Rabo band Arbeidsvoorwaarden en rechtspositie bij (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid Vacature bestuur Stichting Hulp Personeel Rabobankorganisatie Produktiviteitsverhoging Regeling onbetaald bevallingsverlof 5416 5417 5418 5419 5450 5451 5452 5455 5456 5457 5458 Oefenmateriaal voor NIBE-cursisten Nummer 4/17 maart 1989 de bruto winst. Wel zullen de internationa le ontwikkelingen leiden tot fellere concur rentie en daarmee tot verdere verkrapping van de rentemarge. Dat moet worden ge compenseerd met volumegroei en verbete ring van de efficiency, hetgeen binnen de bestaande personeelsomvang moet wor den opgevangen. Het vernieuwde perso neelsontwikkelingsbeleid moet dan ook met name in dit licht worden beschouwd. Teruggang in werkgelegenheid lijkt tegen deze achtergrond hoogst onwaarschijnlijk. Desgevraagd werd toegelicht dat bij het voorbereiden van nieuwe buitenlandse ves tigingen overnames van buitenlandse ban ken niet a priori worden uitgesloten. Op dit moment bestaan hiervoor echter geen con crete voornemens. Aan de hand van enige voorbeelden werd de vraag gesteld of het administratie ve apparaat van de organisatie voldoende is om de nieuwe activiteiten in het kader van het buitenlandbeleid voldoende te on dersteunen. Geantwoord werd dat er altijd spanningen zullen bestaan tussen de com merciële ambities van een bedrijf en het tempo waarin deze als gevolg van de be schikbaarheid van administratieve syste men kunnen worden gerealiseerd. In het algemeen kan worden gesteld dat de inter nationale dienstverlening van de Rabo- bankorganisatie niet wordt geremd door het niet beschikbaar zijn van ondersteu nende administratieve systemen. Ook werd desgevraagd medegedeeld dat het sociale beleid voor de medewer kers van de buitenlandse kantoren primair wordt ingegeven door het lokaal geldende beleid. Voor medewerkers die vanuit Rabo bank Nederland op de buitenlandse kanto ren worden gestationeerd, is bovendien een aantal onderdelen van het in Neder land geldende sociale beleid van toepas sing. Op een vraag over de samenwerking tussen coöperatieve financiële instellingen op Europese schaal antwoordde de heer Wijffels, dat schaalvergroting op bepaalde onderdelen voordelen kan bieden. Vanuit de invalshoek dat de taken van de Rabo- bankorganisatie primair op het binnenland zijn gericht, bestaat er geen directe aanlei ding om grootschalige samenwerking op Europees niveau te zoeken, die de zelf standigheid van de organisatie zou kunnen aantasten. Voorts werd desgevraagd toegelicht dat de laatste jaren de groei van de kredietver lening en de groei van de spaarmiddelen zich in een omgekeerde verhouding heb ben ontwikkeld. De Rabobankorganisatie staat daarom voor de vraag op welke wijze zij als kredietcoöperatie wil voorzien in de middelenbehoefte van haar cliënten. Hier voor zal het noodzakelijk zijn dat directe toegang wordt verkregen tot de markt van de pensioenbesparingen. Er zullen zoveel mogelijk inspanningen worden geleverd om dit doel te bereiken. Desgevraagd werd medegedeeld dat in het licht van het volume van de exportacti viteiten van Nederlandse cliënten naar Oost-Europa, in deze regio vooralsnog geen fysieke aanwezigheid van Rabobank Nederland wordt overwogen. Hierbij geldt ook de overweging dat de mogelijkheden van het uitoefenen van het bankbedrijf als buitenlandse instelling in Oost-Europa zeer beperkt zijn, zodat een rendabele operatie moeilijk haalbaar is. In de vergadering van de CAAR van 14 de cember 1988 werd een voorstel behandeld over de aanpassing van de arbeidsvoor waarden bij (gedeeltelijke) arbeidsonge schiktheid. Aan Rabobank Nederland werd toen verzocht dit voorstel met name op in komensconsequenties nogmaals te be zien. De CAAR nam er kennis van dat het voorstel op zijn