JFh
Rabo
band
Uit de bank geklapt
Ook hulp aan cliënt?
Brede Herwaardering
A-rente laag?
rr- y
Nummer 21/4 november 1991
De bankwereld is in beweging. Er gebeurt veel. Steeds weer komen we voor verrassingen te staan.
Al werk je bij een bank, niet altijd is duidelijk wat de betekenis van bepaalde woorden of zaken is.
In deze rubriek willen we antwoorden geven op vragen als: 'Wat betekent dit', 'Waarom gebeurt dat?' en 'Wat zit daar nu achter?'.
'Na een bankoverval wordt het personeel
van een lokale bank desgewenst begeleid
door de Bedrijfsgezondheidsdienst. Is die
hulp er ook voor cliënten die op het mo
ment van een overval in de bankhal aanwe
zig waren?'
'Er wordt in ieder geval ook
aandacht besteed aan de
cliënten', meldt drs. Frans
van Slagmaat van de BGD-
RABO. 'In het algemeen is
het zo, dat het manage
ment van de betrokken
bank - samen met de poli
tie - nagaat wie er op het moment van de
overval in de bankhal aanwezig waren. Dat
kunnen niet alleen medewerkers en cliën
ten zijn, maar ook personeel van een exter
ne firma, bijvoorbeeld een elektriciën. Voor
de begeleiding van het bankpersoneel
wordt direct de personeelsadviseur van het
regiokantoor - de '0P0' - ingeschakeld. En
als er behoefte aan is, ook iemand van de
BGD-RABO. Wij adviseren de lokale banken
om ook aandacht te schenken aan de ande
re aanwezigen. Even een telefoontje, een
bezoekje of een bloemetje is heel belang
rijk. Daarmee laatje als bankje betrokken
heid zien. Voor de 'echte' begeleiding kan
Vragen van lezers worden behandeld
door deskundigen. Het adres is:
Redactie Raboband, Uit de bank geklapt,
interne adrescode UCR 514,
fax (030) 901904.
de bank verwijzen naar het Landelijk Bureau
Slachtofferhulp. Dat heeft in veel plaatsen
een vestiging. Ook de politie schenkt tegen
woordig veel aandacht aan hulpverlening.
En in incidentele gevallen kunnen cliënten
ook hulp zoeken bij de BGD-RABO.' Van
Slagmaat benadrukt: 'Het belangrijkste is in
ieder geval dat alle slachtoffers van een
overval desgewenst hulp kunnen krijgen en
niet tussen de wal en het schip raken.'
'Ik lees steeds weer over de Brede Her
waardering. Wat is dat nou eigenlijk?'
aan een wetsvoorstel voor te bereiden om
oneigenlijk gebruik van lijfrenten tegen te
gaan. Het heeft lang geduurd. In 1987
kwam er een voorontwerp, dat een stroom
van kritiek teweeg bracht. Het wetsvoorstel
Brede Herwaardering van 1989 is dan ook
een aantal keren ingrijpend gewijzigd. Dit
voorjaar werd het wetsvoorstel in de Twee
de Kamer aangenomen. Het wordt op dit
moment behandeld in de Eerste Kamer. De
invoering geschiedt op 1 januari 1992. La
gendijk: 'De Brede Herwaardering betekent
wijziging van de Inkomstenbelasting. Vol
gens de wetswijziging vervalt de maximale
lijfrentepremie-aftrek van ruim f 17.000,-. In
het nieuwe systeem is het maximale bedrag
onder andere afhankelijk van de pensioen
voorziening die iemand al heeft en van het
inkomen en de gezinssituatie. Het bedrag
kan daardoor variëren van vijf- tot zeventig
duizend gulden. De lijfrente-aftrek wordt ver
kregen voor een aantal doelen, waarvan de
belangrijkste zijn: eigen pensioen, nabe
staandenpensioen en een tijdelijke lijfrente
tot aan de pensionering, de zogenaamde
overbruggingslijfrente. Het maximumbedrag
dat na afloop van een kapitaalverzekering,
zoals de Spaar-Optimaalhypotheek, belas
tingvrij mag worden uitgekeerd komt op
f 220.000,- en er kan per persoon nog maar
één keer van deze regeling gebruik worden
gemaakt.'
'Ik werk bij Rabobank Nederland en hoor
van lokale banken regelmatig de opmer
king, dat Rabobank Nederland steeds
meer kosten doorbelast maar niets aan de
a-rente doet. Wat is nu precies de a-rente
en waarom vinden de plaatselijke banken
die rente zo laag?'
