Rabo band il Jummer 11/1 juni 1990 snuffelen in de keuken s prachtig om na te 'aan of je capaciteiten iggen in het analytische >f onderzoektechnische >f juist meer in het ma- ragen of hetcommercië- e. Zelf heb ik gemerkt jat je er na die twee jaar /olwassener uitkomt.' /laar ook voor het be- jrijf is zo'n groeiperiode naar het oordeel van Erdmann belangrijk. 'Je naait talent binnen en iet is altijd goed om dat te koesteren. Je moet net voorzichtig opbou wen om ze op het juiste moment naar een ver- antwoordelijkheide positie te brengen.' Verantwoordelijkheid Maar wat is dan het juiste moment?' wil Dijkstra weten. 'Dat is een hele moeilijke', geeft Erdmann toe. 'Het heeft te maken met persoonlijkheden en met mogelijkheden binnen het bedrijf. Je moet het stageverloop zodanig inrichten dat zowel het bedrijf als de stagiair een goed in zicht hebben wanneer het moment rijp is om een stuk verantwoordelijkheid te krijgen. Als je als stagiair alleen maar meeloopt, hoefje je nog niet zo bloot te geven. Er moet dus een moment komen datje iemand in het die pe gooit, dan krijg je een beter beeld. Maar dat moetje wel verantwoord doen.' 'Ik denk dat dat mogelijk is binnen het huidige pro gramma', vindt Spijk. 'Ik zie dat bij mijn ei gen afdeling gebeuren, je groeit langzaam maar zeker. Eerst loop je inderdaad mee, maar na verloop van tijd ga je bepaalde werkzaamheden zelf verrichten. Die worden weliswaar gecontroleerd, maar je hebt toch een zekere verantwoordelijkheid.' Toegevoegde waarde De gedachten- wisseling over de waarde van het trainee project leidt in feite tot een unanieme posi tieve conclusie. Genuanceerder zijn de me ningen als het gaat om de toegevoegde waarde die de trainees hebben voor de af delingen en aangesloten banken waar ze stage lopen. Van der Vliet ziet verschillen tussen de stages die ze tot nu toe heeft ge daan. 'Ik heb eerst een half jaar gewerkt bij een aangesloten bank. Daar heb ik vooral veel basisken nis opgedaan. Nu zit ik bij Rabobank Neder land, bij Sectorma nagement HID en ver richt daar onderzoek op milieugebied. Er moest iemand komen die een beetje thuis is in juridische zaken. Anders hadden ze tij delijk iemand moeten aantrekken. In dit ge val kan ik van toegevoegde waarde zijn. Ik kan een project opzetten en kan daarbij wat produceren.' Dijkstra: 'Natuurlijk doe je daardoor uitstekende werkervaring op, maar je leert zo niet het bancaire vak.' 'Dat kan je wel voorzichtig proberen op te bou wen door contacten te gaan leggen met de Jaap Poelstra. Tien jaar werkzaam binnen de organisatie, waarvan de laatste twee jaar als hoofd Personeel en Opleidingen van het WAB. In deze functie is hij de eerstverantwoordelij ke voor het trainee-project. Martijn Spijk was in september 1988 één van de eerste trainees. Op dit moment rondt hij zijn programma af bij de activiteit Relatiebe heer Aangesloten Banken. Spijk studeerde al gemene en bedrijfseconomie in Groningen. wat meer bancaire af delingen in die omge ving', is de oplossing van Van der Vliet voor deze kanttekening. Frisse wind Erd mann heeft zijn eigen oordeel over rende ment en belasting voor een aangesloten bank. 'Als je het zou willen uitdrukken in een bijdrage aan de directe winstgevend heid, dan is er voor een aangesloten bank geen rendement. Wel is het heel belangrijk dat je die mensen met projecten bezig kunt laten zijn. Een project marktonderzoek, efficiencyverbetering op een bepaalde afde ling, personeelsontwikkeling binnen die aangesloten bank, noem maar op. Zaken die door de grote werk druk binnen de bank vaak niet voldoende van de grond komen. Dan is het inzetten van iemand op dit niveau werkelijk een verade ming. Van tijd tot tijd komt er eens een fris se wind door die bank: nieuwe mensen met een goed ontwikkeld denkniveau die je kriti sche vragen stellen. Daar komt bij dat sta giairs op dit niveau in principe weinig begelei ding nodig hebben. Je kunt ze één keer per week in een evaluatie gesprek van een uur prima sturen, verder zoeken ze zelf heel veel uit. Daardoor blijft de belasting voor de aangesloten bank rela tief binnen de perken.' Direct rendement is voor Erdmann overigens geen vereiste. 