Werkgroep onderzoekt
de communicatie met
de externe arbeidsmarkt
Enige gegevens
over 1989
In 1989 kwamen er bijna 3.800 nieuwe medewerkers van de exter
ne arbeidsmarkt in dienst van de Rabobankorganisatie. Het betreft
hier voor een groot gedeelte vervanging van uitdienstgetreden me
dewerkers. Om ook in de jaren negentig jaren goed gekwalificeer
de mensen aan te kunnen blijven trekken is het belangrijk dat de
benadering van de arbeidsmarkt zo effectief mogelijk gebeurt. Van
uit de Centrale Dienst Personeel is nu een werkgroep in het leven
geroepen, die de totale communicatie van de Rabobankorganisatie
met de externe arbeidsmarkt onder de loep gaat nemen.
v>e v-r
Sociale ontwikkelingen en trends
1989
en. Met deze personeelsleden wordt geen
arbeidsrechtelijke relatie aangegaan.
Binnen Mangement-bemiddeling wordt
:owel naar de interim-managers -vervangers
in zwaardere functies of crisissituaties- als
naar vervangers en doorleners de gedragslijn
ehanteerd dat er wordt uitgegaan dat alle
medewerkers zich functioneel en geografisch
mobiel opstellen. Daarnaast dient eenieder,
via de daarvoor te ontvangen dagvergoedin
gen zoveel mogelijk zijn eigen salariskosten
terug te verdienen. De maximale verblijfs
duur van iedere medewerker bij Manage-
ment-bemiddeling is ongeacht de arbeids
rechtelijke status, bepaald op driejaar.
In 1989 zijn er (interim/vervangingsdienst/
doorleners) samengevat 264 contracten
afgesloten, waarvan 231 met aangesloten
banken en 33 met Rabobank Nederland
(onder meer gelieerde instellingen, Buiten
land, Personeelsbank en directoraat Effec
ten). De gemiddelde contractperiode be
droeg 4,4 maanden.
Het aantal medewerkers (niet de door
leners) dat via Management-bemiddeling
vorm geeft aan de eigen carrièrelijn is naar
indeling in functiegroepen als volgt opge
bouwd: in 1989 zijn op deze formatie (in to
taal 46 personen) 16 personeelsleden in
gestroomd en 18 uitgestroomd. Dit exclu
sief de 21 medewerkers van de vervan-
gingsdienst.
De doorleengroep binnen Manage
ment-bemiddeling omvatte in 1989 51 per
soneelsleden waarvan er 56 instroomden
en 30 uitstroomden vanuit/naar een de
finitieve andere functie. In totaal zijn er in
1989 138 medewerkers werkzaam ge
weest binnen Management-bemiddeling.
Wat zal in het jaar 2000 de situatie
op de arbeidsmarkt zijn? Hierop
is wel een antwoord te geven in
kwantitatieve termen, maar de kwalitatieve
gegevens zijn veel minder nauwkeurig aan
te geven. Het kwantitatieve arbeidsaanbod
is af te lezen uit de demografische ontwik
kelingen. Zoals uit de tabel blijkt groeit de
potentiële beroepsbevolking tot het jaar
2000 nog enigszins, maar de groei is veel
minder dan de voorafgaande periode van 15
jaar. De tabel laat ook duidelijk de ontgroe
ning en vergrijzing zien, namelijk het aandeel
jongeren neemt af, terwijl het aandeel van
ouderen toeneemt. Behalve afname van het
aantal jongeren door de demografische ont
wikkelingen, neemt het aan
tal jongeren op de arbeids
markt ook af omdat deze
groep langer blijft studeren.
Juist uit die kleiner worden
de groep jongeren, neemt
de Rabobankorganisatie
veel mensen aan (in 1989
was 55% jonger dan 23
jaar).
Vraagzijde Om ge
schikte kandidaten van de
arbeidsmarkt te halen, zal duidelijk moeten
zijn welke mensen de organisatie in de ko
mendejaren nodig heeft. Voor een eerste in
dicatie hebben leden van de werkgroep met
enkele directeuren van plaatselijke banken
hierover gesproken. Er is op korte termijn
vooral vraag naar relatiebeheerders bedrij
ven en specialisten op het gebied van beleg
gingen en assurantie-adviseurs. Een uitge
breider onderzoek op dit gebied zal binnen
kort plaatsvinden. De uitkomsten van dit on
derzoek zijn ook belangrijk voor het bijstellen
van de personeelsadvertentie. De tekst en
vormgeving van deze advertentie zal name
lijk gericht moeten zijn op de doelgroep en
zal daarnaast moeten passen in het nieuwe
communicatiebeleid van de Rabobankorga
nisatie. Of de huidige advertentie aan die cri
teria voldoen zal ook onderzocht worden en
indien nodig worden aangepast. De arbeids
markt is naast de advertentie ook op andere
wijze te benaderen, zoals bijvoorbeeld ba-
nenmarkten, onderwijscontacten en doelge
richte stages. De werkgroep besteed ook
hieraan aandacht, zodat er een goed georga
niseerde en eenduidige werving tot stand zal
komen.
1970
1985
2000
min.personen van het totaal)
15-29 jaar
3,2 (39)
3,7 (38)
2,9 (28)
30-49 jaar
3,1 (38)
4,0 (41)
4,8 (46)
50-64 jaar
1,9 (23)
2,1 (21)
2,7 (26)
totaal
8,2 (100)
9,8 (100)
10,4 (100)
Bron: CBS: Potentiële beroepsbevolking
st**
>ï>3°
V\>Je
(nu,
«s