'Deze vraag kan niet zo
maar even worden beant
woord', zegt Christ van
Roovert, hoofd Centrale
Dienst Financieel Econo-
misch Beheer. 'In het kort
kun Je stellen dat de a-
rente de rente is die
Rabobank Nederland aan de plaatselijke
banken betaalt over de verplicht aangehou
den rekening-courant tegoeden. Veel lokale
banken vinden die a-rente laag omdat ze
die rente vergelijken met de marktrente.
Die ligt nu op zo'n 9 procent en de a-rente
op 4,5 procent. Maar die vergelijking kan
niet zomaar worden gemaakt. Via de a-ren
te wordt bijvoorbeeld een aantal kosten
verrekend die Rabobank Nederland maakt
ten behoeve van de plaatselijke banken.
Daarnaast dragen de lokale banken via de
a-rente bij aan de winstgevendheid van
Rabobank Nederland.'
Tot zover het beknopte antwoord van Van
Roovert. Voor de liefhebber geeft hij een
wat uitgebreidere uitleg over het hoe en
waarom van de a-rente: 'Rabobank Neder
land heeft in het kader van het gemeen
schappelijk functioneren van de Rabobank-
organisatie drie taken. Ten eerste zorgt zij
ervoor dat de organisatie als geheel vol
doet aan eisen die allerlei externe instan
ties - zoals de Nederlandsche Bank - stel
len met betrekking tot bijvoorbeeld liquidi
teit en solvabiliteit. Ten tweede vult Rabo
bank Nederland de lokale banken aan met
bepaalde taken. Bijvoorbeeld het financie
ren van heel grote klanten, het internatio
nale bedrijf, heel specialistische produkten
of interbancaire zaken, ook wel het eigen
bankbedrijf van Rabobank Nederland ge
noemd. En last but not least verleent Rabo
bank Nederland de lokale banken tal van
diensten die om welke reden dan ook beter
centraal dan lokaal kunnen gebeuren, zo
als automatisering, kredietbeoordelingen,
produktontwikkeling of specialistische ad
viezen.' Om al deze taken uit te oefenen
maakt Rabobank Nederland kosten voor
personeel, gebouwen en inventaris. Maar
ook heeft Rabobank Nederland financie
ringsmiddelen nodig. Van Roovert: 'Die
middelen gebruikt Rabobank Nederland
vooral om haar liquiditeitstaak uit te oefe
nen en om leningen te verstrekken aan gro
te coöperaties. De lokale banken stellen
deze middelen ter beschikking via de liqui
diteitsregeling. Deze regeling zegt, dat elke
lokale bank alle toevertrouwde middelen
die ze niet zelf gebruikt - en dat moet ten
minste 18 procent zijn - aan Rabobank Ne
derland beschikbaar moet stellen. Daar
over ontvangen de banken dus de a-rente.'
Maar waarom is die dan lager dan de
marktrente? Van Roovert: 'Dat heeft een
aantal oorzaken. De diensten die centraal
worden verricht, brengen zoals gezegd veel
kosten met zich mee. Zo'n 80 procent
daarvan wordt doorbelast aan de lokale
banken. De rest wordt als het ware inge
houden op de a-rente. Momenteel is dat
ongeveer 1 procent. Maar er wordt op de a-
rente nog meer ingehouden. Het eigen
bankbedrijf van Rabobank Nederland is -
ook relatief - aanzienlijk minder winstge
vend dan het bankbedrijf van de lokale ban
ken. Toch is dat centrale bankbedrijf voor
de organisatie een noodzaak. Want als
Rabobank Nederland die taken niet zou uit
oefenen, zou onze organisatie veel kleiner
zijn dan nu het geval is. Afgesproken is dat
het relatieve winsttekort van Rabobank Ne
derland min of meer wordt aangevuld door
de lokale banken. Over een langere termijn
genomen is de a-rente inclusief die twee in
houdingen ongeveer gelijk aan de markt
rente. Bij een hoge en stijgende rentestand
is de a-rente lager, bij een lage en dalende
rentestand hoger. De rente-opbrengsten
van deze middelen schommelen veel min
der dan de marktrente. De huidige rente
stand van 9 procent is relatief hoog: in
1988 was dat nog onder de 6 procent.'
Van Roovert besluit: 'Voor mensen die over
dit onderwerp écht het naadje van de kous
willen weten beveel ik graag de in januari
1990 verschenen brochure 'Interne finan
ciële verhoudingen Rabobankorganisatie'
aan.'
'Simpel gezegd is de Brede
Herwaardering een wijzi
ging in de fiscale wetgeving
met betrekking tot toe
komstvoorzieningen en spa
ren via levensverzekerin
gen', aldus Alfred Lagen
dijk, fiscaal en juridisch ad
viseur bij Interpolis. In 1974 kondigde de
toenmalige staatssecretaris van Financiën