Rabo band Nummer 13/22 september 1989 'Begin volgend jaar komt er bij Rabobank Nederland in Utrecht en Eindhoven een proef van twee jaar met kinderopvang. We proberen dat ook mee te laten nemen in de CAO-onderhandelingen van volgend jaar. Net als uitbreiding van het zwangerschapsverlof en de mogelijkheden voor parttime werken. Overigens vind ik twee jaar wel een beetje kort voor een proef. Wie nu al kinderen heeft, heeft al voor een eigen oplossing ge zorgd. Het zal dus wel een klein jaar duren, voor het een beetje loopt. Maar laten we maar kijken, de proef kan altijd nog verlengd worden.' Geers: 'Je moet wel respect heb ben voor eikaars keuze. Er zullen genoeg vrouwen blijven, die zeggen: ik wii de eerste jaren dat mijn kind opgroeit thuis zijn. Dat is ieders keuze. Het enige wat je als bedrijf kunt doen, is randvoorwaarden creëren, zo dat iedereen gelijke kansen heeft. Nu is er vaak nog geen keuzemogelijkheid.' Veel aandacht De vier rond de tafel vinden het belangrijk, dat er op zoveel mo gelijk manieren aandacht aan de positie van de vrouw wordt besteed. Alleen dan kan er een mentaliteitsverandering tot stand komen. Hoe meer men over dit on derwerp leest en praat, hoe vanzelfspre kender het wordt. Smit vertelt: 'Er werd zelfs al geopperd om de positie van de vrouw op de volgende jaarvergadering cen traal te zetten.' Van Dijk: 'Dat lijkt me gran dioos. Dan bereik je echt alle Raboban- ken.' Borremans: 'We moeten alle beschik bare communicatiemiddelen gebruiken om te laten zien, dat er ook voor vrouwen een goede positie bij de Rabobankorganisatie mogelijk is.' Geers: 'De komende acties zijn voornamelijk gericht op Rabobank Ne derland en wij hopen dat die dan overgeno men zullen worden door de plaatselijke banken. Ik denk dat je ook daar verande ring zult gaan zien, al zal het soms wat lan ger duren dan bij Rabobank Nederland.' Opleiding en ervaring Borremans vult aan: 'Het komt straks natuurlijk ook van onder af. Als medewerksters bij een lokale bank zien dat er inderdaad kansen voor vrouwen gecreëerd worden, gaan ze zich roeren en ook eens bij de directeur aan kloppen.' 'Ik heb niet de illusie dat we over drie jaar een vrouwelijke hoofddirecteur hebben of een vrouw als hoofd van een di rectoraat', stelt Geers vast. 'Maar er kan veel gebeuren de komende jaren.' Borre mans: 'Wie iets wil bereiken moet kijken: welke opleiding heb ik daarvoor nodig. We hebben prima studiefaciliteiten, dus daar zit het niet op vast.' Van Dijk: 'Pas over een paar jaar kunnen we zien wat er van de plannen terecht is gekomen. Zijn er echt meer vrouwen aangenomen, zijn er vrouwen doorgestroomd?' Borremans: 'Als we naar de toekomst kijken, dan zullen we geconfronteerd worden met nog ingrijpen der veranderingen dan het bankbedrijf al heeft meegemaakt. We zullen zien dat veel functies veranderen, er nieuwe functies bij komen en functies verdwijnen. En als je toevallig op zo'n functie zit, dan ben je kwetsbaar. We hebben vanuit beleidsont wikkeling maar één oproep: zorg datje wat doet aan je opleiding, probeer je ervaring zo breed mogelijk te maken, waardoor je beter inzetbaar bent in verschillende func ties.' Smit: Je moet natuurlijk wel beden ken dat niet iedereen het HBO-niveau kan halen.' Geers: 'Het is niet zo, dat er in de toekomst alleen maar mensen met een HBO of hogere opleiding nodig zijn. Je ziet inderdaad functies aan de onderkant ver dwijnen, maar er komen ook weer andere functies voor terug. Ik denk wel, dat nie mand zich het meer kan permitteren om tien jaar op een stoel te blijven zitten en niets nieuws meer te doen. Dat is zowel voor de bank als voor de medewerker zelf niet goed. Ik denk ook, dat vrouwen meer lef moeten krijgen. Wat we in onderzoeken vaak tegenkomen, is dat er bij vrouwen vaak een drempel is om op een functie te solliciteren. Zo van: dat kan ik toch niet. Terwijl mannen veel eerder denken: ik zie wel. Er is ook een stukje mentaliteitsveran dering bij de vrouwen zélf nodig.' 