Rabo band De Ratinginstituten en de drie grote Nederlandse banken De ratings Nummer 18/23 september 1991 land bijvoorbeeld problemen heeft, dan bel len ze op en vragen ze hoeveel wij op Rus land hebben te vorderen', licht Van Lange toe. 'Het resultaat van het overleg is jaar lijks een rating. Dat kost je bij Standard and Poor's en bij Moody's x duizend dollar en dat is het dan. Bij IBCA ligt het anders. Die meldt zich en vraagt of ze ons mogen raten. Zij hebben klanten aan wie ze rappor ten van door hen beoordeelde banken ver kopen. Omdat de Rabobank internationaal steeds belangrijker wordt, willen ze daar rapporten over de Rabobank bij hebben. Het werk van IBCA hoeven wij dan ook niet te betalen.' Betalen De rapportage van IBCA naar haar klanten is uitvoeriger dan die van de an dere instituten. Het rapport over de Rabo bank omvat een pagina of vijftien. Het be gint met de structuur van de organisatie en geeft informatie over de richtlijnen van de Nederiandsche Bank en de presentatie van de jaarrekening. Vervolgens komt de perfor mance van de bank aan de orde, de balans, de verlies- en winstrekening, de marktposi ties, een analyse van de jaarcijfers. IBCA leeft dus in eerste instantie van het geld dat zij ontvangt van kopers van de rapporten waarin de beoordeelde banken zijn beschre ven. Thomson BankWatch snoept van twee walletjes. Zowel de onderzochte bank als de afnemer van de informatie moeten beta len. Voordelen Wat heb je als bank in de da gelijkse praktijk aan een AAA-rating? Van Lange: 'Met een goede rating kun je in de professionele markten makkelijker opere ren. Met name als je gefund wilt worden, dus als je geld wilt opnemen, dan bied je meer zekerheid aan de marktpartij dan wanneer je geen goede rating hebt. Dat be tekent ook dat je als bank over het alge meen goedkoper geld kunt opnemen dan wanneer je de allerhoogste rating niet hebt. Zelfs als het niet of slechts ten dele in de prijs tot uitdrukking komt, dan is het toch altijd zo dat men liever aan een AAA-bank geld leent, dan aan een AA- of een A-bank of aan eentje die in de C-categorie zit.' Zekerheid Naarmate een bank een ho gere rating heeft, is men vaak bereid geld goedkoper bij die bank te stallen. 'Dat bete kent dat de tegenpartij in die situaties met een iets lagere rente genoegen neemt, om dat men er zeker van kan zijn dat het geld na afloop weer beschikbaar is', licht Van Lange toe. 'Er zijn heel wat situaties waarin dat niet het geval was. Kijk maar naar een bank als de BCCI, die onlangs in de proble men is geraakt. Als men het fenomeen ra ting had gekend, en men had gekeken hoe die bank werd beoordeeld, dan had men ontdekt dat er een slechte rating of mis schien zelfs geen rating was afgegeven. Of dat ze een paar keer gedowngraded was. Dan had men zich nog wel een keer achter de oren gekrabd. Bovendien hebben de voordelen niet alleen betrekking op funding. Een hoge rating kan ook deuren openen. Met zo'n partij wil je immers wel zaken doen!' Solide Wie werken er met de informatie van de ratinginstituten? 'De Rabobank bij voorbeeld', zegt Van Lange. Bij bankanaly- ses worden onder meer aan de hand van de gegevens van de ratinginstituten, banken op hun kredietwaardigheid beoordeeld. Bij die afdeling hebben ze een kast vol met rappor ten. Zij beschouwen de ratinginformatie als een kwaliteitskenmerk in de zin van, hoe stevig en so lide een bepaalde bank is, ook op langere ter mijn. Er blijkt niet uit of een bank de beste dienstverlener is als het gaat om lenen, sparen of effecten. Maar welke is de meest solide, waar van je bijvoorbeeld kunt verwachten dat die er niet alleen nu maar ook in het jaar 2000 nog is. Andere banken maken er op die manier gebruik van als ze ergens anders gelden willen stallen. Maar het kunnen ook pensioenfondsen, levens verzekeraars of bedrijven zijn.' Coöperatie Er is vol gens Van Lange heel wat uitleg voor nodig om aan een Amerikaans of een Engels ratinginstituut duidelijk te maken datje als coöperatieve bank een instelling bent, die niet is gericht op