Rabo
band
Wel of niet via de satelliet?
De plannen op een rijtje:
Televisie is een indringend medium. Het kan veel losmaken, een sfeer kweken. In de
loop van dit jaar wordt er binnen de Rabobankorganisatie een concreet voorstel voorge
legd hoe dit medium optimaal kan worden ingezet. Er zijn twee varianten. De eerste be
tekent een verhoging van de frequentie van het videoprogramma Bank in Beeld van één
naar twee keer per week. Dat krijgt daarmee nog meer het karakter van een actualitei
tenprogramma waarin het nieuws binnen de organisatie en achtergronden daarvan wor
den belicht. Een frequentieverhoging leidt tot een hogere actualiteit. Het tweede voorstel
behelst het invoeren van een dagelijks live-televisie-journaal. Op vaste tijdstippen, bij
voorbeeld elke ochtend om 8.30 uur (met een herhaling om 8.45 uur), worden ongeveer
een kwartier lang nieuwsfeiten, achtergronden en commentaren via de satelliet uitge
zonden. Zo'n journaal is te vergelijken met het NOS-journaal. Het heeft een hoge actu
aliteit en is altijd op een vast moment te bekijken. Vorig jaar vond op vijftig plaatsen een
experiment plaats met een dergelijk televisie-journaal. Uit onderzoek is gebleken dat
naar het televisie-journaal en Bank in Beeld ongeveer evenveel wordt gekeken. Bij het
journaal kijkt iedereen echter op een vast moment, terwijl bij Bank in Beeld de videoband
vaak dagenlang blijft ligen voordat ernaar wordt gekeken. Beide scoren zo'n 70 a 75 pro
cent. De kosten van invoering van het journaal via de satelliet zijn aanzienlijk hoger dan
de frequentieverhoging van Bank in Beeld. Met dien verstande dat de eenmaal geïnstal
leerde apparatuur (zogenaamde schotel-infrastructuur) ook voor andere doeleinden kan
worden aangewend. Gedacht kan worden aan opleidingsprogramma's op een Teleac-
achtige manier, produktintroducties of forumdiscussies. Deze mogelijkheden worden op
dit moment nader bestudeerd. De banken moet ook hierover nog maar eens praten...
Nummer 7/8 april 1991
als het beoogde effect, het bereik, de ac
tualiteit, de kosten en organisatorische
aspecten. Dit vraagt een zorgvuldige afwe
ging. De plaatselijke banken beslissen daar
nadrukkelijk over mee. Méér televisie moet
in hun ogen nut hebben. Het mag geen spre
kend behang gaan worden.'
Herinnering Televisie is een indringend,
maar ook een vluchtig medium. Hoeveel te
levisie men ook kijkt, altijd zal er behoefte
zijn om zich in een bepaald onderwerp nader
te verdiepen. Geschreven teksten lenen zich
daar goed voor. 'Raboband zal daarom waar
schijnlijk in dezelfde frequentie blijven ver
schijnen', stelt Lageweg. 'Naast een vluchtig
medium als televisie blijft een blad als
Raboband uitermate belangrijk. Een blad
kun je per slot van rekening overal én op het
door jou gekozen tijdstip lezen. Televisie is
meer gebonden aan tijd en plaats.'
Elektronische media Een projectgroep
gaat onderzoeken welke informatie op elek
tronische wijze, dus via beeldschermen,
haar weg naar de medewerkers kan vinden.
Doel ervan is om niet alles meer massaal op
papier de organisatie in te sturen. Ook dat
moet het aantal schriftelijke uitingen terug
brengen. Elektronische informatie als Mira,
Eftel en de nieuwe databank 'Informatieban
ken' zijn daarbij een middel. Lageweg: 'Het
voordeel van elektronische informatie is dat
het oproepbaar is als de gebruiker het nodig
heeft. We noemen dat het ook wel 'haal'-in
formatie. Onze organisatie heeft daarvoor
trouwens al de benodigde technologische in
frastructuur.'
