hij 'er is natuurlijk wel wat aan de hand. Het Nederlandse bankwe zen stelt nadrukkelijk dat zij de komende ja ren tot een efficiency-verbetering moet ko men. Als je dan ziet dat alle banken, behal ve de Rabobank, met minder formatieplaat sen hetzelfde werk gaan doen, dan moet het toch duidelijk zijn dat ook de Rabobank met hetzelfde probleem te maken krijgt. Sterker nog, wij waren ook vorig jaar weer de enige bank die voor uitbreiding van de werkgelegenheid in het bankwezen zorgde.' Naar nul-groei 'We hebben overigens steeds duidelijk laten merken dat we met het probleem van de kostenstijging zitten', benadrukt Voogt. 'Dat is naar binnen en naar buiten steeds duidelijk gecommuni ceerd. Voor de organisatie is dat zeker geen geheim.' Voogt meldt dat het management van de plaatse lijke banken in het vroege voorjaar, op conferenties over dit onderwerp zal praten. Wat gaat er nu werkelijk gebeuren? Voogt: 'Een reduc tie van zo'n 2.000 arbeids plaatsen gedurende de ko mende drie a vier jaar is na tuurlijk moeilijk te vertalen naar de consequenties per bank. Het gaat om gemiddeld twee a drie formatieplaatsen per bank en daar is geen plan op te maken. De verantwoor delijken bij de achthonderd plaatselijke banken zijn er per soonlijk verantwoordelijk voor om dit aspect in het perso neelsontwikkelingsbeleid mee te nemen. Onze uiteindelijke conclusie is, dat het be leid van de plaatselijke banken zeker niet moet leiden tot een uitbreiding van het per soneel. Wij hebben als Rabobankorganisatie echter de intentie om dit soort verminderin gen van het personeelsbestand zonder ge dwongen ontslagen te laten verlopen.'

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1992 | | pagina 3