labo land Een duidelijke visie waar je als bank naar toe wilt is een vereiste Sociale ontwikkelingen en trends Prevoo, Van Kaauwen en Van der Leij: 'Een kwestie van maatwerk. sprekken met de medewerkers gevoerd. Voor een goede personeelsplanning is het belangrijk om alle personele gegevens in kaart te brengen. Daarbij moet je weten welke opleidingen iedereen heeft gevolgd, of wil gaan volgen. Wat de ambities zijn. Wil men de eerst komende jaren nog in dezelf de functie blijven? Dit laatste is niet van zelfsprekend een goede zaak. Immers te lang in eenzelfde functie blijven, kan weer tot verstarring leiden. Ik heb aan de men sen gevraagd om een keuze te maken. De meesten waren niet gewend om over hun toekomst na te denken. Vaak gebeurde dat pas wanneer iemand aan het einde van de salarisschaal was gekomen. Maar dat is te laat, dan loopje achter de feiten aan. Daar om is personeelsplanning ook zo belang rijk. Zaken tijdig signaleren, bespreekbaar maken en tijdig inspelen op de ontwikkelin gen, zowel van de zijde van bank als van de medewerkers.' Rol OPO-adviseur Arnold van Kaauwen, adviseur Organisatie, Personeel en Oplei ding bij het regiokantoor Eindhoven, bege leidt het proces personeelsplanning bij de Rabobank Vught. Hij ziet zijn rol als onder steunen, hulpmiddelen aanreiken en als klankbord fungeren. 'Het moet niet zo zijn, dat een bankdirecteur aan een OPO-advi seur vraagt om binnen een paar maanden een systeem van personeelsplanning in te voeren, daarvoor te betalen en dat was het dan. Ik leen mij niet voor zo'n rol. Want dan wordt het plan niet door het management gedragen en verdwijnt het in de kast. Mijn taak is om het management de mogelijkhe den van personeelsplanning te laten zien. De plussen en minnen van alternatieven te vertellen. De manager zal dan de keuze moeten maken, want die is verantwoorde lijk.' De toegevoegde waarde van de OPO- adviseur is de deskundigheid op zijn speci fieke vakgebied. De manager kan immers zelf onmogelijk alles overzien. De taak van het management wordt steeds zwaarder. Op de eerste plaats is de directeur natuur lijk bankier, maar het managen van de orga nisatie zal steeds meer nadruk krijgen. Re gelmatige trainingen en bijscholing voor het management zijn daarom geen overbodige luxe. Voor alle banken? Op de vraag of per soneelsplanning voor iedere bank zinvol is, antwoordt van Kaauwen: 'Het is alleen zin vol wanneer de directie in staat is om de belangrijkste rol in het geheel te spelen, anders moet je er niet aan beginnen. Er kunnen twee dingen gebeuren. Ten eerste alles maar op z'n beloop laten, dus niets doen. Je kunt ook zorgen dat het management het belang van personeelsplanning gaat in zien en er zich ook sterk voor wil maken. Daarnaast zijn er natuurlijk ook banken die al jaren een goed personeelsbeleid heb ben, dus in feite personeelsplanning allang toepassen. Het is belangrijk om de lijn door te trekken van gestructureerd omgaan met het commerciële beleid, naar het planmatig omgaan met de factor arbeid. De OPO-advi seur zal zoveel mogelijk af moeten van ad hoe werkzaamheden en de banken gaan ad viseren in een gestructureerde aanpak van het personeelsbeleid.' Van der Leij: 'Ik wil in het midden laten of er in het verleden al dan niet op de juiste wijze met het perso neelsbeleid is omgegaan. Maar in deze tijd vraagt het in ieder geval om een andere, meer gestructureerde aanpak.' Van Kaau wen vult aan: 'Een belangrijke voorwaarde voor personeels planning is een goed perso neelsdossier. Het management moet van alle medewerkers we ten welke opleidingen zij ge volgd hebben, wat hun werker varing is en welke ambities zij hebben. Tot nu toe is daar te weinig aandacht aan besteed en zullen we een inhaalslag moeten maken.' Brochure Het proces van personeelsplanning wordt in de brochure 'Personeelsplan ning in stappen' in vogelvlucht beschreven. Voor achtergrond informatie is er een naslag werk, dat uit vier delen gaat be staan. De delen I en II hiervan zijn klaar, aan de overige twee delen wordt momenteel de laat ste hand gelegd door de Centra le Dienst Personeel. De kernge dachte van het sociale beleid van de Rabobankorganisatie is, dat de medewerkers van doorslaggevende betekenis zijn voor het succes van de organi satie. In dat beleid wordt ge streefd naar een optimale we derzijdse afstemming van de wensen en mogelijkheden van medewerkers en organisatie. Personeelsplanning is dus maatwerk. De brochure is een leidraad om het management hierbij te ondersteunen en is een hulpmiddel om problemen en oplos singen systematisch op een rij te zetten. Een bank kan bijvoorbeeld besluiten zich nadrukkelijker in de zakelijke markt te ma nifesteren. Dit betekent, dat er mensen moeten werken, die een goede gespreks partner zijn voor de zakelijke cliënt en die initiatieven kunnen nemen. Deze uitgangs punten moeten in het organisatie- en perso neelsbeleid uitgewerkt zijn.'De brochure is zoals gezegd, een raamwerk', licht Edwin Prevoo, beleidsmedewerker CDP, toe. 'Er worden in totaal negen stappen besproken, maar het hoeft helemaal niet zo te zijn, dat alle stappen chronologisch doorlopen moe ten worden. Bij de Rabobank Vught zie je bij voorbeeld, dat men met stap vijf -bepalen van de strategie- is begonnen. Nadat dit op papier was gezet, werd de volgende stap gezet, waarin het inschatten van de toe komstige formatiebehoefte werd ingevuld. Met die gegevens in het achterhoofd, werd de huidige formatie en bezetting onder de loep genomen. En dit is eigenlijk stap een en twee in de brochure.' In Vught zijn ze hier momenteel volop mee bezig. Prevoo: 'Wat in de brochure staat is géén wondermiddel, maar een hulpmiddel. Het vraagt om een kritisch en creatief gebruik. Er worden stan daard instrumenten genoemd, waar de di rectie een eigen invulling aan moet geven.' Of zoals Van Kaauwen het typeert: 'Wij leve ren het linnen, de verf, de kwasten en ver tellen de techniek van kleuren mengen, maar men moet zelf schilderen!' Van der Leij kan dit beamen: 'Het gaat niet om een simpele invuloefening om alle kwantitatieve gegevens te verzamelen, maar het is ook een kwaliteitslag. Omdat dit maatwerk vraagt, heb ik vaak zelf instrumenten moe ten aanpassen en bedenken, eigen creativi teit blijft noodzakelijk.'

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1990 | | pagina 11