'Wij-gevoel' Veel van de genoemde me
dia zijn gericht op kennis. Maar een mede
werker kan nog zoveel weten over beleggen
of verzekeringen, narrig reageren op een las
tige klant werkt averechts. Betrokkenheid is
het sleutelwoord. Medewerkers moeten be
trokken zijn bij hun werkgever en de werkge
ver bij zijn medewerkers. Het gaat daarbij om
heel gewone zaken als goed werkoverleg, in
teresse in elkaar, weten watje moet doen op
je werkplek en de stijl van leidinggeven. Er
moet sprake zijn van een soort 'wij-gevoel',
meent ook Lageweg: 'De betrokkenheid is bij
velen van ons heel groot. Daar moeten we blij
mee zijn. Ik denk dat het komt omdat men
weet en voelt dat men lokaal zelfstandig is.
De wetenschap dat je voor je eigen klanten
Algemene media
Raboband
Televisie-journaal
en je eigen markt bezig bent. Onze organisa
tiecultuur is daardoor een andere dan die van
collega-banken. Toch blijkt uit onderzoek dat
er nog verbeteringen mogelijk zijn. Dit is ty
pisch een onderwerp waarover men bij zich
zelf en binnen de eigen bank te rade moet
gaan: Is mijn/onze betrokkenheid bij het wel
en wee van klanten voldoende? Zo nee, hoe
komt dat en wat doen we eraan?'
Praten Vanwege haar coöperatieve
structuur vindt er binnen de Rabobankorga
nisatie - meer dan bij andere organisaties -
veel zogenaamde interpersoonlijke commu
nicatie plaats. Praten, overleggen, discus
siëren en nog eens praten. 'In dat proces
van praten kweekje betrokkenheid', zegt de
communicatiedeskundige. 'Mensen voelen
zich daardoor medeverantwoordelijk. Als je
met elkaar een beleid ontwikkelt in en voor
je eigen omgeving, dan is het anders dan dat
je met elkaar praat over het van bovenaf op
gelegde beleid. Bij ons gaat het erom dat we
de mensen zoveel moeten bieden, dat ze in
staat zijn zelf besluiten te nemen.'
Eigen bladen Wat vindt Lageweg van de
eigen bladen voor medewerkers die sommi
ge plaatselijke banken hebben? 'Het ligt
meiw
Particulier
Bank en Bedrijf
F.nssmjwm
Segmentbladen
Bank en Bedrijf, Bank en Bedrijfsvoering,
Particulier-en-Markt. In voorbereiding: Bank
en Bestuur, Bank en Directie.
aan de grootte van de bank, aan het aantal
mensen dat er werkt', stelt hij. 'Ik kan me
van een grote bank goed indenken dat er
behoefte is aan een dergelijk blad. De ta
ken en functies zijn daar vaak gescheiden.
Toch is er-gelukkig - behoefte om te weten
wat er op de etage beneden je of in de bij
kantoren gebeurt. Bij een kleinere bank
moet de onderlinge band eigenlijk dusdanig
zijn, dat het niet nodig is. Daar weet je van
elkaar waar je mee bezig bent, ken je el-
kaars hobby's en verjaardagen. Want ver
geet niet, een blad moet altijd een hulpmid
del blijven bij de meest elementaire commu
nicatie: praten met elkaar.'
'Communicatie is een zaak van en voor
iedereen', besluit Lageweg. 'Het manage
ment speelt daarbij zeker een belangrijke
rol. Zij moeten de voorwaarden scheppen
waarin de betrokkenheid van de medewer
kers zich kan ontwikkelen. Daarnaast mo
gen we natuurlijk ook wel iets verwachten
van de individuele medewerker. Er hoort een
ruime belangstelling voor je werk te zijn, en
een bereidheid om nèt even iets meer te
doen dan je wordt gevraagd. Het zijn eigen
lijktwee zijden van dezelfde medaille.'
o
Onder andere Mira, Eftel, Informatie
banken, diskettes.
Elektronische media