Grote bedrijven
helpen kleine via Kleinnood
'K
Rabo
band
Grote bedrijven, die kleine bedrijven gratis helpen bij het oplossen
van hun problemen. Het klinkt als een modern, industrieel sprook
je. Toch is het, dankzij de Stichting Kleinnood, al tien jaar realiteit.
Vorig jaar kregen 1.500 kleine bedrijven gratis advies van 160
gepensioneerde managers. De Rabobank en Shell Nederland zijn
de hoofdsponsors van de Stichting. Een gesprek met ir. Johan
Booijen, directeur van Kleinnood in Den Haag.
Rabobank hoofdsponsor
Twee voorbeelden
Nummer 15/10 augustus 1990
leinnood is in 1979 gestart', ver
telt Booijen. 'Op initiatief van
professor Jan Klevering, destijds
president-directeur van een bedrijf in Delft.
Hij kwam in Amerika in aanraking met een
netwerk van ervaren managers, waar kleine
ondernemers gratis terecht konden met
hun problemen. Deze werkwijze sprak hem
aan en hij vond dat het ook in Nederland
zou moeten gebeuren. Hij maakte een aan
tal grotere Nederlandse ondernemingen zo
enthousiast, dat ze bereid waren het idee in
geld of natura te sponsoren. De eerste di
recteur was een gepensioneerde Shell-me-
dewerker. Shell was één van de eerste be
drijven, die er bij betrokken was en heeft
sindsdien altijd de directeur geleverd. Ik
ben de vierde. Sinds kort zijn Shell Neder
land en de Rabobank hoofdsponsor van
Kleinnood. Daarnaast hebben we nog zo'n
zestig andere sponsors.'
Doel Kleinnood is opgericht om kleine
ondernemers, die behoefte hebben aan ad
vies, van dienst te zijn. Voorwaarde is, dat zij
niet de financiële middelen hebben om be
roepskrachten aan te trekken. Booijen: 'Het
is jammer, dat mensen vaak pas aan de bel
trekken als ze al in de problemen zitten. Dat
brengt de naam misschien een beetje met
zich mee. Het woord
'kleinnood' wordt
geassocieerd met
nood. Pas als de
nood hoog is ga je
naar Kleinnood.
Daar willen we van
af, want op die ma
nier zijn we niet ef
fectief bezig. We
willen het liefst met
de ondernemer in
contact komen als
er nog geen proble
men zijn en samen
proberen moeilijk
heden te voorko
men. Als een ondernemer zich afvraagt of
hij nog wel op de goeie weg zit of ziet dat het
bij ongewijzigd beleid op termijn mis kan
gaan, dan moet hij al met een Kleinnood-
consulent gaan praten. Natuurlijk helpen we
ook de categorie, die het wat laat ontdekt en
zegt: Nou loop ik vast, de kraan gaat overal
dicht, ik zit in de problemen.' De adviezen
Kleinnood-consulent H. Herschberg adviseert Joke
Rodrigues, eigenaresse van een modezaak.
van de consulenten van Kleinnood bestrij
ken een zeer breed terrein. Het varieert van
commerciële, administratieve, organisatori
sche en juridische kwesties, tot vragen over
bedrijfseconomie, financiering of technolo
gie. Maar ook bij twijfel over opvolging, ver
plaatsing, fusie of sluiting kan Kleinnood de
helpende hand bieden.
Groei Inmiddels is Kleinnood uitge
groeid tot een organisatie met zo'n 160
consulenten, verspreid over het hele land.
De consulenten zijn meestal gepensioneer
de managers, die over ruime ervaring be
schikken en die ervaring willen gebruiken
voor hulp aan kleine ondernemingen. Booij
en: 'Ze krijgen van ons alleen hun reiskos
ten vergoed. Maar ze vinden het gewoon
leuk om te doen.' Tot een jaar of twee gele
den moest elk bedrijf, dat advies van Klein
nood wilde hebben, bellen met het kantoor
in Den Haag. Van daaruit werd dan een pas
sende consulent ingeschakeld. 'Dat was
door de sterke stijging van het aantal ad
viesaanvragen, met een kleine staf, niet
meer bij te benen', vertelt Booijen.