'Er is voor ons geen direct eigenbelang. Je leidt mensen op, die we bij de aangeslo ten bank waarschijnlijk nooit meer terugzien. Doorslaggevend is hier het organisatiebelang. Daarom willen wij daar aan heel graag mee werken en meedenken. Ik hoop dat veel colle ga's, aangesloten ban ken, dat ook willen doen.' Een klasje? Hoe intensief de stage-bie- dende afdeling/bank zich met de trainee moet bemoeien, is sterk afhankelijk van de ervaring die de stagiair al heeft opge daan. Dijkstra: 'Een paar hadden al wat er varing opgedaan en waren vrij snel inzet baar. Maar ik heb er ook twee gehad, die zo van de schoolbanken binnenkwamen. Dat is een tijdrovende zaak. Je moet vertellen wat een hypotheek is, wat een spaarreke- Willemien Timmermans viert deze zomer haar veertigjarig jubileum binnen de organisatie. Het grootste deel van die periode was ze ac tief bij Personeelszaken. Nu doet ze onder meer de begeleiding en coördinatie van het management-trainee-project. ning is. Uit oogpunt van efficiency en rende ment is het veel beter om management-trai- nees eerst in een klasje te zetten. Een maand of twee, drie om ze de eerste begin selen van het bankieren te leren.' Vanuit haar eigen ervaring vindt Van der Vliet: 'Bij de aangesloten bank heb ik inderdaad ge leerd wat een hypotheek is en wat een spaarrekening is. Van de mensen in het veld zelf eigenlijk. Die mensen zijn daar de hele dag mee bezig, het is voor hen niet zo veel extra moeite als ik even over hun rug meekijk. Vaak vinden ze het zelf ook leuk om te vertellen. Bovendien volg je hoe die mensen denken.' 'Wij hebben om een aan tal redenen bij de start van het project niet voor het klassikale gekozen', licht Poelstra toe. 'Waarbij ik niet wil zeggen dat het geen goede aanvulling zou zijn op de individuele trajecten die wij proberen uit te stippelen. We zijn uitgegaan van het type functionaris dat we voor ogen hebben. Ook de grote va riatie in functies heeft er mee te maken. Maar het is een discus sie waar we nog midden in zitten.' Grote vraag On danks de kritische kanttekeningen op deel terreinen is het totaal beeld van het trainee project positief. 'Ik wil niet zeggen dat we er 3 al zijn, we zitten nog voortdurend in de ont- wikkeling', stelt Poel- stra vast. 'Tot nu toe hebben we in de ge lukkige omstandigheid verkeerd dat we meer vraag dan aanbod heb ben. Daarmee is het bestaansrecht van het project bewezen. Wij hebben heel sterk aan de aanbodkant gewerkt, maar we zullen ook de vraagkant beter in beeld moeten brengen. Personeelsplanning speelt een belangrijke rol. Een andere belangrijke zaak is het weghalen van muren. Dit project is nu alleen voor het WAB, het Centrale Bankbedrijf heeft een eigen traject. We moeten ervoor zorgen dat we op organisa tieniveau een project krijgen dat heel sterk inspeelt op de behoefte van onze interne arbeidsmarkt.' Jan Dijkstra is ruim vijfentwintig jaar in dienst van de organisatie. Hij is hoofd Relatiebeheer Aangesloten Banken, de activiteit die zich sa men met aangesloten banken richt op het be dienen van grotere bedrijfsrelaties. Diverse trainees liepen stage binnen deze afdeling, één ex-trainee is er inmiddels in dienst.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1990 | | pagina 7