Invoering 'Oort' heeft veel gevolgen Babo band Op 1 januari worden wijzigingen in de belastingwetgeving inge voerd. Ondernemers werden op 1 juli al met een aantal wijzigin gen geconfronteerd. Deze wijzigingen zijn een gevolg van het door de 'Commissie Oort' uitgebrachte rapport 'Zicht op een voud'. Binnen het besluitvormingsproces zijn zoveel wijzigingen op het oorspronkelijke voorstel aangenomen, dat van de vereen voudiging minder is overgebleven dan de bedoeling was. Verder wordt ook een belastingverlaging doorgevoerd. In een aantal ar tikelen in Raboband aandacht voor de wijzigingen. Nummer 12/1 september 1989 Voetoverheveling vervalt De nu bestaande voetoverheveling komt te vervallen. Die voetoverheveling be staat nu uit het overhevelen van een restant van de belastingvrije som van de minst-verdiener naar de meest-verdie- ner. Dit vindt in het huidige systeem plaats, als het inkomen beneden de be lastingvrije som ligt. De basisaftrek gaat f 4.500,- bedra gen. De minst-verdienende partner kan de gehele basisaftrek overdragen aan de meest-verdienende partner, mits het belastbaar inkomen van de minst-verdie nende lager is dan f 4.500,-. Ook als het inkomen nihil is. Gehuwden moeten dit aangeven op de loonbelastingverkla ring, die beiden dienen te tekenen. Er komen nieuwe modellen loonbelasting verklaringen. Ongehuwden kunnen de basisaftrek overdragen door het aanvragen van een beschikking bij de belastingdienst. Naast de ook nu al bestaande voorwaar den, dienen de ongehuwd samenwonen den het gehele vorige jaar al een geza menlijke huishouding te voeren en sa men op eenzelfde adres te staan inge schreven in het bevolkingsregister. De loonbelasting en de diverse volksverzekeringen blijven apart bestaan, maar de heffing wordt ge combineerd. Loonbelasting en volksverze keringen worden gecombineerd in één ta rief, de loonheffing. Volksverzekeringen zijn de Algemene Ouderdomswet (AOW), de Algemene Weduwen- en Wezenwet (AWW), de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (AAW) en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Het tarief van de loonheffing is afgeleid van de schijven voor de inkomstenbelasting: Belastbaar inkomen tarief f 0 -f41.500 35,2% f41.500- f83.000 50,0% boven f 83.000 60,0% In het tarief van de eerste schijf zijn de premies voor de volksverzekeringen opge nomen: 7% belasting en 28,2% premies. Dit laatste percentage is nog voorlopig. Het aantal schijven wordt ingekrompen tot drie en 'het toptarief' wordt verlaagd van 72 naar 60%. Verder is het bedrag waar over men loonbelasting en premies volks verzekeringen betaalt voortaan gelijk. Bij een belastbaar inkomen van f 41.500,- wordt het maximum voor de premies volks verzekeringen bereikt. Alle premies voor de volksverzekeringen worden door de werk nemer betaald. De premies voor de AAW en AWBZ wor den thans door de werkgever betaald. Er vindt nu een 'overheveling' plaats naar de werknemer. Dit nadeel wordt overigens ge compenseerd door een overhevelingstoe slag. Er bestaan uitzonderingen op de ta rieven voor onder andere 65-plussers. Deze groep betaalt geen premies voor de AOW en AWW, maar voortaan wel voor de AAW en AWBZ. Dit nadeel wordt gecompen seerd door een verhoging van de AOW-uit- kering. Overhevelingstoeslag De 'inhoudings- plichtige' - namens onze organisatie is de CSPA hiervoor aangewezen - dient een overhevelingstoeslag te berekenen. De overhevelingstoeslag compenseert de pre mie-inhouding voor de AAW en AWBZ, die van de werkgever naar de werknemer wordt overgeheveld. De toeslag wordt be- Beschikking vermindering loonbelasting De 'beschikking' blijft bestaan, maar er zijn twee belangrijke wijzigingen. In de eerste plaats heeft de beschikking geen invloed op de overhevelingstoeslag. In het huidige systeem betaalt de werkge ver meestal minder premies AAW en AWBZ voor werknemers waarvoor een beschikking geldt. Dit voordeel verhuist naar de werknemer. In de tweede plaats heeft in het huidige systeem een be schikking geen effect op het tarief voor bijzondere beloningen waardoor de inge houden loonbelasting te hoog kan zijn. Deze systematiek wordt verbeterd door voortaan wel rekening te houden met de beschikking. rekend volgens fictieve percentages, die zouden gelden als bijvoorbeeld alles bij het Tariefgroepen en basisaftrek oude was gebleven. Stel dat de AWBZ-pre- mie gaat stijgen, wat mag worden ver wacht als het plan 'Dekker' verder wordt ingevoerd, dan wordt deze stijging niet ge compenseerd. Omdat de premies volksver zekeringen een maximum kennen, geldt ook een maximum voor de overhevelings toeslag. Voor bepaalde betalingen (bijvoorbeeld arbeidsongeschiktheidspensioen) betaalt niet de werkgever/inhoudingsplichtige de premies voor de AAW en AWBZ, maar houdt deze in op de uitkering. In die geval- De hoogte van de belastingvrije som is gekoppeld aan zes tariefgroepen: Tariefgroep 1: geen belastingvrije som. Werknemer die geen loonbelastingverklaring heeft ingevuld, de basisaftrek heeft over gedragen (zie bij 'voetoverheveling vervalt') of nog een andere dienstbetrekking heeft waar de belastingvrije som reeds geldt. Tariefgroep 2: belastingvrije som van f 4.500,-. Tariefgroep 3: belastingvrije som van f 9.000,-. Werknemer die naast eigen basisaftrek tevens de basisaftrek van een ander geniet. Tariefgroep 4: belastingvrije som van f 8.100,-. Werknemer die ongehuwd is en één of meer kinderen in belangrijke mate onderhoudt. Naast de reeds bestaande voorwaarden dient het kind voortaan tot het huishouden van de werknemer te horen. Tariefgroep 5: belastingvrije som van f 8.100,- 6% van de arbeidsinkomsten met een maximum van f 3.600,-. Werknemer als bij tariefgroep 4 met extra voorwaarden, dat het jongste kind jonger is dan 12 jaar en de werknemer loon uit een tegenwoordige dienstbetrekking geniet. Tariefgroep 6: belastingvrije som van f 5.625,-. Werknemer, die ongehuwd is en ouder dan 27 jaar en duurzaam een huishouding voor zich alleen voert. Deze alleen voor 1990 geldende tariefgroep kent bovendien een maximum loon. Dit mag niet meer bedragen dan f 35.000,-. Na 1990 valt deze werk nemer in tariefgroep 2.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1989 | | pagina 11