Rabo hand Uit de bank geklapt Vendorlease Consumentensegmenten en cliëntengroepen Banktermen Bank in Beeld met vakantie Cash management Nummer 15/12 augustus 1991 De bankwereld is in beweging. Er gebeurt veel. Steeds weer komen we voor verrassingen te staan. Al werk je bij een bank, niet altijd is duidelijk wat de betekenis van bepaalde woorden of zaken is. In deze rubriek willen we antwoorden geven op vragen als: 'Wat betekent dit', 'Waarom gebeurt dat?' en 'Wat zit daar nu achter?'. 'Wat is Vendorlease nu eigenlijk?' 'Het is een samenwerking tussen De Lage Landen Vendorlease en leveran ciers van bedrijfsmiddelen als transportmiddelen en automatiseringsapparatuur. Doel ervan is de afzet van de' leverancier te bevorde ren.' Aan het woord is Frank Coppens, werkzaam bij de afdeling Marketing van De Lage Landen Vendorlease. 'Er is een sterk toenemende vraag naar leasing van be drijfsmiddelen. De leveranciers daarvan wil len op die vraag inspelen door eigen lease activiteiten te ontwikkelen. Het probleem is echter dat het voor een leverancier niet zo eenvoudig is een eigen leasemaatschappij op te richten. Voor de meesten is het vol strekt nieuw. Het ontbreekt dan aan des kundige mensen en aan ondersteunende automatiseringssystemen. De Lage Landen Vendorlease kan deze leveranciers onder steuning bieden. Concreet gaat het daarbij om financiering en beheer van de leasepor tefeuille, fiscale en juridische ondersteu ning, acceptatie van nieuwe debiteuren en overname van het debiteurenrisico. Maar ook op het gebied van opleiding en training van het verkooppersoneel, verzekering, fac turering en incasso kunnen wij behulpzaam zijn.' De begrippen cliëntengroepen en consu mentensegmenten worden door elkaar ge bruikt. Bijvoorbeeld: segment 3-consu- ment en P-cliënt. Wat is het verschil? 'Het zijn inderdaad twee heel verschillende begrip- B pen', bevestigt Peter Hou- fy ba van Marketing Support vParticulieren. 'De particu- lierenmarkt is door de Rabobank verdeeld in con sumentensegmenten. Een consument kan, maar hoeft geen cliënt te zijn van de Rabobank. We hebben het dan over de volgende segmenten: P van primair, E van ex tra, S van standaard en B van basis. Daaraan liggen ten grondslag inko men, bezit onroerend goed en finan ciële beleggingen. Het P-segment heeft het hoogste inkomen en/of een hoge waarde aan onroerend goed en/of een groot bedrag aan financiële beleggingen. Los daarvan hebben we onze eigen cliënten onderverdeeld. Naast de consumentensegmenten zijn er dus'de cliëntengroepen. Daar bij verdelen we de bestaande cliënten in de groepen 1, 2, 3 en 4. We geven Vragen van lezers worden behandeld door deskundigen. Het adres is: Redactie Raboband, Uit de bank geklapt, interne adrescode UCR 514, fax (030) 901904. daarmee aan of we te maken hebben met 'grote' of 'kleine' cliënten. Een cliënt in groep 1 is een 'grote' cliënt omdat hij één of meer diensten boven een bepaald niveau afneemt. Bijna altijd zijn deze cliënten zeer rendabel voor de bank. Een cliënt in groep 4 is een 'kleine' cliënt omdat hij één of meer diensten op een heel laag niveau af neemt. Deze cliënten zijn niet of nauwelijks rendabel voor de bank.' De indeling in con sumentensegmenten en cliëntengroepen Intern Cliënten groepen Extern Consumenten segmenten 12 3 4 P E S B De ideale, hoogst haalbare combina tie Nog mogelijkheden tot relatieverdie- ping Niet mogelijke combinatie wordt gebruikt bij het inventariseren van de markt. Houba: 'De kwaliteit van het eigen cliëntenbestand is bij iedere bank bekend. Een cliënt in cliëntgroep 1 behoort volgens onze eigen definitie tot het P-segment. Een cliënt in groep 2 ten minste tot het E-seg- ment. Daarvoor heb je geen inventarisatie van de markt nodig. Om er echter achter te komen welke cliënten in de groepen 3 en 4 tot de P/E-segmenten horen, is inventarisa tie van de markt de enige oplossing. Cliën ten in groep 4 kunnen namelijk als consu ment zowel tot het P-, E-, S-, als het B-seg- ment behoren. Ten behoeve van marktbe werkingsactiviteiten is het dus noodzake lijk te weten wie je wel en wie je niet actief kunt benaderen. Daarvoor moetje de con sument achter de cliënt kennen.' 'Waarom verschijnt er tijdens de vakanties geen Bank in Beeld?' 'Simpelweg omdat we te weinig mensen hebben om het hele jaar door de uit zending te verzorgen', ver telt eindredacteur Tonko Tomeï. 'Bank in Beeld is ooit begonnen als oplei dingsprogramma. We maak ten zes lange afleveringen per jaar. De uit zendfrequentie nam toe en Bank in Beeld werd van een opleidingsmedium een actu aliteitenrubriek, die elke week verschijnt. Uiteindelijk willen we naar een dagelijks journaal. In die discussie zitten we nu. We maken de huidige Bank in Beeld in feite nog steeds met een ploeg mensen, die is geba seerd op het oude stramien van opleidings programma. Dat kon je dus 's zomers stil leggen. Als je kijkt naar vakantiedagen, op leidingen, ziekte en het grote aantal over uren dat hier wordt gemaakt, dan zou je - wil je 52 weken per jaar uitzenden - gewoon meer mensen moeten hebben.' Waarom worden er dan niet meer medewerkers aangetrokken? To meï: 'Dat komt door de discussie die op dit moment speelt. De orga nisatie moet zich uitspreken over de frequentie van onze uitzendin gen. Pas als die beslissing is geno men, wordt besloten over nieuwe personeeltoewijzingen en andere veranderingen. We hopen dat we dit najaar zekerheid hebben. Als we er meer mensen bij krijgen, dan zul len we geen vakantiestops meer in lassen, maar het hele jaar door uit zenden. Aan het nieuwsaanbod in de organisatie ligt het niet, dat gaat ook het hele jaar door.' Het beheersen van de geldstromen binnen een bedrijf, met het doel vast te stellen: 1. Het kas- en banksaldo dat minimaal aanwezig moet zijn. 2. De omvang van de aan te trekken geldmiddelen. 3. De wijze waarop liquiditeits overschotten op de meest voordelige wijze kunnen wor den belegd. 4. Op welke wijze en in welke mate de cash flow kan worden verhoogd. Bron: NIBE Bank Lexicon

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1991 | | pagina 6