Particulieren- markten in hele land onderwerp van discussie Rabo band Hij voelt zich wat onwennig. De directeur komt van een bank uit een andere regio. Hij is één van de bezoekers van één van de vijftien Themadagen Particulie ren. Hij was verhinderd toen de 'Particulieren-trein' zijn regio aandeed. 'De sfeer is hier heel anders dan in mijn eigen regio', zegt hij spontaan. 'Alle 850 Rabobanken zijn verschillend', houdt directeur Particulieren Jan Vullings later op de dag de aanwezigen voor. 'Daarom heb ben we het Commercieel Advies Particulieren niet meer op één stereotype bank gericht.' Themadag Particuliere! Meer met minder Nummer 6/25 maart 1991 De zaak is omgedraaid. Meer dan voorheen staat nu de markt van de plaatselijke bank centraal. 'Onze organisatie bestaat gelukkig niet uit een aantal centraal geleide bijkantoren, maar uit zelfstandige banken met eigen markten.' Vullings persoonlijk zet uiteen waarom ge kozen is voor een nieuwe aanpak. Met veel enthousiasme, vijftien keer weer. 'Toen er vorig jaar weer een Commercieel Advies Par ticulieren moest komen, hebben wij ons de vraag gesteld hoe wij dat als Rabobank Ne derland het best kunnen ondersteunen. Voorheen werkten we met landelijke doel stellingen en hadden we een stereotype bank voor ogen. Daarop schreven we het beleid, alsof alle banken hetzelfde zouden zijn. Nu hebben we het andersom gedaan.' Vanuit eigen stoel Marketingservices Particulieren schreef het CAP niet vanuit de eigen stoel, maar vanuit de stoel van de banken. 'Dat was geen idee van ons, maar van uw collega's in de TOC Particulieren', betoogt Vullings eerlijk. 'Ze zeiden: Je moet eigenlijk een CAP schrijven alsof je directeur van een plaatselijke bank bent. Je moet dat verhaal dan ook schrijven vanuit die 850 stoelen. We hebben dus gezegd dat iedere bank haar eigen beleidsplan zou moeten schrijven, uitgaande van wat wij globaal aan ideeën en suggesties op papier hebben ge zet. Kijk wat je in die plannen kunt gebrui ken, was ons advies.' Uitgangspunt Niet alleen sprekers tij dens de inleidingen op de particulierendag. Er waren ook beelden te zien op een scherm. 'Dat is onze organisatie', zegt een stem uit de luidsprekers, die de dia-beelden begeleidt. 'Een coöperatieve, dat weten we. In de eerste plaats gericht op onze leden. De bedrijven. Daarom moeten we zo'n grote particulierenbank zijn. Want zij geven ons die duurzame, relatief goedkope middelen. Maar met een spaarwinkel ben je er nog niet. Daar is een heel scala van bankdien sten voor nodig. Een aantal van die dien- Particulierenmarkt onderwerp van discussie. sten heeft tot doel een bijdrage te leveren aan onze winst. We doen dat goed. We zijn een grote particulierenbank geworden. De helft van Nederland ziet dat zitten. Ze ko men voor één of meer diensten bij ons. Onze totaal-positie ziet er prachtig uit.' Niet minder aandacht Voor het kunnen realiseren van de coöperatieve doelstelling is de particulierenmarkt onmisbaar. Maar ook daar is de concurrentie groot. Vullings vraagt de banken de particulierenmarkt net zoveel aandacht te geven als de bedrijven- markt: 'Doet u dat niet dan redt u het niet ten opzichte van de concurrentie. Dan kan het resultaat van die markt niet bijdragen tot het realiseren van de coöperatieve doel stelling en gaan we ook als coöperatie kop je onder. De marktbewerking van de particulierenmarkt is anders dan die van de bedrij- venmarkt, maar zeker niet van een minder niveau. Soms heb ik wel eens het gevoel dat deze wat minder aandacht krijgt. Ook de kwaliteit van de mensen die daarmee bezig zijn moet goed zijn.' Concurrentie Hoe zal de markt er de komende jaren uit- zien? Vullings verwacht dat er S uiteindelijk drie grote aanbie- ders zullen overblijven. De gro- i te massale particulierenmarkt vraagt een zodanig draagvlak om investeringen te kunnen doen, dat kleinere partijen zich daarin niet kunnen handhaven. In bepaalde segmenten en bepaalde produkten kunnen ze nog een graantje meepikken, maar op het grote slag veld zullen ze het onderspit delven. De Rabo bank behoort, naast ABN AMRO en de Inter nationale Nederlanden, tot de grote drie. Verschillende segmenten In de massa markt, die door de drie grote marktpartijen bediend zal worden, is sprake van weinig merkentrouw. De consument zal steeds weer kijken waar hij een gunstig aanbod vindt. Kwaliteit en prijs weegt hij zwaar mee. In het topsegment is dat iets anders. Daar is sprake van een andere verhouding tus sen de bank en de cliënt. Daar spelen des kundigheid, betrouwbaarheid en kwaliteit een belangrijkere rol. Op die deelmarkten massamarkt en topsegment zal de distribu tie moeten zijn afgestemd en ingericht. Dat heeft betrekking op het Rabobankkantoor, maar ook op andere verkoopkanalen zoals Vullings: 'We moeten ook een grote particulieren bank zijn. elektronisch bankieren vanuit de stoel thuis en de verkoop via drukwerk en per post. Alle banken Twee speerpunten domi neerden de Particulierendagen: de P/E-seg- menten en de woninghypotheken. Uit de TOC Particulieren kwam het idee om alle banken voor te stellen deze twee punten in de marktbewerking actief ter hand te ne men. Waarom deze twee? Vullings in één van zijn inleidingen: 'De verkoop van hypo theken heeft te maken met een concurren- tie-omgeving waarin allerlei intermediairs het ons lastig maken. Daar moeten we iets aan doen. Daarnaast komen we steeds meer tot de conclusie dat de P/E-segmen- ten eigenlijk goed zijn voor het merendeel van de rentabiliteit van de particulieren markt. We zetten nog te weinig diensten af aan onze eigen P/E-cliënten. Hoe krijgen we dat verder omhoog? Het is zinvol om daar aan extra aandacht te besteden, te kijken waar de leemtes zijn en te zoeken naar op lossingen. Als we ons dit jaar samen een pakket hulpmiddelen eigen weten te maken dan zullen we in 1992 allemaal in staat moeten zijn om die P/E-markt met meer kracht en met kwaliteit te benaderen.' Meer met minder Een belangrijk deel van de discussies en inleidingen werd be heerst door het thema 'Meer met minder'. Een grotere prestatie kan worden geleverd door het omhoog brengen van de kwaliteit van de produkten, de werkorganisatie en de medewerkers. De opbrengsten kunnen om hoog door meer cliënten aan te trekken in de interessante doelgroepen en door aan de cliënten meer produkten af te zetten. Aan de andere kant kunnen de kosten worden te ruggebracht door het inzetten van nieuwe distributievormen, het aanpassen van de personeelsomvang en door efficiënt hande len met goede systemen. Of, zoals Vullings het samenvatte: 'Door meer te doen met minder maar beter gereedschap.'

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1991 | | pagina 3