Personeelsontwikkelings beleid volop in ontwikkeling Rabo band Drie rapporten lagen op tafel tijdens de laatstgehouden Centrale Kringvergadering. De raamwerknota personeelsontwikkelingsbe leid, de nota interne arbeidsmarkt en de nota managementontwik keling aangesloten banken. Samen geven ze een beeld van het nieuwe sociaal beleid van de Rabobankorganisatie, dat geleidelijk aan tot stand komt. Ook de Caar verdiepte zich in het personeels ontwikkelingsbeleid en met name de interne arbeidsmarkt. Over het algemeen is de stemming positief. In ieder geval is iedereen het eens over de noodzaak ervan. Eén samenhangend beleid Nummer 18/21 september 1990 I Inmiddels hebben heel wat overlegor ganen zich gebogen over het perso neelsontwikkelingsbeleid. In de tot standkoming ervan is steeds teruggekop peld naar technische overlegcommissies, ondernemingsraad van Rabobank Neder land, personeelsfunctionarissen en nu ook weer naar de Caar en de Centrale Kringver gadering. De uitkomsten van de discussie in de CKV, ook wel het 'parlement' van de organisatie genoemd, gaan nu naar de Kringvergaderingen, waarna de volgende Centrale Kringvergadering een advies over het beleid zal uitbrengen. De Caar houdt voortdurend de vinger aan de pols. Uitgangspunten Waarom wordt het so ciaal beleid momenteel onder de loep geno men en waarom wordt er nieuw beleid ont wikkeld? Hoofddirecteur Van den Broek op de Centrale Kringvergadering'. 'Er verandert veel in de omgeving waarin de bank werk zaam is. Ook op het gebied van personeel. Het bankvak wordt complexer. Voor mede werkers is een langere voorbereidingstijd nodig om op het juiste niveau te komen. Daarom moet het personeelsbeleid meer planmatig worden aangepakt. De zorg voor de inzetbaarheid van mensen betekent bij voorbeeld dat ze systematisch zullen moe ten worden opgeleid. Daarmee wordt voor komen dat ze zullen vastlopen. Daarbij zal er bijzondere aandacht zijn voor vrouwen en voor oudere medewerkers. Ook na je vijftig ste moetje nog een tijd goed kunnen func tioneren', benadrukte Van den Broek. Historisch Het opleidingsniveau van de medewerkers in de Rabobankorganisatie is voor een deel historisch bepaald. Het hoofd van de Centrale Dienst Personeel Voogt lichtte dat onlangs in de vergadering van de Caar toe: 'De groei van onze organisatie in de particuliere sector is onder andere ver oorzaakt door de giralisering van het be talingsverkeer en de automatisering van sa larisadministraties. De banken moesten aan het eind van de jaren zestig de activitei ten snel uitbreiden. De aantallen vestigin gen en medewerkers groeiden snel. Er wa ren medewerkers nodig met een opleiding op Mavo-niveau. Dat sloot aan bij de werk zaamheden van dat moment.' Vastlopen Inmiddels is er een verschil tussen het opleidingsniveau, dat nodig is om een functie te kunnen vervullen, en het niveau van een aantal medewerkers. In de regio Arnhem is bij de plaatselijke banken een inventarisatie ge maakt van de perso nele bezetting. Daar uit blijkt volgens het management van de banken, dat in de functiegroepen vier tot en met zeven gemid deld vijf procent van de mensen is vastge lopen. Tellen we daar de toekomstige vast lopers bij, dan komen we aan elf tot veertien procent. Voogt in de Caar waar hij deze cij fers bekend maakte: 'Dat is niet te wijten aan de medewerkers, maar het komt door het niveau van de mensen dat vroeger toereikend was. Nu zijn de activi teiten van de bank veranderd.' Professioneel Voogt: 'Het fenomeen kasopnames in de bankhal zal met 65 pro cent dalen. Automaten nemen deze en an dere standaardhandelingen van mensen over. De medewerkers zullen andere taken krijgen. Daarnaast zal de bank zich meer richten op middelgrote bedrijven, die profes sioneel bediend willen worden. Ook in de particulierenmarkt zal de kwaliteit van de dienstverlening en advisering worden ver hoogd. De cliënten verwachten dat. Mede werkers zullen zich moeten scholen om de dienstverlening op dat hogere niveau waar te kunnen maken. Dat kan met een actief perso neelsontwikkelingsbeleid.' Honkvast Nog meer cijfers. 