Rabo band Intern voorbereiden op bewerking P/E-segmenten Consumenten worden onderverdeeld in: Nummer 4/25 februari 1991 Omvang en kwaliteit markt/volwassen cliëntenbestand marktomvang consumentensegmenten cliëntengroepen bij Rabobank netto winstbijdrage per cliëntgroep 1 1 Primair 1 Extra 2 Standaard 3 Basis 4 Totaal we verder. De derde stap wordt het aantrek ken van niet-cliënten. Maar dat heeft momen teel nog niet de hoogste prioriteit.' Relatiebeheerders De relatiebeheer ders in Zeist komen van binnen en buiten de bank. Voor mensen die al binnen de bank werkten is de nieuwe manier van werken een hele verandering. Lagendijk: 'Men moet wen nen aan het idee dat we niet alle klanten over één kam scheren. Dat men geen ge sprek van een uur met een klant moet heb ben, als van te voren zeker is, dat het toch nergens toe kan leiden. Die manier van den ken en handelen is een hele omslag. Maar men ziet er in Zeist wel de logica van in. Het motto is volgens Lagendijk: Alle klanten zijn ons lief, maar sommigen zijn ons iets liever dan anderen.' Jan Roos, één van de relatie beheerders: 'Toen ik hier in deze functie be gon, kreeg ik een aantal cliënten onder mijn verantwoordelijkheid en moest daar dus iets positiefs mee gaan doen. Je gaat de klanten op eigen initiatief benaderen. De reacties zijn overwegend positief. Sommigen zijn in eerste instantie verbaasd, anderen zeggen: Het werd tijd. Men weet heus wel dat men belangrijk is voor de bank. Een afspraak is dan gauw gemaakt.' Tactiek en tactisch Er is ook een groep cliënten die zegt: Alles is naar wens, ik heb geen behoefte aan een gesprek. Roos: 'Maar wij hebben die behoefte wel, want de mooiste cliënt is een totaal-cliënt. Als een klant een spaarrekening met een fors saldo heeft, is er vast meer te halen voor de bank. Dan sturen we dus toch aan op een gesprek en zeggen: Ik ben als relatiebeheerder vrijge maakt om dit werk te doen, om u te advise ren. U bent belangrijk voor ons. We voeren eerst een soort intake gesprek. Wat doet de klant bij ons, wat is de potentie. Vervolgens kun je op maat adviseren. Het is belangrijk om dat zo eerlijk en open mogelijk te doen. Je moet wel waar kunnen maken watje zegt of adviseert! Wat voor produkt we ook heb ben, de concurrent heeft ongeveer hetzelf de. Belangrijk is dus vooral de kwaliteit van het advies en de persoonlijke begeleiding. Bel de klant als je een tip hebt, hou hem op de hoogte of bel periodiek eens op of alles naar wens is. We organiseren ook lezingen. De relatiebeheerders bepalen wie daarvoor worden uitgenodigd, heel gericht dus.' Van input naar output Volgens onderdi recteur Lagendijk moeten we heel anders naar het werk gaan kijken. 'Vroeger behaal den we met z'n allen een gezamenlijk resul taat. Nu gaan we toe naar een denkwijze van meer individuele verantwoordelijkheden. Wij meten de output per relatiebeheerder. Onze nieuwe werkwijze is op zich een vrij kostbare zaak. We willen dus weten of het zaaien ook tot oogsten leidt. Die gedachte vinden som mige banken nu misschien nog te hard. Wij kijken bijvoorbeeld hoeveel koopsompolis sen elke relatiebeheerder heeft verkocht. Wat zijn de resultaten, dat willen we gewoon weten.' Het is volgens Lagendijk niet alleen een kwestie van adviseren, maar uiteindelijk ook van afzet... 'Vroeger werd je aangespro ken opje input, nu op je output. Hard werken voor de bank, stapels verstouwen, ik ben al tijd bezig. Dat noem ik de input-gedachte. Nu zeggen we je kunt wel hard werken, maar wat komt eruit? Als je al jaren bij de bank werkt, is dat nogal een omslag... Het is een hele andere cultuur. Wat dat betreft is het soms makkelijker voor iemand die van bui ten komt om aan die werkwijze te wennen.' Voorwaarden scheppen 'In de Vacature- gids zie je wel eens staan: Wij gaan aan se lectief relatiebeheer doen', valt Lagendijk op. 