Ui
Rabi
bam
De tweede
loopbaanfase
Wet Arbeid
Gehandicapte
Werknemers
Sociale
ontwikkelingen en trends 1989
De gemiddelde leeftijd van
personeelsleden binnen de
Rabobankorganisatie is de
laatste jaren nogal aan het
stijgen. Gezien de demografi
sche ontwikkelingen zal deze
trend zich in de komende pe
riode voortzetten. Vooral het
percentage leidinggevenden
dat in de tweede helft van de
loopbaan verkeert (dus ouder
dan 40 jaar) groeit sterk.
Daarom is onderzoek gedaan
naar de vraag welke gevolgen
deze leeftijdstoename heeft
voor iemands loopbaanontwik
keling. Dit onderzoek is gehou
den onder circa 240 perso
neelsleden van 40 jaar en ou
der, afkomstig uit 65 verschil
lende banken. Ofschoon de
analyse van de gegevens nog
voortduurt, kunnen wij hier
toch reeds enkele voorlopige
resultaten melden.
In zijn algemeenheid neemt de
mobiliteit en de opleidingsdeel
name boven de veertig jaar
sterk af. De neiging zich te con
centreren op een beperkt aan
tal bekende taken is gemiddeld
genomen aanmerkelijk groter
dan dat bij jongeren het geval
is. De verschillen tussen veer
tig-plussers op dit punt zijn ech-
Op dit moment zijn er in Ne
derland meer dan 800.000
mensen arbeidsongeschikt.
De vrees bestaat dat voor het
jaar 2000 dit aantal tot meer
dan 1.000.000 zal zijn ge
stegen! Overheid en werkge
vers- en werknemersorganisa
ties vinden dit sociaal en fi
nancieel niet acceptabel.
Als één van de maatregelen om
het aantal arbeidsongeschik
ten te verminderen is in 1986
de WAGW Ingesteld. Krachtens
onder andere deze wet moeten
werkgevers- en werknemersor
ganisaties maatregelen treffen
om gehandicapten in dienst te
houden of te nemen. De doel
stelling van deze inspannings
verplichting werd vertaald in
een zogenaamd quotum van
5% gehandicapten in dienst
van een onderneming. Dit quo
tum zou per medio 1990 ver
plicht worden, maar deze ver
plichting is nu tot ultimo 1993
uitgesteld met als belangrijkste
reden dat de overheid als werk
gever zelf in de verste verte
nog niet in de buurt van 5% ge
handicapten komt.
Enquête Om enig zicht te
hebben op het aantal gehandi
capten werkzaam in onderne
mingen behorend tot de be
drijfstak banken werd eind
1988/begin 1989 een enquête
gehouden via de werkgevers
vereniging voor het bankbedrijf.
De response op deze enquête
was hoog en leverde als voorlo
pig resultaat op dat binnen de
bedrijfstak banken thans onge
veer 2,5% gehandicapten werk
zaam is. Dit percentage ligt bij
de grote banken wat hoger dan
bij de kleinere: aflopend van
4,4% naar 1,6%.
Vervolg Thans wordt door
de overheid en de werkgevers-
en werknemersorganisaties ge
studeerd op een meer samen
hangend pakket maatregelen
naast de WAGW dat de toena
me van het aantal arbeidsonge
schikten in het arbeidsproces
bevordert. Een van de onderde
len van dit pakket heeft betrek
king op het verzuimbeleid. In
dit kader mag men in de loop
van 1990 voorstellen verwach
ten voor een meer preventief
ziekteverzuimbeleid dat past in
het thans in ontwikkeling zijn
de personeelsontwikkelingsbe
leid.
ter zeer groot. De onderlinge
verschillen in mobiliteit en op
leidingsdeelname zijn veel gro
ter dan op jongere leeftijd. Men
zou dus kunnen concluderen
dat 'de' gemiddelde veertig
plusser niet of nauwelijks be
staat. Voor vijfig-plussers geldt
dat nog in sterkere mate. De
onderlinge verschillen lijken
met het stijgen van de leeftijd
alleen maar toe te nemen. Hier
door zou het nemen van alge-
Intern Communicatieblad van de Rabobankorganisatie
Verschijnt tweewekelijks
Redactie Stan Polman (hoofdredacteur), Thea Mutsaers-Fibbe (redac
teur), Mariëtte Rozmus (journalist). Redactiesecretariaat: Maike Wit
Telefoon (030) 902083. Telefax (030) 901904
Abonnementenadministratie (030) 902851. Medewerkers Rabobank
Nederland werkzaam in Utrecht (030) 902596 en in Eindhoven (040)
346623.
