Samenwer king tussen plaatselijke banken en Rabobank Nederland verandert H band De rol van de regiokantoren is veranderd. Voor de plaatselijke bank is het regiokantoor niet meer het enige aanspreekpunt. Ook bij de hoofdkantoren van Rabobank Nederland in Eindho ven en Utrecht kan men te recht. Soms verloopt het con tact dan toch weer via het re giokantoor. Wat is de huidige si tuatie en welke rol vervult de regiodirectie daarin? Een ge sprek met hoofddirectielid Henk van den Broek over de taak en de rol van de regiokantoren. Beleidsadvisering staat voorop Nummer 8/20 april 199 Van den Broek: 'De regiodirecties zullen zich met name bezighouden met beleidsadvisering, dus dt hoofdlijnen van de lokale bank. et is allemaal niet zo anders en zo nieuw als het wel lijkt', relati veert Van den Broek de vraag wat er nieuw en anders is op de regiokanto ren. 'Bovendien is alles zo geleidelijk aan veranderd.' Toch is de situatie niet te verge lijken met die van zo'n tien jaar geleden. Toen ging de regionalisatie van start. 'Voor die tijd hadden we de districtskantoren en die hadden maar een zeer geringe bezet ting', aldus Van den Broek. 'Die districtkan toren functioneerden tussen Rabobank Ne derland en de lokale banken niet echt ge structureerd.' Districtskantoren In de tijd van de dis trictskantoren vond de advisering plaats vanuit alle hoeken van Rabobank Neder land. Van den Broek: 'Het hing als los zand aan elkaar. Dat betekende dat er drie ver schillende adviseurs op één dag bij een lo kale bank konden komen zonder dat ze dat van elkaar wisten. Toen is er gezegd, dat er voor wat betreft die brugfunctie tussen Rabobank Nederland en de lokale banken een kwalitatieve slag moest worden ge maakt.' De veertien districtskantoren wer den negen regiokantoren. Er kwamen regio directeuren en adjunct-regiodirecteuren. En alle advisering aan de plaatselijke banken vond gecoördineerd plaats vanuit die regio kantoren. Trechters Eigenlijk mocht er buiten de regiokantoren om niets gebeuren. Voor bij na alles moesten de plaatselijke banken bij de regiokantoren aankloppen. 'Daar zijn grapjes over gemaakt', herinnert Van den Broek zich. 'Bij de evaluatie was er op de buitenkant van een brochure een aantal trechters getekend. Dat waren de regiokan toren en in de tuitjes van die trechters zat een knoop. Ai die trechters liepen over. De contacten, vragen, adviezen en noem maar op konden gewoon niet allemaal door die trechters. Dat waren de problemen van de eerste tijd. Die problemen zijn sindsdien na genoeg opgelost.' Professioneler In de loop van de jaren werden de plaatselijke banken veel profes sioneler. De operationele ondersteuning vanuit de regiokantoren was steeds minder nodig. 'De banken moeten het nu eigenlijk zelf kunnen', aldus Van den Broek. 'Ze moe ten in de normale bedrijfsvoering zelfstan dig kunnen opereren. Wel moet er specialis tische ondersteuning blijven, die meer toe gevoegde waarde levert. Je moet veel nauw keuriger kijken welke specialistische onder steuning een lokale bank op dit moment no dig heeft. Want die behoefte verandert steeds.' Tarieven In de periode vóór de verande ringen op de regiokantoren werden doorge voerd, zijn tarieven ingevoerd voor het door belasten van de adviezen. Daarvoor is on der andere gekozen, omdat er een beper kende werking van uitgaat. 'De lokale ban ken vonden het wel makkelijk om eens met een adviseur van het regiokantoor te pra ten', licht Van den Broek toe. 'Het kostte toch niets. En een adviseur vond het oot wel leuk om zelf zijn bezoeken aan banker te regelen. Toen we de tarifering invoerder betekende dat, dat de adviseurs niet meei op eigen initiatief naar de banken zouder gaan, maar uitsluitend op verzoek van de banken zelf. Je hebt nu het tariefmechanis me waarmee duidelijk wordt of een bank de prijs voor het advies over heeft. Dat is besl hard naar de adviseurs overigens, want als je geen kwaliteit levert hoef je maar éér keer op een bank te komen en volgende keei wordt je niet meer gevraagd. Dat speeh ook.' Specialistisch 'Het bankieren is zc complex geworden en er moet zo slagvaar dig worden geopereerd, dat specialistische ondersteuning aan lokale banken niet meer vanuit een generalistische leiding van een regiodirectie kan gebeuren', stelt Van den Broek. 'Die adviseurs moeten intensief con tact onderhouden met de betreffende een heid van Rabobank Nederland. Ze moeten er hiërarchisch aan zijn opgehangen. Daar moeten ze zich thuisvoelen en de communi catie en contacten hebben en op de hoogte worden gesteld van de nieuwe ontwikkelin gen. Daar moeten ze worden gevoed door de produktontwikkelaars, zodat ze exact, snel en voortdurend op de hoogte zijn van wat er allemaal speelt. Ze worden dan opti maal voorzien van kennis en ervaring, die ze rechtstreeks aan de lokale banken be schikbaar kunnen stellen.' Beleidsadviserend Wat is na al die ver anderingen op het gebied van de ondersteu nende rol van het regiokantoor geworden? Van den Broek: 'De regiodirecteuren en de adjunct-regiodirecteuren zullen zich met na me bezighouden met beleidsadvisering, dus de hoofdlijnen van de lokale bank. Zij

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1990 | | pagina 8