maximale winst: 'Bij hun kwaliteitsbeoordeling is een hoge winst eigenlijk het mooiste. Hoe meer winst hoe beter. Zij zijn dus gebaat bij fraaie winstcij fers en flinke stijgingen.' Consistency Waar kijken de ratinginsti tuten zoal naar? Van Lange: 'Ratinginstitu ten hebben onder andere oog voor wat Ame rikanen consistency noemen. Ze hebben het dan over zoveel mogelijk bestendigheid in ontwikkelingen als winst, groei van de ba lans, de kredietverlening en de middelen. Ze hechten dus meer aan een bank waar de Rabo bank ABN AMRO NMB Postbank Moody's Long term Short term CD V Q_ Aal P-1 Standard and Poor's Longterm Short term AAA A-1 AA- A-1 A-1 IBCA Long term Short term AAA Al AA Al AA Al Thomson BankWatch A A/B B/C Moody's, Standard and Poor's en IBCA hanteren AAA voor de lange ter mijn. Moody's heeft als hoogste waarde ring voor de korte termijn de aanduiding P-1, Standard and Poor's A-1+ en IBCA A1+. Bij Thomson BankWatch is één en kele A de hoogste waardering. IBCA kent ook de individual rating. Die geeft weer hoe goedje als instituut, als bank, bent. Het gaat dan om de performance van het totale bedrijf. Ook in die categorie heeft de Rabobank sinds kort de hoog ste waardering (A). Op één onderdeel heeft de Rabobank niet de hoogste ra ting en kan die ook niet verwerven. Het gaat om de legal rating. Die heeft betrek king op de staatsgarantie die de Rabo bank in slechte tijden zou moeten behoe den. De Nederlandse overheid geeft die garantie niet en daarom is op dat punt de op een na hoogste rating toegekend. Dat is het enige onderdeel van welke soort rating en van welk van die vier in stituten dan ook, waarvan de Rabobank niet de hoogste rating heeft. In dit overzicht zijn uitsluitend ratings voor 'bank depositsaan gegeven. Aan schuldpapier afzonderlijk toegekende ratings zijn niet vermeld. Zo heeft de NMB Postbank Groep, evenals ABN AMRO en de Rabobankorganisatie, een P-1 rating voor commer cial paper. Heeft uitsluitend betrekking op de ABN. uitschieters minder groot zijn. Die schatten ze hoger in dan een bank die met grote uit schieters werkt. Beheersing van risico's, strategisch opereren, kwaliteit van het ma nagement, dat zijn ook zaken die van belang zijn. Verder lopen de onderzoekers van de ratinginstituten de resultatenrekening hele maal door. Op alle fronten. Dat begint bij de rentemarge, een analyse daarvan, het ren- terisico dat een bank loopt. Ze kijken naar de provisies, ze willen weten hoe die zijn sa mengesteld. Hoe is het bijvoorbeeld met de provisie in het assurantiebedrijf?' Betalingsverkeer Als belangrijk wordt ook het betalingsverkeer ervaren. Van Lan ge: 'Dat vergt natuurlijk toch nogal wat uit leg. Amerikanen zijn een heel ander be- talingsverkeersysteem gewend dan wij. Als we belangrijke wijzigingen doorvoeren in het particuliere en zakelijke betalingsverkeer, dan moetje ze dat uitleggen. De verschui ving, die je daardoor krijgt vanuit rente naar provisie, dat moeten en willen ze ook we ten.' Kosten 'En dan de ontwikkeling van de kosten. Die stijgen meer dan zou mogen. Je moet uitleggen, dat er in Nederland een bank-cao is. Dat alle banken daar aan mee doen. Ze moeten ook weten waarom we toch weer wat méér mensen in dienst heb ben genomen dan de andere banken. Het zijn allemaal zaken die uitgebreid moeten worden toegelicht.' Van Lange vindt, dat de ratinginstituten hun werk goed doen. Ze zijn degelijk en heb ben goede mensen in dienst. Van de Rabo bank krijgen ze alle informatie die ze willen. 'Vroeger zijn we nog wel eens wat terughou dender geweest met het verstrekken van ge gevens. Maar nu staan we op het standpunt dat alles watje niet doorgeeft, ook niet kan worden gebruikt. Je bent het meest gebaat bij het werken op vertrouwensbasis. Wij ver tellen waar het op staat en geven alle infor matie, ook als het eens een keer tegenzit. Dan heb je veel meer kans dat ze zeggen, ach ja, dat is een tegenvaller. Anders lezen ze het misschien later wel in de krant.'

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1991 | | pagina 9