Het meest onderschatte Europese kantorennet 'G Rabo band 'We hebben met onze samenwerkingspartners 12.592 kantoren in Europa. Dat is indrukwekkend. Zeker als je dat vergelijkt met de zeer beperkte aantallen van de andere Nederlandse banken.' Aan het woord drs. Wouter Kolff. Hij is plaatsvervangend hoofd van het directoraat Buitenland. Hij zet de internationale ontwikkelingen van de Rabobank op een rijtje. 'Als je kijkt naar de prognoses van volgend jaar, dan zitten die ongeveer een 70 procent boven die van dit jaar. We zijn dus vrij ambitieus bezig.' 4%. Nummer 21/4 november 1991 rote en zeer grote internationale ondernemingen bankieren bij de buitenlandse kantoren van de Rabobank', stond onlangs in één van de gro te advertenties, waarin de Rabobank zich aan Nederland voorstelde. Kolff: 'Neem bijvoorbeeld de portefeuille van kantoor Londen. Van de driehonderd grootste onder nemingen in Engeland, bankieren er honderd bij de Rabobank. Dat is een heel goede per formance.' Derde plaats Als internationaal opereren de food en agribusiness bank is de Rabobank één van de groten. 'In Amerika worden we in geschaald als de derde bank', stelt Kolff vast. 'Dus niet als buitenlandse bank, maar als de derde in totaliteit met bemoeienissen in de food en agribusiness sector. Dat geeft wel weer hoe sterk de accenten zijn gelegd. Mondiaal zijn we nog duidelijk in de opbouw fase. Maar door ons beleid hopen we vrij snel een duidelijke plaats in de markt te krijgen. Dat bereik je als je bewuste keuzen maakt en accenten legt.' Eigen kantoren Ook buiten Europa heeft de Rabobank één eigen kantorennet. Op bijna alle continenten is de bank aanwezig: Noord en Zuid-Amerika, Azië, Australië en natuurlijk Europa. Kolff: 'We willen een internationale bank zijn met de nadruk op Europa. Het inter nationale willen we voor een belangrijk deel invullen in de food en agribusiness. Niet meer zuiver agribusiness, we hebben food eraan toegevoegd. Want agribusiness associeert te veel met primaire agrarische activiteiten. En die financieren we, met uitzondering van een aantal projectfinancieringen, niet.' Netwerk 'In de Verenigde Staten komt de food en agribusiness filosofie het meest tot zijn recht. New York heeft zich historisch sterk toegelegd op die sector. Daardoor hebben ze een zeer gespreide portfolio. New York heeft relatief nog weinig cliënten in de algemene bedrijvenmarkt. Daaraan zal nu meer aan dacht worden besteed. Dan kom je vanzelf toch weer terecht bij die hele bekende, inter nationaal opererende bedrijven. Dat is be langrijk voor onze netwerkfilosofie. Dat soort bedrijven heeft weer dochters in Nederland. Misschien bankieren ze al bij een aangeslo ten bank of bij onze kantoren in België of in Frankrijk. Vanuit de netwerkfilosofie is het be langrijk dat we ook dat stuk van de markt meenemen.' Wederzijds Voorheen was het uitgangs punt dat Buitenland en de buitenlandactivitei ten er voornamelijk zijn om de cliënten in Ne derland van dienst te kunnen zijn. 'Natuurlijk is buitenland er voor binnenland', reageert Kolff: 'Van de driehonderd grootste ondernemin gen in Engeland bankieren er honderd bij de Rabobank. Kolff. 'Maar binnenland is er ook voor buiten land. Op het moment datje als internationaal bedrijf een volwassen eigen positie hebt, gaat het niet meer om eenzijdige dienstbaarheid. Je bent allebei, zeg maar, loten van diezelfde stam. En die zijn er voor elkaar.' Breed pakket 'We hebben hele duidelijke en strakke rendementsnormen, die dwingen om op een breder spectrum bezig te zijn. Oor spronkelijk was het buitenlandbedrijf nogal sterk krediet-georiënteerd. We willen nu een verbreding en verdieping van ons pakket realiseren. Dus dat zijn zaken als trade finan- ce, corporate finance, private banking, wat meer sophisticated treasury diensten