Adres redactie UCR 514, Postbus 17100, 3500 HG Utrecht
Extra editie Mei 1990
Sociale ontwikkelingen en Trends Rabobankorganisatie
Uitgave Centrale Dienst Personeel
Redactie van deze editie
soneel
Alda Kemperman, Instrumentontwikkeling Per-
Postbus 221, 5600 MA Eindhoven,
Informatie over deze editie
EZb58.
Redactieraad Ronald Cramer (Rabobank Nederland), voorzitter, Carla
Effing (Losser), Fred van Haatten (Rabobank Nederland Eindhoven),
Theo van Hoven (Beek L), Angélique van Poppelen (Regiokantoor Haar
lem), Vincent Reus (Stede Broec), Lute Spandaw (Leeuwarden), Dirk
Verouden (Krimpen a/d Lek), Dirk Vijver (Rabobank Nederland Utrecht),
Greetje Visser-Ritskes (Norg), Marlies Wijffels (Eede).
Regio-correspondenten Koop Boer, Regio Groningen, (050) 169011. Auke
Nauta, Regio Leeuwarden, (058) 968135. Bert Beijers, Regio Zwolle,
(038) 530622. Regio Arnhem: Hans van Dijk, kringen Arnhem/De Veluwe,
(085) 658670, Hans Greve, kringen De Graafschap/Doetinchem, (085)
658668, Cees van Hal, kringen Nijmegen/West-Betuwe, (085) 658669.
Regio Haarlem: Rob Huigen, kringen Amsterdam, Leiden, Midden Neder
land Noord, (023) 145884, Hans Moolenbel, kringen Alkmaar, Noord-Hol-
land-Noord, (023) 145886. Wim van den Brink, Regio Rotterdam, (010)
4599495. Paul van Beersum, Regio Bergen op Zoom, (01640) 89650.
Charles Stroek, Regio Eindhoven, (040) 346984. Willem-Jan Vermulst, Re
gio Roermond, (04750) 98454
Vormgeving en druk Hoonte-Holland Grafische Industrie BV
mene maatregelen voor bijvoor
beeld alle oudere werknemers
hun doel voorbij schieten. Zo
als verwacht blijkt echter in zijn
algemeenheid wel een behoor
lijke samenhang te bestaan
tussen het volgen van opleidin
gen en mobiliteit. Veel scholing
en veel functiewisseling han
gen dus samen. Opvallend is
dat onder veertig-plussers van
banken waar het vooroplei
dingsniveau van alle perso
neelsleden gemiddeld hoger is,
meer scholing en mobiliteit be
staat. Dit is in mindere mate
het geval bij banken waar het
gemiddelde opleidingsniveau
van personeelsleden lager is.
De hoogte van het opleidings
budget en de mate van door
stroming binnen een bank blij
ken echter geen invloed te heb
ben op de opleidingsdeelname
en de mobiliteit van veertig
plussers. Dat is een opvallend
gegeven. Zeker nu de leeftijd
van ons personeel nogal stijgt,
is het onverantwoord oudere
werknemers uit te sluiten van
ontwikkelingsmogelijkheden.
Vooral als het gaat om flexibili
teit, bestaan tegenover oudere
werknemers sterke vooroorde
len. Er wordt namelijk nogal
eens geopperd dat een stijgen
de leeftijd onafwendbaar sa
menhangt met een afnemende
flexibiliteit. Die wijd verbreide
veronderstelling is in zijn alge
meenheid per se onjuist. On
derzoek binnen onze organisa
tie heeft dat uitgewezen. Ge
richt investeren in de perso
neelsontwikkeling van oudere
werknemers zal dan ook
steeds belangrijker worden.
Dat is voorlopig de belangrijk
ste conclusie van het gehou
den onderzoek. Wanneer de
analyse van de resultaten is af
gerond, zal een volledig over
zichtsrapport van dit onder
zoek worden toegezonden aan
alle banken die aan dit onder
zoek hebben deelgenomen, ter
wijl in Raboband een beknopte
samenvatting zal verschijnen.