Ui 'Iemand moet op het goede moment over de benodigde kwaliteiten beschikken' De activiteit Management Ont wikkeling van Rabobank Neder land wil de doorstroming van medewerkers op management- en directieniveau in juiste ba nen leiden. Uitwisseling en door stroming van bekwame mensen binnen en tussen de verschillen de onderdelen van de Rabo- bankorganisatie is belangrijk. Het mes snijdt daarbij aan twee kanten: de betrokken medewer kers krijgen meer kans op een passende functie èn openvallen de plaatsen worden ingenomen door mensen die de organisatie al kennen. 'De juiste persoon op het juiste moment op de juiste plaats, dat is onze taak.' zegt Mr. Cees Slijkhuis, hoofd Ma nagement Ontwikkeling. Sociale ontwikkelingen en trends 1989 Voorheen bestonden de activiteiten van Management Ontwikkeling hoofdzakelijk uit beoordeling van een aantal zittende managers, die voor doorstroming tussen en naar hogere func ties in aanmerking kwamen. Daarnaast wer den op ad hoe basis loopbaan- en oplei dingsadviezen gegeven. 'Er zat in onvol doende mate een structurele bemiddelende roi in voor MO', aldus Slijkhuis. 'Het beleid is er nu op gericht om de juiste persoon, op 't juiste moment, op de juiste plaats te krij gen. De nadruk ligt op het woordje 'juist'. Anders zou je de indruk krijgen dat we al leen maar een overplaatsingsbeleid heb ben. Het gaat ook om tijdige ontwikkeling van medewerkers, zodat op het goede mo ment geschikte kandidaten aanwezig zijn voor het vervullen van vacatures. Dit kan al leen worden bereikt als de activiteit Ma nagement Ontwikkeling op een planmatige en systematische wijze te werk gaat.' Opvolgingsplanning Management Ont- Slijkhuis: 'De juiste persoon op de juiste plaats. wikkeling verricht haar werkzaamheden voor de aangesloten banken en Rabobank Nederland. Bij Rabobank Nederland ligt het zwaartepunt bij de opvolgingsplanning. Voor de organisatie is het van vitaal belang dat sleutelposities continu zijn bezet door hoog gekwalificeerde mensen. Daarom is het noodzakelijk, dat er voor de veelbelovende medewerkers loopbaanpaden worden uitge zet. Bevorderen van doorstroming en ver breding van werkervaring is in het belang van de organisatie en betrokkenen. Slijk huis vindt, dat er wederzijdse afspraken ge maakt moeten worden over hoe lang ie mand een bepaalde functie uitoefent. 'Zo kan ik zeggen dat er voor mijn huidige func tie in beginsel vijf tot zeven jaar staat', zegt hij. 'Daarna kijk ik weer naar iets nieuws uit.' Naast het planmatig in kaart brengen en houden van kandidaten zijn er nu nog situ aties die om ad hoe oplossingen vragen. Slijkhuis: 'Ik verwacht dat wij voor Rabobank Nederland zeker twee jaar nodig hebben om alle benodigde gegevens goed in beeld te brengen. Dan zal de opvolgingsplanning be ter gestructureerd zijn en behoren ad hoe oplossingen tot de uitzonderingen.' Makelaar Bij de aangesloten banken is het systeem van opvolgingsplanning niet mogelijk, vanwege de autonomie van de banken. Binnen de grotere banken kan op volging vaak wel gepland worden. Manage ment Ontwikkeling zal hier, in samenwer king met de regiokantoren, een soort make- laarsrol gaan vervullen. Zo kan dan over de grenzen van de autonome banken heen wor den bemiddeld tussen vraag en aanbod. 'Het in kaart brengen van de gegevens van de kandidaten zal voor de aangesloten ban ken wel vijf jaar in beslag nemen', aldus Slijkhuis. 'Nu wij met onze plannen naar bui ten zijn gekomen, verwacht men ook direct resultaat. Dat betekent dat er een span ningsveld is, want niet alles is zo snel waar te maken. Ik wil kwaliteit niet ten koste ia- ten gaan van snelheid. Liever wat langza mer, maar kwalitatief goed. Dat voorkomt teleurstellingen!' Kandidaten Aanmelding van kandida ten voor bemiddeling kan in principe op twee manieren gebeuren, namelijk door de baas of door de persoon zelf. Voordat Ma nagement Ontwikkeling kan gaan bemidde len, moet eerst op tafel komen waarvoor de kandidaat geschikt is. Hiervoor wordt een intake-gesprek gehouden, waarin de belang stelling van de betrokkene wordt vastge legd. Daarnaast zijn er drie beoordelaars: de directe chef en twee door de kandidaat aangewezen personen, die een functionele relatie met die persoon hebben of hebben gehad. Er kan een probleem ontstaan wan neer de chef een volgende stap niet ziet zit ten en de overige beoordelaars wel. Voor een goede objectiviteit kan dan een aanvul lende psychologische test worden afgeno men. Tot slot wordt een kandidaat voorge dragen aan de Stuurgroep Management Ontwikkeling (SMO) of een Directiecomité. Die beslissen uiteindelijk of een kandidaat geaccepteerd wordt. Aanmelding bij MO is niet vrijblijvend. De kandidaat kan niet meti de armen over elkaar gaan zitten en afwach ten. Een 'potential' is altijd met twee of drie andere kandidaten in concurrentie voor een functie. Dit bekent dat men zich constant moet blijven bewijzen en goede prestaties moet leveren. 'De taak van MO is bemidde ling en advisering', licht Slijkhuis toe. 'Uit eindelijk zijn de betrokkenen zelf verant woordelijk voor hun eigen loopbaan. En de manager benoemt tot slot iemand naar ei gen keuze uit de kandidaten.' Buitenland De activiteit Management Ontwikkeling is ook betrokken bij uitzending naar het buitenland. Behalve gesprekken over uitzending, wordt er met de kandidaten ook gesproken over wat ze gaan doen bij te rugkomst. Een halfjaar voor afloop van het contract zou er duidelijkheid moeten zijn over de vervolg functie. Instroom Behalve interne doorstroming van de medewerkers is ook instroom van vers bloed noodzakelijk om 'inteelt' te voor komen. 'Werving van kandidaten voor een trainee-traject vindt nu versnipperd plaats', aldus Slijkhuis. 'Wij willen een gecoördi neerde aanpak. Het management moet aangeven welk type medewerker zij nodig heeft. Wij gaan dan werven op de externe arbeidsmarkt. Bij de laatste selectieronde zit de manager erbij. Hij dient dan net zoals bij het HBO-traject, in te tekenen voor een kandidaat.' Na de trainee-periode stroomt de trainee bij de betreffende afdeling in voor een regulier loopbaantraject. Manage ment Ontwikkeling volgt de trainees op af stand.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1990 | | pagina 6