Kamers van Koophandel Een efficiënte
oplossing werd gevonden in intensievere
samenwerking met de Kamers van Koop
handel. Bij vrijwel elke Kamer zit nu een
contactpersoon van Kleinnood. Booijen:
'Een ondernemer die behoefte heeft aan
ons advies, kan daarmee bellen. Er worden
wat gegevens opgenomen. Om wat voor be
drijf gaat het en wat zijn de problemen?
Daarna wordt con
tact opgenomen met
de consulent van
dienst. Die zorgt
dan, meestal bin
nen één of twee da
gen, voor een af
spraak met de on
dernemer. Het land
is nu verdeeld in 24
regio's. Elke regio
heeft een consulen
tenteam van zes tot
acht personen. Elk
team komt, met een
staflid van Klein
nood erbij, zo eens
per twee maanden bij de desbetreffende
Kamer van Koophandel bijeen voor een
werkbespreking. Bij de vorming van de
teams wordt gestreefd naar een brede sa
menstelling. Mensen met algemene onder
nemerservaring, maar ook consulenten met
bijvoorbeeld een meer juridische of financië
le achtergrond. Daarnaast hebben we ook
Vaak gaat het goed:
Een ondernemer zat in een gehuurd be
drijfspand. Dat werd te klein. Wat te
doen? Elders iets huren of iets kopen?
Met een consulent van Kleinnood werd
een ondernemers- en een investerings
plan opgesteld. Daarmee ging de onder
nemer naar een Rabobank. Op basis van
de uitstekende plannen kreeg hij een hy
potheek voor een nieuw pand en een ex
tra krediet.
Soms lukt het niet:
Een klein bedrijf had een nieuwe auto no
dig. De bank wilde niet financieren. De
Kleinnood-consulent lichtte het bedrijf
door en dacht dat zo'n financiering toch
moest kunnen. Er werd een goed onder
bouwde aanvraag geformuleerd. Helaas
adviseerde de bank weer negatief. Wat in
dit geval erg jammer was, was dat de bank
de afwijzing niet met redenen omkleedde.
een landelijke lijst van specialisten, die we
zonodig kunnen inschakelen, bijvoorbeeld
op het gebied van automatisering, belastin
gen of octrooien.'
Drie gesprekken Er vindt meestal eerst
een oriënterend gesprek plaats tussen con
sulent en ondernemer. De bedrijfscijfers
worden globaal bekeken en er wordt een
soort actieprogramma gemaakt. Wie gaat
wat doen. Later kan men opnieuw bij elkaar
komen, om te kijken of de acties zijn uitge
voerd en of ze succes hebben. 'Gemiddeld
ligt het aantal adviesbezoeken op drie',
meldt Booijen. 'Soms kan iets zelfs per te
lefoon worden afgehandeld of is één bezoek
voldoende, maar het zijn er ook wel eens
tien.'
Intermediairs Voor de aanmelding van
bedrijven is Kleinnood voor een groot deel
afhankelijk van intermediairs. Booijen: 'Wij
denken, dat de Rabobanken daar een rol in
kunnen gaan spelen. Zij kunnen hun klan
ten naar ons doorverwijzen. Banken heb
ben een goed inzicht in de financiële status
van ondernemingen. Zij kunnen tegen een
ondernemer zeggen: Het zou verstandig zijn
om eens met iemand van Kleinnood te gaan
praten. Met zo'n advies kan de ondernemer
gebaat zijn, maar uiteindelijk ook de bank.
Die heeft immers ook belang bij gezonde,
goed florerende bedrijven. Er zijn brochures
met informatie over de Stichting. Die kun
nen de banken bij ons aanvragen. Elke bank
ontvangt er binnenkort één, samen met een
poster. Stel dat alle 2.200 Rabobankkanto-
ren jaarlijks één cliënt via de Kamer van
Koophandel naar ons doorverwijzen...'
Geen agrarische bedrijven 'We helpen
elk soort bedrijf, behalve uit de agrarische
sector', vertelt Booijen. 'Die heeft zijn eigen
organisatie van landbouwconsulenten, dus
dat doen wij niet. Tenzij het toevallig een
cliënt zou zijn, waarbij je duidelijk ziet, dat
de problematiek niets met het agrarische te
maken heeft.'
'We hebben onlangs een keer een pre
sentatie gegeven voor een aantal Rabo-
bankdirecteuren over het instituut Klein
nood', besluit Booijen. 'Dat sloeg best aan
en ik denk dat het nuttig is om dat wat vaker
te doen. Banken die daar belangstelling
voor hebben kunnen ons bellen.'