en off balance sheet produkten. We willen die dien sten steeds meer als pakket aan de cliënt aanbieden. Cross-selling dus. Niet alleen maar krediet, maar een heel pakket van ban caire diensten verkopen.' Samenwerking In Europa zijn samen werkingsovereenkomsten gesloten met an dere grote banken. Daarbij gaat het om Frank rijk, Spanje en Engeland. Kolff: 'Dat zijn de landen waar Nederland een belangrijk itri en export volume heeft, met name waar het gaat om het middelgrote en kleinere bedrijfs leven. De basisfilosofie is toch, dat we eigen kantoren hebben in de meeste Europese lan den. Maar daarnaast is het uit hoofde van ef ficiency en een goede dienstverlening nuttig om gebruikte maken van diensten van die an dere banken. Als een cliënt in Lyon zit en je hebt er zelf geen kantoor dan is het veel logi scher om daar Crédit Agricole bij in te schake len.' Eurodesk Als plaatselijke banken iets met 'buitenland' willen doen, zal de nieuw op gerichte Eurodesk vaak het eerste contact worden. 'De samenwerkingsovereenkomsten met andere banken worden gekanaliseerd via die Eurodesk', legt Kolff uit. 'Als er vragen zijn over de mogelijkheden van bijvoorbeeld de ADCA-BANK, Lloyds of Banco Popular, kan men daarover bij de Eurodesk een antwoord krijgen. Er wordt dan ook bekeken wie de plaatselijke bank en haar klant verder bege leidt. Er is één telefoonnummer waar het pro bleem wordt opgelost. Dat nummer is (030) 901040.' Méér samenwerking Waarom kunnen de plaatselijke banken niet rechtstreeks de sa menwerkingspartner benaderen? Kolff: 'Wij willen bereiken dat de cliënt van de plaatselij ke bank het gevoel heeft ook in het buiten land door de Rabobank te worden begeleid. Hiertoe is een structuur opgebouwd die deze doelstelling ook waar kan maken. Dat is nu eenmaal de enige manier om snel en doel treffend problemen te kunnen oplossen. Dat concept loopt nu al voor de Banco Popular in Spanje. Dat zal zo ook gaan lopen voor Crédit Agricole en voor Lloyds. We zijn ook bezig met samenwerking in Italië. Dat wordt dit jaar nog afgerond. Hetzelfde geldt voor Duitsland.' Kansen De concurrenten hebben het mo menteel niet gemakkelijk. 'De integratie van ABN en Amro is inderdaad een hele zware in greep. En de NMB-Postbank zit met een dub bele fusie met Nationale Nederlanden', be vestigt Kolff. 'Het laat zich raden wat daar voor tijd in gaat zitten. Wij hopen die tijd te kunnen gebruiken om zowel in het binnenland als in het verlengde daarvan ook in het buiten land ons marktaandeel vrij aanzienlijk te ver groten.' Geven de concurrenten die kans? 'Ik vind dat we die kans moeten nemen. We zijn zelf een sterke bank. En we hebben goeie mensen in huis. Het gaat erom de zaken zo danig te organiseren, te managen, dat we die doelstellingen bereiken.' Aantal kantoren Als het gaat om toekom stige ontwikkelingen vindt Kolff de omvang van het kantorennet op zich niet zo belangrijk: 'Natuurlijk zullen we in aantallen kantoren groeien. We denken daarbij vooral aan wat kleinere eenheden die zich bijvoorbeeld rich ten op specifieke activiteiten zoals trade fi nance, agri projectfinanciering en private ban king. Maar het kernbedrijf dat we hebben, ligt er ongeveer. Daar ligt de nadruk. Verder zullen we het Europese netwerk nog moeten uitbrei den. Buiten Europa hebben we ook nog een aantal landen op ons verlanglijstje staan.' 'We willen groeien maar niet tot elke prijs', stelt Kolff vast. 'De gecontroleerde groei willen we houden om de risicoprofielen die er nu liggen, te handhaven. Eén van de problemen die we daarbij zullen ontmoeten is, dat het nogal wat management en know how vereist om die doelstellingen ook inder daad te realiseren. Maar met een stukje en thousiasme komen we er zeker.'

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1991 | | pagina 5