cliënt Jaren negentig: andere communica tie tussen bank en Rabo band Nummer 3/11 februari 1991 'Kunt u niet om half zes? Half acht bij u thuis? Prima, we zul len er zijn. Wij staan ten dienste van u.' Onderdirecteur Dijkema van de Rabobank Nieuwegein is er duidelijk over: Banken kun nen en mogen niet afwachten tot cliënten naar hen toekomen. Advisering over een hypotheek of een lijfrentekoopsompolis hoort niet meer thuis aan de ba lie. Oe particuliere cliënten én de banken zijn veranderd. Dat vraagt om een andere communi catie tussen die twee. 'Cliënten zijn steeds mondiger en kritischer' De consument van de jaren '90 is kritisch, mondig en steeds beter opgeleid. Gewoon klant blijven bij de winkel waar je al jaren koopt, is er niet meer bij. Kijken en vergelijken is het motto. Van prijs én van kwaliteit. Ook banken wor den met die kritischer houding geconfron teerd. Dat vraagt om een reactie. Hoe gaan de banken om met die zelfbewuste hou ding? Hoe communiceren zij met hun cliën ten? Massa 'Vroeger waren we een bank voor grote massa's particulieren', vertelt di recteur Jos van der Lubbe van de Rabobank Assen. 'Die bedienden we allemaal goed. Of iemand nu kwam voor honderd gulden of voor een hypotheek. Ze kregen bij wijze van spreken allebei een kopje koffie. Nu moet je als bank onderscheid maken tussen die twee, wil je met je tarieven op een markt conform niveau blijven.' Onderscheid In Assen zijn ze anders gaan adverteren. Van der Lubbe: 'Een tijd lang hebben we geadverteerd dat we er zijn. Nu gaan we meer benadrukken wat we in huis hebben. En wat we doen. Dat men bij ons terecht kan voor adequate adviezen. We moeten onze positie in de markt blijven behouden. Consumenten worden over spoeld met allerlei aanbiedingen. Ook daar om moeten we ons blijven onderscheiden. Tarieven noemen bijvoorbeeld. Of in adver- Dijkema en 'zijn' werkgebied Nieuwegein: 'Vroeger hadden we het alleenrecht, nu zit iedereen er. tenties over hypotheken aangeven dat men goedkoper uit is als men rechtstreeks naar de bank komt in plaats van eerst naar de makelaar.' Onder de markt Die makelaar heeft ook in Nieuwegein steeds meer de aandacht van de bank. Onderdirecteur Fokke Dijke ma: 'De makelaar heeft zich hier aardig in gebed. Die zegt: Kom maar, ik heb huizen én ik heb hypotheken. Vroeger hadden wij hier als Rabobank het alleenrecht, nu zitten alle banken er. De concurrentie is ontzet tend hevig. Dat vraagt een bepaalde manier van communiceren. We gaan nu in kringver- band een hypothekencampagne voeren. Daarbij zitten we één procent onder de marktrente!' Geldwinkel De functie van de bijkanto ren verandert snel door alle ontwikkelin gen. Dijkema: 'Vijf of zes jaar geleden voer den we gesprekken over hypotheken of be leggingen nog op een bijkantoor. De kan toorbeheerder was een duvelstoejager. Die moest alles kennen, kunnen en doen. Nu gaan we naar een situatie dat het bijkan toor de functie krijgt van geldwinkel. Men komt nog snel even langs voor een over boeking, een incasso of vragen of het geld al binnen is. Er komen geld- en betaalauto maten. We moeten een afweging maken. Hoe lang kunnen we het ons nog permitte ren een relatief duur kantorennet in stand te houden?' Korte lijnen Bij de Rabobank in Maas tricht wordt het kantorennet in de toekomst afgebouwd. 'We gaan dat doen ten gunste van het bedieningsconcept', vertelt onder directeur Cor Jongen. 'De lijnen tussen de cliënt en de kantoorbeheerder moeten kor ter worden. Dan hoef je de mensen niet door te verwijzen. In een grote stad als Maastricht loop je anders al snel de kans dat de cliënt naar de concurrent gaat.' Telecommunicatie Een andere ontwik keling is de opkomst van organisaties als de Directbank. Zij spelen in op de gewenste efficiency die mensen in de turbulente jaren negentig nodig menen te hebben. Dijkema: 'Zij werken met het telefoonnet, ledereen heeft telefoon en daar hebben ze goed op ingespeeld. Binnen nu en vijf jaar hebben de meeste mensen thuis een beeldscherm staan. Dan kunnen ze hun saldo zelf opvra gen. Al deze veranderingen betekenen wel datje meer en anders moet gaan communi ceren. Meer adverteren, meer profileren. Wij hebben onze advertenties in de lokale media wat opgepoetst. Die worden steeds belangrijker. Door het gebruik van geldauto maten krijgje als bank minder mensen in de bankhal. Zestig procent van de kastransac ties gebeurt bij ons al via de geldautomaat en dat moet tachtig procent worden. Dat be tekent dus wel datje op een andere manier naar je klanten toe moet gaan.' Wachtrijen Karei Brouwers van Distri butie Aangesloten Banken meent dat de banken over de voordelen van de geldauto maat moeten communiceren: 'De beschik baarheid van de geldautomaat is beter dan die van een balie. Een geldautomaat is vier entwintig uur in plaats van acht uur beschik baar. Dat is verbetering van de kwaliteit van dienstverlening. Een ander voordeel is, dat de wachttijd voor de geldautomaat beter te voorspellen is dan de wachttijd voor de balie. Als je in een bankkantoor voor de ba lie staat te wachten, kan er onverwacht iemand opduiken met een vraag of pro bleem. Dat kan ontzettend veel tijd in be slag nemen.' Lunchpauze 'Vijftien jaar geleden kon toch alles', stelt Dijkema. 'We deden ook al les voor de cliënten. Neem bijvoorbeeld de lunchpauze. Tussen twaalf en half drie was het bij ons op de bank spitsuur. Alle kan toormensen in Nieuwegein gingen tussen de middag 'even naar de bank'. Maar dan had ook de helft van onze medewerkers - terecht - pauze. Ik heb toen gezegd: Dat moet anders, we gaan gewoon een uur dicht, ledereen zei: Kun je dat wel maken naar je cliënten? Maar je moet toch ook kij-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1991 | | pagina 8