Rabobank partner voor Nederlands bedrijfsleven in Europa De laatste tijd kun je geen krant of tijdschrift openslaan, of er wordt wel aandacht besteed aan de toekomstige eenwording van de markten binnen Europa. Het doel van 'Europa 1992' is iedere in de EG gevestigde ondernemer in staat te stellen overal binnen de Gemeenschap ongehinderd zijn goederen of diensten af te zet ten. De Rabobankorganisatie bereidt zich voor op die nieuwe si tuatie. Inmiddels zijn er in heel wat Europese landen kantoren geopend. Andere volgen. Nederlandse medewerkers van de orga nisatie, waaronder directeuren van plaatselijke banken, gaan er werken. Sociale ontwikkelingen en trends den door medewerkers die nu al in dienst zijn. Vernieuwing personeelsbeleid Een en ander betekent dat wij in de komende ja ren de omslag zullen maken van een com penserend naar een activerend perso neelsbeleid. Dat wil zeggen van arbeids voorwaarden als zwaartepunt om de ver richte arbeid te compenseren, naar perso neelsontwikkeling als zwaartepunt om de inzetbaarheid van mensen in onze organi satie te bevorderen. Daarvoor is met name de al genoemde kennisverbreding en ook functionele en geografische mobiliteit no dig. Immers, een goede inzet van de aan wezige kwaliteiten van het personeel zal in de concurrentieslag van komende jaren van beslissende betekenis zijn. Betrokkenheid Onze organisatie kent als één van haar meest essentiële uitgang spunten: de hoge betrokkenheid bij onze leden en cliënten. Dat willen wij zo hou den. De nadruk die nu gelegd wordt op flexibiliteit, met name ook mobiliteit, bete kent niet dat die betrokkenheid zou mogen of moeten afnemen, integendeel. Deze be trokkenheid behoeft echter niet te worden vertaald in een levenslange binding aan één bepaalde plaats, streek of functie. Wat kunnen medewerkers verwach ten? Als Rabobankorganisatie moeten we onze inspanningen richten op de verbete ring van ons menselijk potentieel, ons menselijk kapitaal. Dat betekent een ver hoging en verbreding van het opleidingsni veau om de nodige kennisintensivering te bereiken. Voorts het bevorderen van geo grafische en functionele mobiliteit om ver kokering en verstarring te voorkomen. En ook activering van de wil tot veranderen binnen de eigen werksituatie om vernieu wingen een kans te geven. Wat kunnen de medewerkers in de toe komst verwachten? Enkele globale lijnen zijn daarvoor nu al aan te geven. In de eer ste plaats kan zonder meer worden ge steld dat er meer kansen komen voor de verbreding en verhoging van het opleiding sniveau, terwijl ook meer mogelijkheden zullen worden geschapen voor mobiliteit. Er zal echter ook worden gevraagd meer ri sico's te nemen en meer te investeren in de eigen ontwikkeling onder minder vrijblij vende voorwaarden. Zo'n investering is in deze tijd van snelle veranderingen ook no dig om het bereikte functieniveau in de toekomst te behouden. Mobiliteit betekent beslist dus niet hetzelfde als promotie. Ook overplaatsing naar een andere functie van gelijk - en soms zelfs een lager - nive au moet mogelijk zijn. Medewerkers mogen verwachten dat geld en waar nodig ook tijd, beschikbaar worden gesteld voor ontwikkelingsmogelijk heden die passen bij het organisatiebe- lang. Maar medewerkers zelf dragen pri mair verantwoordelijkheid voor hun eigen ontwikkeling: hun initiatief, inzet en vermo gen zullen van belang zijn bij loopbaankeu zes. Flexibele inzetbaarheid krijgt in de toe komst steeds meer nadruk. Dat betekent niet slechts het nemen van enkele techni sche maatregelen. Het betekent ook een omslag in mentaliteit en cultuur, iets wat niet met een druk op de knop valt te rege len. Voorlichting en begeleiding zijn daarbij erg belangrijk. Op sommige punten was in het afgelo pen jaar al sprake van een verhevigde acti viteit binnen het kader van concrete projec ten. Een goed voorbeeld vormt de jongste aanpak van management-ontwikkeling over de grenzen van Rabobank Nederland en aangesloten banken heen. De belangrijks te stappen in het kader van het nieuw be leid moeten echter in de komende jaren nog worden gezet. hr.cn De situatie in het Europa van nu laat nog veel te wensen over. De lands grenzen vormen een zichtbare be lemmering in het vrije verkeer van goederen en diensten. Dertig procent van de tijdsduur van een transport binnen Europa bestaat uit het afhandelen van grensformaliteiten, of het stilstaan bij de landsgrenzen. De ge middelde snelheid van een vrachtauto op weg van Kopenhagen naar Rome bedraagt 22 km per uur. Een vrachtauto onderweg van de westkust naar de oostkust van de Verenigde Staten haalt een gemiddelde dat drie keer zo hoog ligt. Ook zijn er fiscale bar rières. Binnen de Gemeenschap gelden ui teenlopende tarieven voor onder andere om zetbelasting (BTW) en accijnzen. Het laagste BTW-tarief is een nul-tarief voor voeding smiddelen in Engeland. Het hoogste tarief kent Italië met 38% voor bepaalde produk- ten. Dit leidt uiteraard tot enorme prijsver schillen tussen lidstaten. Een BMW 315 kost in Luxemburg, omgerekend f 26.000,- en in Griekenland f 113.000,-1 Rabobank in 1992 Mr. H. Klaren- beek, plaatsvervangend voorzitter van de Hoofddirectie van Rabobank Nederland, zei hierover tijdens het symposium 'Onderne men in een Europa Zonder Grenzen' van de gezamenlijke Rabobanken in de Kring Twen te: 'Europa 1992 is in mijn optiek een eer ste - zij het cruciale - fase op weg naar een noodzakelijke, volledige economische en monetaire integratie. Het sluitstuk is in die optiek de creatie van één Europees centraal banksysteem, dat voor prijs- en wisselkoers stabiliteit verantwoordelijk is en optreedt als hoedster van één Europese munt, waarte gen goederen en diensten zonder koersrisi- co's kunnen worden afgerekend. Maar eer lijk gezegd zie ik dat voor de eeuwwisseling allemaal niet meer gebeuren. Wat die ene munt betreft zal het wel zo gaan, dat de na tionale valuta's nog geruime tijd zullen blij ven voortbestaan, terwijl daarnaast de ecu in belang zal toenemen.'

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1989 | | pagina 5