Personeels planning: van beleid naar praktijk Raho band Goede sfeer terug Personeelsontwikkelingsbeleid, personeelsmanagement en per soneelsplanning zijn veel ge hoorde begrippen binnen onze organisatie. Voor menigeen zal inmiddels ook duidelijk zijn wat met die begrippen wordt be doeld. Maar wat betekent de vertaling van deze begrippen naar de dagelijkse praktijk. Aan het woord Jan Knijn, directeur van de Rabobank Bennebroek. 'Medewerker is de spin in het web' Sociale ontwikkelingen en trends 1990 Personeelsplanning kan in de praktijk worden ingevuld voor de totale bank, maar ook afdelingsgewijs. Het resul taat van beide is een personeelsplan. De Rabobank Bennebroek koos voor een afde- lingsgewijze aanpak, te beginnen met de af deling Particulieren. Knijn: 'Bepalend voor deze keuze waren wat knelpunten die zich op deze afdeling voordeden. Deze manifesteerden zich met name op het ge bied van een actieve benadering van de P/E- segmenten. Toen ik in 1988 in Bennebroek begon, waren er in de voorafgaande periode veel wijzigingen geweest in de directie en de staf. Dit had onrust veroorzaakt en ook de cliënten waren hun vertrouwde aanspreek punt binnen de bank kwijt. Mijn eerste taak luidde dan ook: Breng de sfeer terug en zorg dat de cliënten weer graag naar onze bank komen voor een goed advies. Dat is prima gelukt, maar het in goede banen leiden van de stroom werkzaamheden die daaruit voortkwam, leverde een probleem op.' Kwaliteit succes Sociaal beleid en ondernemingsbeleid zijn rechtstreeks aan elkaar gekoppeld. Wanneer wordt gekozen de nadruk op een bepaald segment van de markt te leggen, zal eerst de organisatie binnenshuis geregeld moeten zijn. Het is niet aan te raden een vraag op te roepen die vervolgens niet goed kan worden beant woord. Goed gekwalificeerd personeel be paalt mede het succes van het commercië le beleid. Om die personele bezetting te op timaliseren is een personeelsplan nodig. Hierin worden acties en maatregelen be schreven om van de huidige naar de ge wenste situatie te komen. Dit kan betrek king hebben op bijvoorbeeld het opleidings niveau, de ambitie en mogelijkheden van de medewerkers. Opleidingsniveau Knijn over het perso neelsplan: 'Je start met het invullen van de individuele gegevens van de medewerkers, waarbij gevolgde opleidingen en diploma niveau zichtbaar worden. Vervolgens inven- tariseer je de huidige functies op de afde ling en maak je een inschatting hoe dit aan tal in de planperiode zou moeten zijn. Ook geef je aan welke functies zullen ontstaan als gevolg van het voorgenomen beleid. Na de beschrijving van de functies worden de ingevulde gegevens van de medewerkers af gezet tegen de functie-eisen. Op basis van de geconstateerde verschillen tussen func tie-eisen en de kennis en vaardigheden van de medewerkers worden opleidingsacties geformuleerd die verschillen verkleinen, dan wel elimineren. In overleg met de mede werkers wordt een individueel actieplan op gesteld. Daarin worden de te volgen oplei dingen en cursussen vermeld. De medewer kers ervaren dit als positief. Het verschaft namelijk duidelijkheid en geeft richting aan de eigen ontwikkeling. De medewerkers worden zo in staat gesteld te blijven vol doen aan de steeds hogere eisen. Ik vind wel, dat een goede ondersteuning en bege leiding van de medewerker belangrijk is voor de realisatie van de gestelde doelen.' Kernvragen Personeelplanning geeft antwoord op een aantal kernvragen. Die vra gen zijn onder meer: Waar staan we nu met onze bank en met onze medewerkers? Wel ke ontwikkelingen staan ons in de planpe riode te wachten? Hoe spelen we daar op in en wat zijn daarvan de consequenties voor de personele bezetting? Het personeels plan stelt de bank in staat op structurele wijze de vragen te beantwoorden. Knijn: 'Voor onze bank in Bennebroek betekent dit, dat wij qua organisatie en personele be zetting in staat zijn de toekomst met ver trouwen tegemoet te zien. Uit de functio neringsgesprekken kwam heel duidelijk naar voren dat openheid over het te voeren beleid en de betekenis daarvan voor ieder individueel, werd gewaardeerd.' Thema-tweedaagse Van januari tot en met maart 1991 hebben 1.200 managers van Rabobank Nederland en plaatselijke banken de thema-tweedaagse 'Personeels management' bijgewoond. Ook de heer Knijn was één van de deelnemers. 'Op die bijeenkomst hoorde ik van collega's, dat zij bang zijn voor de hoeveelheid werk die per soneelsplanning met zich mee zou brengen. Natuurlijk vraagt de inventarisatie van de in dividuele gegevens tijd. Maar alle gegevens zijn beschikbaar op de bank en door de af delingshoofden te verzamelen. In de prak tijk is dat binnen overzienbare tijd te doen.' Vervolg 'Ik werd op de thema-tweedaag se aangenaam verrast door het vervolg op personeelsplanning, namelijk potentieelbe- oordeling en belangstellingsregistratie. Im mers, als manager kun je ideeën hebben over de mogelijkheden van medewerkers, maar natuurlijk heeft de medewerker daar zelf ook zo zijn gedachten over. Om tot een optimale afstemmming te komen, praat je daar dan samen over. Een ander interes sant nieuwtje, waar ik op de bijeenkomst kennis mee maakte, was het instrument 'functiefamilies'. Hiermee kun je een mede werker op weg helpen, die bijvoorbeeld aan geeft een beheerstechnische functie te wil len, maar niet weet wat er op dat gebied aan mogelijkheden zijn.' Medewerker staat centraal 'Eigenlijk zie ik het zo: De medewerker is de spin in het web en via de draadjes wordt aangege ven welke richting iemand opwil. Maar het centrale gegeven is de medewerker zelf. Ik wil nu niet beweren dat wij dadelijk een mo- delbank zullen zijn, waar alles perfect is ge regeld. Maar met personeelsplanning breng je in kaart waar je als bank naar toe wilt. Voor de medewerkers schept dit duidelijk heid over hun functioneren in de toekomst. En daarmee zijn we denk ik al een heel stuk op de goede weg.' Directeur Knijn: 'Ik vind een goede ondersteuning en begeleiding van de medewerker belangrijk.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1991 | | pagina 13