35 procent van de medewerkers in de functiegroep vier, oplopend tot 65 procent in functiegroep ze ven, is elf tot dertig jaar bij dezelfde bank werkzaam. 'Dat kan worden uitgelegd als uitermate positief', aldus Voogt, 'maartege lijkertijd kan het bedreigend zijn. Rond 20 procent van de mensen in groep vier, tot 40 procent in functiegroep zeven, werkt langer dan acht jaar in dezelfde functie binnen de zelfde bank. Dat moet ons signalen geven, dat we met de marktvooruitzichten en de noodzaak tot kwaliteitsverbetering in de dienstverlening, veel aandacht moeten ge ven aan personeelsontwikkelingsbeleid met opleiding en beoordeling, waarbij doorstro ming noodzaak is.' Management Niet alleen voor mede werkers is de noodzaak van een perso neelsontwikkelingsbeleid aanwezig. De ko mende vijf jaar zullen ongeveer 200 direc teuren de organisatie verlaten als gevolg van pensionering en VUT. Omdat ook voor directeuren het werk ingewikkelder wordt, zullen er zijn die afhaken. Dat alles zal de vraag naar goed opgeleide directeuren ver groten. Om daarop te kunnen reageren zal de activiteit Management Ontwikkeling be middelen tussen vraag en aanbod. Met be hulp van een belangstellingsregistratie, een potentieelbeoordeling en een loopbaan- en studieadvies kan Management Ontwikkeling voldoen aan de vraag bij plaatselijke banken. Deze werkwijze betekent ook een verlichting van de taak van de bestuurders als het gaat om selectie en sollicitatieprocedures. Voorwaarden In de Centrale Kringverga dering kwam naar voren, dat er voorwaarden worden gesteld aan banken die willen deel nemen aan de interne arbeidsmarkt. Ze zul- arbeidsmarkt Cor Dekking volgt de Centrale Kring ten personeelsinformatie beschikbaar moe ten stellen aan het bemiddelingsbureau. Daarnaast wordt er van de banken ver langd, dat ze de medewerkers systematisch beoordelen en dat er een jaarlijks perso- neelsplan moet worden gemaakt. Overwo gen wordt of dit alles in een overeenkomst zal worden vastgelegd. Het toekomstige bu reau van de interne arbeidsmarkt zal in eer ste instantie voor medewerkers van functie groep vijf tot en met negen bemiddelen. 'An ders wordt de beheersbaarheid van het pro ject door te grote aantallen in de beginfase in gevaar gebracht', aldus projectleider Dek king bij de Caar. Hij kon ook melden dat het intern vacatureblad in ieder geval zal blijven verschijnen totdat alle banken aan de inter ne arbeidsmarkt kunnen deelnemen. Gefaseerd 'We kunnen niet zeggen dat we morgen een interne arbeidsmarkt heb ben', aldus Dekking. 'Dat kan niet en het zou op die manier zeker fout gaan. Ons staat een hele beheerste invoering voor ogen. Dit jaar wordt gebruikt voor de voorbe reiding. Volgend jaar volgt realisatie op be perkte schaal en in 1992 de verdere uitwer king. Na 1 januari 1993 moet de interne ar beidsmarkt volledig operationeel zijn. Dan kan iedere organisatorische eenheid, die voldoet aan de voorwaarden, meedoen.' Coördinator interne vergadering.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1990 | | pagina 3