aandringen enigszins was aangepast. De termijn van doorbetaling van het salaris na twee jaar van blijvende arbeidsongeschiktheid zal worden vastge steld op 2 jaar en 4 maanden. Deze ter mijn sluit aan bij de maximum opzegter mijn voor de werkgever in het kader van de voorgestane herziening van het ontslag recht. Op grond van het voorgaande be sloot de CAAR positief advies uit te bren gen over de aan de orde zijnde voorstellen. Door het in dienst treden van de heer F.Th. Bakema bij Rabobank Nederland, dient hij zijn lidmaatschap van het bestuur van de SHPR neer te leggen. De CAAR besloot mevrouw C.G. Coomans, lid van de CAAR en medewerkster van de Rabobank Noord- Westhoek, voor te dragen als lid van het bestuur van de SHPR in de vacature van de heer Bakema. In het licht van het voor gaande besloot de CAAR het bestuur van Effecten Bedrijven (E 1) Binnenland Woningfinanciering Basiscursus Automatisering Bankbedrijf Consumptieve kredietverlening Buitenland Particuliere creditgelden Inleidende opleiding buitenland Leidinggeven bankbedrijf Algemene Opleiding Bankbedrijf Oriëntatie bankbedrijf de SHPR te verzoeken zich te bezinnen op de interpretatie van het begrip deelnemer. Voor het lidmaatschap van het bestuur dient men namelijk deelnemer te zijn van de Stichting. Deelnemers zijn alleen zij die deelnemen aan het collectieve ziektekos tencontract dat de SHPR aanbiedt. Omdat de Stichting ook andere diensten ten be hoeve van de medewerkers verricht, zoals het collectieve ongevallencontract en de calamiteitenregeling, zou het evenzeer denkbaar zijn dat andere medewerkers de mogelijkheid hebben voorgedragen te wor den als lid van het bestuur. Vanuit de Werknemersdelegatie werd opge merkt dat in een recente aflevering van Bank in Beeld een oproep is gedaan aan de medewerkers om te komen tot verdere produktiviteitsverhoging. Opgemerkt werd dat in het algemeen de produktiviteit van de medewerkers bij de aangesloten ban ken en bij Rabobank Nederland reeds op een hoog niveau ligt. Daarom werd de kanttekening geplaatst dat een zekere nu ancering in deze uitspraak wellicht op zijn plaats zou zijn geweest. De CAAR bracht positief advies uit over een voorstel om in voorkomende gevallen onder enige voorwaarden het onbetaald bevallingsverlof op verzoek van de mede werkster te verlengen met maximaal drie maanden tot totaal vier maanden. De aan gesloten banken zullen hierover nader wor den geïnformeerd. Elk bestelnummer correspondeert met examenmateriaal van de vier meest recente NIBE-examens. De kosten bedragen f 10,- per set. Telefonische bestellingen zijn dus vanaf heden niet meer mogelijk. Jaarlijks wordt door duizenden Rabobank-medewerkers ingeschreven op één of meer opleidingen van het NIBE. Ter voorbereiding op het examen vragen veel cursisten om oefenmateriaal om zich zo goed mogelijk op het examen te kunnen voorbereiden. Tot op heden was een telefoontje naar Beheerszaken Opleidingen voldoende om het ge wenste oefenmateriaal in bezit te krijgen. De belangstelling voor dit materiaal is de af gelopen tijd zo toegenomen dat de verwerking van bestellingen in de huidige vorm niet kan worden voortgezet. Om enerzijds de dienstverlening te blijven verrichten en ander zijds de bestellingen zo efficiënt mogelijk te kunnen uitvoeren is de volgende procedu re uitgewerkt die vanaf heden, bij verschijning van dit blad, zal worden gehanteerd. Per witte bestelbon kan volgens de bekende procedure rechtstreeks in Best oefenmate riaal worden besteld voor de volgende opleidingen. Opleiding Bestelnummer K 1: Grondbeginselen zakelijke kredietverlening 5411 K 2: Zakelijke kredietverlening 5413 Geld- en bankwezen en economie (algemene vakken) 5414 Effecten Particulieren 5415

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1989 | | pagina 11