'Daar kunnen wij als beleidsmakers bij helpen', stelt Borremans, 'door bijvoorbeeld wat meer inzicht te verschaffen in de verschil lende functies die er zijn. Veel vrouwen zeggen: wat zijn er voor andere functies. Noem ze eens. Ik weet wat ik nu heb, ik heb een prettige baas, ik zit hier goed. Waarom zou ik veranderen?' De nota Borremans: 'Wij hebben in de nota 'De positie van de vrouw in de Rabo bankorganisatie' een aantal maatschappe lijke ontwikkelingen geschetst. We hebben gekeken naar de arbeidsmarkt en van daaruit ook naar het belang van het bedrijf en de medewerkers. Daarbij hebben we een aantal globale acties aangegeven en van de hoofddirectie het groene licht ge kregen om de verschillende actiepunten concreet uit te werken en te komen met voorstellen. We zijn op de goede weg.' Parttime werken Borremans: 'Onge veer in 1983 kwam het in deeltijd werken om de hoek kijken. Toen vond men: het is lastig, vervelend en past niet in de organi satie. Nu, zes jaar later werkt een groot aantal mensen in deeltijd. Het is de ge woonste zaak van de wereld geworden. Ik denk, dat deeltijd in nagenoeg alle functies mogelijk is. ledereen is wel eens afwezig door ziekte, cursussen of vergaderingen, dan zijn ze ook niet bereikbaar.' Van Dijk vult aan: 'Ik heb een deeltijdbaan. We zit- Astrid Geers, junior beleidsmedewerkster bij de Centrale Dienst Personeel: 'Ik ben zakelijk bezig met het onderwerp emancipatie, maar het heeft ook mijn persoonlijke belangstelling. Het gaat erom, dat de organisatie voorwaarden schept, waardoor iedereen - man of een vrouw - dezelf de kansen krijgt. In die zin ben ik ook tegen po sitieve discriminatie. Ik denk, dat je op moet passen om vrouwen steeds als een aparte groep te zien. We moeten het hebben over 'de medewerkers', dat zijn dus mannen én vrou wen. ten met z'n drieën op twee banen. We heb ben ook andere collega's die in deeltijd werken. Op het moment overigens alleen maar vrouwen. Onze baas er er gelukkig erg positief over. Als je het goed onder bouwt met argumenten kan er veel bij ons. Het heeft ook voordelen. Als één van de deeltijdcollega's ziek is, is de ander er nog wel. Ook tijdens vakanties. Een deel van het werk gaat gewoon door.' Personeelsontwikkelingsbeleid Geers: 'Er is gekozen voor een bepaald perso- Lieneke van Dijk, documentalist bij Documenta tie Utrecht: 'Ik verzamel en selecteer informatie over alles, waarin de bank geïnteresseerd kan zijn. ik probeer in onze publicaties ook artikelen op te nemen, waarin geschreven wordt over de positie van de vrouwen binnen het bankwezen. Op die manier probeer ik - met mijn collega 's - een bijdrage te leveren aan de verbetering van de positie van de vrouw. Alle beetjes helpen, denk ik. neelsontwikkelingsbeleid. We willen probe ren zo goed mogelijk gebruik te maken van de kwaliteiten van de medewerkers. Daar zijn het bedrijf én de medewerkers mee ge baat. Je moet daarbij geen verschil maken tussen mannen en vrouwen. Alleen het denken daarover is nog even wat anders. We hopen dat we met ons vernieuwde per soneelsontwikkelingsbeleid het denken bij het management én de medewerkers kun nen beïnvloeden. We zijn heel druk bezig met een instrument, je moet eigenlijk zeg gen, een proces van personeelsplanning. Het is je medewerkers kwantitatief en kwa litatief in beeld brengen en kijken naar de bezetting die je nodig hebt. Bereidheid Geers: 'Het is ook belangrijk hoe een vrouw zich opstelt. Naarmate je ho ger in de organisatie komt, kun je niet zeg gen: ik begin om half negen en ik ben iede re avond om vijf uur weg. Dat kunnen man nen ook niet. Dan zul je 's avonds eens een vergadering hebben, dat zul je toch in moe ten passen in je privé omgeving. Dat geldt ook voor opleidingen. Je kunt niet verwach ten dat je een opleiding helemaal in de tijd van de baas kunt volgen. Je zult er ook privé tijd in moeten stoppen.' Veel gebeurd Smit: 'Als je terugkijkt, is er de laatste tien, vijftien jaar, al heel veel verbeterd voor vrouwen. Je moet bij zulke dingen een iange adem hebben. Je moet proberen mensen positief te laten denken, zelf positief blijven en blijven vechten. Je kunt niet op een gegeven moment zeggen, nu hebben we het voor elkaar, nu gaan we achterover zitten en doen niks meer.'

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1989 | | pagina 8