Rabo
band
Nummer 8/9 juni 1989
nemers. Dat is een stel woekeraars, die
van een gulden in zo kort mogelijke tijd
een tientje wil maken. Dat moetje dus rus
tig van tafel vegen. Je gaat een gesprek
met een ondernemer in op basis van gelijk
waardigheid, met respect voor elkaar. Men
kent ons niet, dus je moetje waarmaken.'
Veel kansen Van Schijndel: 'Er ligt
een enorme markt open. Door ons niet in
te schakelen worden er kansen gemist.
Ook andere banken doen in venture capi-
tal. De Rabobank kon voorheen een be
drijf, waar we best wat in zagen, soms niet
helpen omdat het niet verantwoord was
het bancair te financieren. De organisatie
heeft 30 a 40% van het midden- en klein
bedrijf als klant, maar slechts 2,5% van de
totale venture markt. Dat is een discrepan
tie. Die cijfers zouden wat meer naar el
kaar toe kunnen komen.' Gruijters vult
aan: 'De contacten in de Rabobankorgani-
satie met de cliënten zijn uitstekend. Van-
in het kader van onze eigen risico-sprei
ding. Is er meer nodig dan vormen we ook
een syndicaat. De ondergrens ligt in princi
pe op anderhalve ton.'
Partnership 'We gaan met een onder
nemer een partnerschip aan', stelt Gruij
ters. 'Hij moet alle vertrouwen in ons heb
ben en beseffen dat wij hem geen dingen
door de strot willen duwen om zo gauw mo
gelijk veel geld te verdienen. Geld verdie
nen willen we natuurlijk wel, maar op een
voor alle partijen prettige wijze. Bij een on
dernemersrisico hoort ook een onderne
mersbeloning. Zo simpel is dat. De onder
nemer en wij delen het risico en werken er
hard voor.' Van Schijndel: 'Je gaat een
partnership aan wat zo tussen de drie en
zes jaar zal duren. In die tijd willen wij ons
zelf overbodig maken. Hoe eerder we dat
zijn, des te eerder is de doelstelling van de
onderneming bereikt. Dan verkopen we
onze aandelen. We zijn geen belegger,
Geen avonturiers 'We pretenderen
een betrouwbare partner te zijn. Gaat het
dus mis met een bedrijf, dan kun je niet
zeggen: dag, morgen zijn we weg. De
statistieken zeggen, dat één op de acht
bedrijven waarin wordt deelgenomen fail
liet gaat', stelt Gruijters onomwonden. 'Je
bent heel snel voorbij het 'point of no re
turn'. Je zit er dan voor een aantal jaren
aan vast.' Van Schijndel: 'We zijn en blijven
een onderdeel van de Rabobank. We pre
tenderen dezelfde gedragslijnen te volgen
en zolang dat verantwoord is achter het be
drijf te staan. Dat kan alleen als je van te
voren heel zorgvuldig een partnership af
weegt. We zijn geen bankier, maar komen
uit hetzelfde milieu: solide, betrouwbaar,
dus geen avonturiers.'
Zelfstandig Van Schijndel: 'Als de re
sultaten van VCG goed zijn, zal Rabobank
Nederland graag geld in de Venture Capital
Group beleggen. Men ziet ook het spin-off
V.l.n.r. drs. J.H. Reusch (projectmanager), drs. J.J. Waagen (hoofd VCG, directeur der vennootschappen), ir. A.R. Sjauw-Koen-Fa (projectmanager),
mr. W.F. Gruijters (senior projectmanager, plv. hoofd VCG, directeur OVN), F.E.P.N. v.d. Ven (directie-secretaresse), mr. J.P.F. Baneke (projectmanager),
drs. MJ.J. van Schijndel (projectmanager) en A. Kishoendajal (secretaresse). Administrateur H.B. Hijink staat niet op de foto.
uit die binding, vanuit dat vertrouwen, zou
ook het vertrouwen in venture capital er
vanzelfsprekend moeten zijn. De meeste
handelsbanken hebben niet die binding
met de cliënten, die onze aangesloten ban
ken wel hebben.'
Berekend risico De Venture Capital
Group neemt risico's, berekende risico's
weliswaar. Gruijters: 'In principe nemen we
altijd minder dan de helft van de aandelen
van een bedrijf. Stel we zijn meerderheids
aandeelhouder in een bedrijf en dat bedrijf
komt in de problemen en er gaan 60 man
op straat. Dan wordt de Rabobank daar op
aangekeken. Die is dan in feite eigenaar
van dat bedrijf. Dat zou veel negatieve pu
bliciteit kunnen geven.' Mocht er toch een
meerderheidsbelang nodig zijn voor het
voortzetten van een bedrijf, dan zoekt men
naar samenwerking met een andere parti
cipatiemaatschappij en vormt een syndi
caat. Van Schijndel: 'In principe is onze bo
vengrens f 5 miljoen. Dat vinden we mooi
maar we zijn mede-ondernemer. Heb je
een goed bedrijf opgebouwd, dan wil ieder
een de aandelen van je overnemen. Wij
bieden ze altijd eerst aan het zittende
management aan. Wil de ondernemer ze
niet, dan zoeken we een ander of gaan
eventueel naar de beurs.'
Gruijters: 'We doen ook wel eens een
herstructurering van een bedrijf. Stel de or
ganisatie van een bedrijf is een puinhoop
en de directeur is ongeschikt, maar men
maakt een mooi produkt. Ook in zo'n geval
kunnen we participeren. Dan is een grote
reorganisatie nodig. Daar lopen we niet
voor weg. Er moet dan wel het nodige ge
beuren en daar zorgen we dan ook voor.'
Hoe zit het met de bankiersfunctie?
Van Schijndel: 'In beginsel doen we geen
koppelverkoop. Dat werkt ook niet. Heeft
een bedrijf een andere bank en loopt dat
goed, dan dwingen we ze niet om naar
een Rabobank te gaan. Natuurlijk streven
we er wel naar dat het gebeurt.'
effect. We zijn dienstbaar aan de organisa
tie. We zijn ontstaan, omdat we een bijdra
ge kunnen leveren aan het bankbedrijf. Je
moet wel jezelf zijn, je hebt een andere
verantwoordelijkheid en opereert op een
andere markt. Je moetje zelfstandig in die
markt waarmaken.'
De concurrentie op het vakgebied is
groot. Er zijn momenteel zo'n 80 participa
tiemaatschappijen op de Nederlandse
markt actief. Gezamenlijk hebben zij een
doorlopend aanbod van drie miljard gul
den. Tot nog toe blijft de vraag naar ventu
re capital achter. Die bedraagt momenteel
twee miljard gulden. Gruijters: 'Je moet na
tuurlijk een goede naam opbouwen. Het
moet vanzelfsprekend worden dat wij in be
paalde gevallen geraadpleegd worden.
Kwaliteit moet de doorslag geven voor de
ondernemer. De lokale banken zijn onze
ambassadeurs. Die horen en zien wat er in
de markt gebeurt en hebben zelf ook pro
fijt van samenwerking met VCG.'