uit de bank geklapt Rabo band De Nederlandsche Bank 'Uit de bank klappen' Vakantiewerk en studietoelage Nummer 11/1 juni 1990 'Ik zag laatst Duisenberg op de televisie bij de presentatie van het jaarverslag van de Nederlandsche Bank. Wat is eigenlijk de functie van die bank en wat is de relatie met onze bank?' 'De Nederlandsche Bank, meestal afgekort tot DNB, heeft een omvangrijk taken pakket, vertelt Kees Docter van Externe Regelgeving. Haar hoofdtaak is het bewa- ken van de waarde van de gulden. Binnen Nederland [gebeurt dat door het tegengaan van inflatie. Dat wil zeggen door de hoeveelheid geld in de hand te houden. Zo voerde zij in 1989 de Monetaire Kasreserveregeling in om de geld- schepping door de banken te beperken. Ban ken moeten een 'boete' betalen als ze meer geld scheppen dan de overeengekomen hoe veelheid. De grootte van de boete is mede af hankelijk van het kasreservepercentage. Dit kasreservepercentage staat nu overigens weer op nul. Buiten Nederland moeten sta biele wisselkoersen gehandhaafd blijven. Daarvoor wordt een rentebeleid gevoerd. Als je de rente in Nederland, in verhouding met het buitenland, verhoogt dan wordt de gulden aantrekkelijk en zal de koers stijgen. Daar naast oefent DNB invloed uit op de rente, door op de geldmarkt al dan niet speciale be leningen, een voorschot tegen onderpand met een vaste rente en een vaste looptijd, te verschaffen.' Docter vervolgt: 'Daarnaast, en dat heeft meer rechtstreekse relaties met onze aangesloten banken, zorgt ze voor de bewaking van een gezond bankbedrijf. Dat is af te leiden uit de maandstaat van een bank. Die wordt gebruikt om te kijken of de banken niet teveel risico's lopen. Dit wordt het zoge naamde bedrijfseconomisch toezicht ge noemd, het toezicht op solvabiliteit en liquidi teit. Dat toezicht is voor onze aangesloten banken overgedragen aan Rabobank Neder land. Die controleert de maandstaten van de plaatselijke banken. Daarna worden deze sa mengevoegd met die van onze gelieerde in stellingen en die van Rabobank Nederland. Ook besteedt de Accountantsdienst van Rabobank Nederland bij haar controles aan dacht aan de maandstaat. DNB houdt toe zicht op de maandstaat van de totale organi satie. Op die manier hoeft dus niet iedere in dividuele bank aan de vereiste solvabiliteits- en liquiditeitsverplichtingen te voldoen.' Een baliemedewerker van een aangesloten bank heeft op diverse manieren met DNB te ma ken. Docter: 'Ten eerste moet het geld na tuurlijk ergens vandaan komen. Geld wordt gedrukt door Johan Enschede, maar officieel in omloop gebracht door DNB. Daarnaast moeten er diverse formulieren worden inge vuld, bijvoorbeeld bij transacties met niet-in- gezetenen, bij aankoop van vreemde valuta of bij het inleveren van oude of gehavende bankbiljetten.' De Nederlandsche Bank heeft nog meer taken. Ze is kassier van de Staat en registreert de geldstromen van en naar het buitenland. Ook is DNB betrokken bij het structuurbeleid, het al of niet mogen samen gaan van banken met verzekeringsmaat schappijen. Het belang van het structuur beleid neemt overigens af. Er moet alleen nog worden geregeld hoe de verhouding tus sen de verschillende toezichthouders wordt. De bankwereld is in beweging. Er ge beurt veel. Steeds weer komen we voor verrassingen te staan. Al werk je bij een bank, niet altijd is duidelijk wat de betekenis van bepaalde woorden of zaken is. In deze rubriek willen we antwoorden geven op vragen als: 'Wat betekent dit', 'Waarom gebeurt dat?' en 'Wat zit daar nu achter?'. Vragen van lezers worden behandeld door deskundigen. Het adres is: Redactie Raboband, Uit de bank geklapt, interne adrescode UCR 514. Het toezicht op verzekeringsmaatschappijen wordt namelijk gehouden door de Verzeke ringskamer, en het toezicht op de banken door DNB. Als er nu één concern komt, is de vraag 'wie kijkt naar wat'. 'Hoe komt het dat een journalist kan cite ren uit interne circulaires van onze bank, zoals dat onlangs het geval was met de be richten over het Spectrum Fonds en Robe- co? En waarom zijn de personeelsleden niet in een eerder stadium geïnformeerd?' 