De Lage Landen:
'De dochter bereikt het
stadium van volwassenheid'
Rabo
band
Volgende maand is de officiële opening, maar al sinds december is
De Lage Landen gehuisvest in een bijzonder nieuw gebouw aan de
Eindhovense Vestdijk. Reden voor een rondleiding en een gesprek
met algemeen directeur Ton Toebosch. 'De ontwikkelingen zijn
hard gegaan', vertelt hij. 'Ons balanstotaal ontwikkelde zich van
zo'n f 200 miljoen in 1975 tot f 4 miljard in 1990. De netto winst
steeg van nog geen half miljoen gulden in 1975 naar f 28 miljoen
vorig jaar. Vijftien jaar geleden hadden we 64 medewerkers, nu
560, waarvan honderd in het buitenland. We groeiden dus ook let
terlijk uit onze jas.'
Balanstotaal
vier miljard gulden
Nummer 2/28 januari 1991
Toebosch: 'We leren de Rabobanken steeds beter kennen.
De Lage Landen werd in 1969 opge
richt. '1970 tot 1975 waren de ja
ren van opbouw', weet Toebosch.
'De volgende vijfjaar werden in toenemen
de mate financieringen met een hoger risi
co, die de plaatselijke Rabobanken op
grond van hun acceptatiebeleid niet zelf
konden verstrekken, naar De Lage Landen
doorgeleid. De jaren van 1980 tot 1985
kenmerkten zich door specialisatie en diver
sificatie van produkten. Vanaf dat laatste
jaar tot 1990 lag het accent op verdere
groei van het volume. De komende vijfjaar
wordt vooral gestreefd naar een verdere in
ternationalisatie.' In 1995 verwacht Toe
bosch 750 medewerkers te hebben, een
balanstotaal van f 7 miljard en een netto
winst van f 50 miljoen. Het nieuwe gebouw
is dan ook op de groei gebouwd. Eén vleu
gel staat nog leeg en zal voorlopig worden
verhuurd.
Lenen deed je niet Het begin was moei
lijk. Toebosch: 'Voorfinancieren deed je niet
in die tijd: je spaarde eerst, dan pas kocht
je een koelkast of een auto. Het liep in het
begin dan ook niet zo hard met de nieuwe
onderneming. Maar die eerste tien magere
jaren bleken noodzakelijk voor de sterke
groei van de financiële dienstverlening in de
tweede helft van het ruim 20-jarige be
staan.' Die sterke groei van De Lage Lan
den begon met het invoeren van de zoge
naamde management-unit filosofie in het
begin van de jaren tachtig. De werkmaat
schappijen kregen toen een vrij autonome
positie binnen het bedrijf. 'Met die aanpak
werden de directeuren van de werkmaat
schappijen direct verantwoordelijk voor het
succes van De Lage Landen', stelt Toe
bosch, 'maar ze krijgen het ook op hun bord
als het niet goed gaat. We zien de directeu
ren formeel maar een paar keer per jaar.
Dan leggen ze verantwoording af en voor de
rest willen we ze bij wijze van spreken niet
meer zien. Het bleek een succesvolle filoso
fie, die geweldig is aangeslagen.'
Koppelverkoop Er is ook aanzienlijk
geïnvesteerd. En die investeringen waren
nodig, want De Lage Landen werd in het be
gin van de jaren tachtig geconfronteerd met
een forse financiële terugslag. Toebosch
noemt daar als belangrijkste oorzaak voor:
Een te ruimhartig acceptatiebeleid in de
tweede helft van de jaren zeventig. 'We zijn
vanaf het ontstaan in 1969 begonnen met
het verkopen van financieringen gekoppeld
aan verzekeringen. In die tijd was dat soort
koppelverkoop eigenlijk al achterhaald, dus
dat liep absoluut niet. We sloegen een an
dere weg in en gingen produkten voeren als
aanvulling op het pakket van de Raboban
ken. Dat begon met huurkoop en leasing. In
een latere fase werden daar persoonlijke le
ningen, doorlopende kredieten en tweede
hypotheken aan toegevoegd.'
Eigen interpretatie Toebosch spreekt
achteraf van een 'eigen interpretatie van die
aanvullende produkten' door de Raboban
ken. Toen de tweede helft van de jaren ze
ventig een flinke stijging van de kredietaan
vragen liet zien, klopten de Rabobanken
steeds vaker bij De Lage Landen aan, om
dat ze zelf onvoldoende middelen hadden.
'De banken selecteerden - overigens begrij
pelijk - de aanvragen vooraf op kwaliteit en
wij ontvingen niet per definitie de Al-cliën-
ten... Toen eind zeventigerjaren de reces
sie intrad, zag je dat wij inderdaad het voor
touw hadden genomen met een heleboel fi
nancieringen, zodat we ook als eerste op de
blaren moesten zitten. We financierden zeer
ruimhartig, van woonboten tot bonenpluk-
machines. En die incourante objecten wa
ren in een tijd van neergaande conjunctuur
nauwelijks te slijten. Wij dachten dat we
aanvullend in de produktensfeer opereer-
De centrale hal in het ronde deel van het gebouw.