'We gooien de organisatie om en dan hebben we het. Zo is het dus niet. Je moet eerst heel goed weten wat je wilt en waar om. Je moet zorgen datje de voorwaarden schept. Dat wil zeggen, dat je je organisatie erop moet enten, capaciteit vrijmaken, zor gen dat de mensen goed zijn geïnformeerd, de produktkennis steeds bijschaven, oplei den en nog veel meer.' Een en ander geldt volgens Roos zeker voor de relatiebeheer ders: 'Je moet heel veel produkten kennen. Je wordt geacht een goed geïnformeerde ge neralist te zijn. Toch hebben we daarbinnen elk onze eigen specialisatie. Door ervaring of interesse. Natuurlijk moetje overal van op de hoogte zijn, maar je moet ook aan een klant durven toegeven datje af en toe iets niet precies weet. Ik vraag het na, u hoort vanmiddag van mij. Onjuiste informatie ge ven, is het meest verkeerde wat je kunt doen. Daarmee breng je ook de vertrou wensrelatie met de klant in gevaar.' Matchen In Zeist wordt bij het verdelen van de cliënten onder de relatiebeheerders goed gekeken bij wie een klant het beste past. Een klant met veel creditgelden krijgt iemand die veel van fiscale zaken weet en een oudere cliënt bijvoorbeeld een oudere relatiebeheerder. Het is zoveel mogelijk maatwerk om een zo goed mogelijke vertrou wensrelatie op te bouwen. Relatiebeheerder Roos: 'Ook als iemand drie titels voor zijn naam heeft staan ga ik er op af. Ze zijn mis schien een kei in fysica, maar weten weinig van financiële zaken. Op dat gebied ben ik de specialist. Men weet ons na een eerste gesprek te vinden als er iets is. Je hebt wat te bieden. Je wordt echt hun financiële advi seur. Het is echt leuk en interessant werk, het biedt een stuk uitdaging. Vooral als je klanten voor het eerst spreekt is het span nend. Als een klant 'nee' zegt als je belt voor een afspraak moet je doorvragen, wees maar een beetje brutaal. Eén keer nee is ja, twee keer nee is pas nee. Dan moet je be leefd afhaken. Graag tot volgende keer. En dan bel je over een halfjaar nog eens...' Het primaire segment (P) Bruto inkomen minimaal f 120.000,- en/of Onroerend goed ter waarde van minimaal f 400.000,- en/of Financiële beleggingen van minimaal f 75.000,- Het extra segment (E) Bruto inkomen tussen f 80.000,- en f 120.000,- en/of Onroerend goed met een waarde tussen f 200.000,- en f 400.000,- en/of Financiële beleggingen tussen f 50.000,- en f 75.000,- Het standaard segment (S) Bruto inkomen tussen f 25.000,- en f 80.000,- en/of Onroerend goed met een waarde tot f 200.000,- en/of Financiële beleggingen tussen f 5.000,- en f 50.000,- Het basis segment (B) Bruto inkomen lager dan f 25.000,- en Geen onroerend goed en Financiële beleggingen: maximaal f 5.000,- spaargeld Binnen de Rabobankorganisatie worden de cliënten ingedeeld in de klassen 1 tot en met 4. Een cliënt in groep 1 neemt veel diensten af en is rendabel voor de bank, terwijl een cliënt in groep 4 weinig diensten afneemt en daarmee vaak onrendabel is voor de bank. Is een klant een P-consument en bij de bank een 4-cliënt, dan is het interessant te pro beren meer diensten af te zetten en de cliënt zo tot een rendabele cliënt om te vormen. Is een klant een B-consument en een 4-cliënt, dan is een en ander in evenwicht en is uit breiding van het dienstenpakket dus nog niet van toepassing.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1991 | | pagina 13