Rabo band :jïU I Nummer 1/13 januari 1992 De kijk op van De kijk op van Klaas Veen (I), algemeen directeur Schretlen Co NV. De strijd om de vermogende particulier zal zich in 1992 en volgende jaren verder ver scherpen. Door een actieve produktontwikke- ling hebben banken, verzekeraars en beleg gingsmaatschappijen gezorgd voor een enor me toename van het aantal produkten voor deze doelgroep. Honderden beleggingsfond sen alleen al in Nederland en talloze fiscaal- vriendelijke spaar- en verzekeringsprodukten zijn de afgelopen jaren geïntroduceerd. Van wege de benodigde produktspecialistische kennis bij de adviseur, is de cliënt in veel ge vallen ook produktgewijs geadviseerd. In toe nemende mate blijkt, dat de onderlinge sa menhang tussen de diverse vermogenscom ponenten ontbreekt. De cliënt zelf, noch de diverse adviseurs, beschikken over voldoen de inzicht in de totale financiële positie van de cliënt. Ik verwacht een toenemende be hoefte bij de cliënt aan een portefeuillebena dering bij het beheer van alle relevante vermo gensbestanddelen, te beginnen bij relaties in de P/E-segmenten. Een professionele accountmanager, die be schikt over alle relevante informatie, zal het relatiebeheer voor deze cliënten dienen te verzorgen. De beschikbaarheid van up to date en flexibele informatiesystemen geldt daarbij als randvoorwaarde. De toegang tot een netwerk van specialisten is evenzeer van eminent belang. Op basis van de bij Schretlen Co aanwezige mogelijkheden op dit terrein voorzie ik voor 1992 en volgende jaren goede mogelijkheden voor de Rabobankorganisatie. Gezamenlijk met de aangesloten banken en IRIS zal Schretlen Co zich de komende ja ren inzetten om de ruim 70.000 relaties in de P/E-segmenten, die hun beleggingszaken bui ten de Rabobankorganisatie hebben onderge bracht, ook op dat terrein voor onze organisa tie te winnen. Hans Veldman, directeur Bankzaken Rabo bank Westfriesland-Oost. De Rabobank Westfriesland-Oost is op 1 juli 1991 ontstaan uit een fusie van vijf lokale banken. Hoewel de juridische en bestuurlij ke fusie op deze datum tot stand kwamen, zijn de banken tot op heden vrijwel blijven functioneren als voordien. De administratie ve fusie, alsmede het opzetten van de nieu we organisatie, zal gefaseerd plaatsvinden in de eerste helft van 1992. In die zin nadert voor de medewerkers een drukke en span nende periode. Uitgangspunt bij de nieuwe Kees Voogt, directeur Centrale Dienst Perso neel. Vanaf 1990 is er veel energie gestoken in het personeelsontwikkelingsbeleid. En dat ver oorzaakt beweging en verandering. Zijn al die veranderingen in het personeelsmanagement nu echt nodig, kun je je afvragen. Ja, want ons sociaal beleid was Igoed, maar het f moet béter, of lie ver gezegd an ders. Om in de ipÉ«| égt. komende jaren de concurrentie aan te kunnen, is een efficiënte en kwa- hoogwaar- dige organisatie r nodig, die de bes- I te produkten en En die worden ge leverd door mensen, onze medewerkers. Dus zal het komende jaar mede in het teken staan van een personeelsmanagement waarin ver breding en verdieping van het kennisniveau grote aandacht moet krijgen. En daarbij zal ook belangrijk zijn, dat de mobiliteit in functie en werkplek echt een rol gaat spelen. Het is daarbij mijn vaste overtuiging dat we ons werk in de komende jaren niet met steeds meer mensen kunnen gaan doen. Sterker nog, voor 1992 zal de groei in de personeels omvang tot stilstand moeten komen. En in de jaren daarna zal het nodig kunnen zijn, dat we met minder medewerkers verder moeten. Is dat bedreigend? Nee, dat is het niet. In de eerste plaats niet, omdat alleen al het natuur lijk verloop per jaar groter is dan de totale ver wachte afname in vijf jaar. Vervolgens ont staan ervoor velen ook nieuwe kansen, waar bij de Interne Arbeidsmarkt een belangrijke rol kan spelen. Maar daarbij zullen wij over en weer ook verplichtingen op ons moeten ne men. Veranderingen zullen van ons allen de nodige flexibiliteit vragen. Juist ook als voor iemand persoonlijk de verandering moeilijk is. Maar bij ongewijzigd beleid zullen de moeilijk heden voor velen zeker niet minder worden. We moeten de organisatie voor klanten en medewerkers gezond houden. En daarvoor is moed en doorzettingsvermogen nodig. Dat wens ik ons allen in 1992 toe! organisatie is, dat de klan ten worden bediend vanuit de lokale vestigingen. Met deze keuze voor plaatselijk bankieren worden de oor spronkelijke kantoren de verkooppunten van de bank met een eigen afzet- verantwoordelijkheid. Lo gistieke ondersteuning, alsmede kwalitatieve on dersteuning bij de afzet van produkten, zal plaats vinden vanuit de centrale vestiging, waarbij bewust is gekozen voor de naam Dienstencentrum. Dit Dien stencentrum zal worden gebouwd in het hart van de economische ac tiviteiten in West-Friesland: het Agri Busi ness Complex, nabij de veiling WFO. Als de banken dan na de zomervakantie ook admi nistratief en organisato risch zijn samengevoegd, ontstaat er weer tijd en ruimte voor het bewerken van de markt. Het is daarbij belangrijk als eenheid naar buiten te treden, hetgeen van de medewerkers een grote mate van flexibiliteit en aanpassing zal vragen. Hoewel ik nog slechts kort op deze bank werk zaam ben, merk ik dat alle medewerkers zeer gemo tiveerd zijn om deze fusie tot een goed eind te bren gen. Daardoor zullen wij ons kunnen presenteren als een professio nele en commerciële bank. Alleen op die wij ze kunnen wij onze coöperatieve doelstelling waarmaken.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1992 | | pagina 14