'Het interne bericht over het uitstellen van het Rabo Spectrum Fonds was al bin nen twee uur na versprei ding via het spoedcircuit let terlijk bij de Volkskrant be kend. En de inhoud van de interne Robeco-circulaire, met een embargo tot half vijf, stond al om vier uur bij het persbureau Reuter op het scherm. Dat is zeker bij beursgevoelige za ken zeer storend.' Aan het woord is Willem Lageweg, hoofd Communicatie en PR. 'Ik wil wel vooraf benadrukken dat we in een orga nisatie als de onze niet te krampachtig met elkaar en met informatie moeten omgaan. We zijn nauw verweven mét en een onder deel van de Nederlandse samenleving. Onze 35.000 medewerkers en 6.000 bestuurders hebben dagelijks hun contacten waarmee men open moet kunnen communiceren. Die openheid past in een mondige samenleving met mondige medewerkers en mondige klan ten. Datgene watje intern zegt dat moetje in feite ook extern kunnen zeggen. Dit volwas sen gedrag betekent ook dat men zich bij be langrijke informatie zijn verantwoordelijkheid moet realiseren. Dat houdt in dat bepaalde informatie niet altijd meteen naar buiten kan.' Lageweg legt uit: 'Binnen onze organisatie worden besluiten niet van boven af geno men, om daarna simpel aan de medewer kers mee te delen. Omdat wij een coöperatie zijn, moeten belangrijke zaken vaak eerst worden afgestemd met colleges als raad van beheer, raad van toezicht, spoedcommissie en ondernemingsraad. Deze colleges heb ben terecht tot taak om bij belangrijke be leidsvoornemens een advies of hun instem ming te geven. En het past niet om bij ver trouwelijke onderwerpen via de massamedia te communiceren voordat zij hun rol hebben kunnen vervullen. Bij de Robeco-zaak was er bovendien nog een complicerende factor. Eerst moesten andere partijen, zoals de Ver eniging voor de Effectenhandel en vakbon den, geïnformeerd worden. Ook de direct be trokken medewerkers behoren uiteraard zo snel mogelijk op de hoogte te zijn. Daarna pas kon de uitgebreide trein op gang komen om iedereen, liefst op hetzelfde moment te informeren. Daar heb je uren en soms wel een hele dag voor nodig. Dat gebeurt dan bij na altijd via een circulaire met daarop duide lijk een embargo vermeld. Op die manier wordt iedereen op de hoogte gesteld en kan iedereen in de eigen relatiekring zijn rol spe len. Ik vraag er begrip voor dat zo'n intern communicatieproces enige tijd kost voordat iedereen is geïnformeerd. In zo'n situatie ge tuigt het niet van een groot verantwoordelijk heidsgevoel als medewerkers, die vroegtijdig een bepaald bericht onder ogen krijgen, dit meteen aan bepaalde journalisten doorge ven. Men dient ten minste het embargo te respecteren. Maar bovendien is het in onze organisatie gebruikelijk om berichtgeving aan de media over te laten aan de afdeling Voorlichting en Externe Betrekkingen.' 'Hoe moet een vakantiehulp zijn loonbelas tingverklaring invullen als hij op grond van de Wet Studiefinanciering een studietoela ge geniet?' Wim Hurkmans van de CSPA legt uit: 'Vraag 1 van het tariefgroepenschema O op de tweede bladzijde van de loonbelastingverklaring luidt: Heeft u naast deze dienstbetrekking/uitkering nog een andere dienstbe trekking/uitkering? Het antwoord op deze vraag is in het geval van een studietoelage volgens de WSF: Ja. De tweede vraag luidt: Wordt bij die andere dienstbetrekking/uitke ring rekening gehouden met uw belasting vrije bedrag? Het antwoord daarop is: Nee. De studietoelage valt voor het grootste deel buiten de belastingheffing en houdt dan ook geen rekening met het belastingvrije bedrag. In de meeste gevallen zal een vakantiehulp dus in tariefgroep 2 worden ingedeeld. Bij een verzoek tot teruggaaf van belasting door middel van een T-formulier, moet de vakan tiehulp er rekening mee houden dat 25% van de basisbeurs en 100% van een eventuele aanvullende beurs tot het belastbaar inko men hoort. Als het belastbare inkomen, dus de vergoeding van de vakantiehulp en het belastbare deel van de studiefinanciering samen meer bedraagt dan het belastingvrije bedrag, in 1990: f 4.568,-, zal de teruggave van de loonheffing vaak lager zijn dan de in houding. Bovendien moet het bedrag boven f 304,- liggen, anders vindt geen terugbe taling plaats.'

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1990 | | pagina 5