Rabo band Arbeidsvoorwaarden bij (gedeeltelijke) arbeids ongeschiktheid Agenda vergadering CAAR van 22 februari Representatiekosten vergoeding Vergaderschema 1989 Nummer 1/13 januari 1989 kers, die na 31 maart 1989 in dienst van de Rabobankorganisatie treden, ontvan gen een werkgeversbijdrage overeenkom stig de CAO-bepaling. Van werkgeverszijde werd medegedeeld dat met het voorstel kon worden inge stemd. De delegatie achtte het van groot belang dat de CAO in beginsel zal worden gevolgd. Van werknemerszijde werd toege licht, dat het voorliggende compromis in stemming kon vinden, omdat dit vooral snog voor zittende medewerkers geen di recte inkomensconsequenties heeft. Hier bij werd echter aangetekend dat de delega tie zich blijvend zal verzetten tegen alle toekomstige voorstellen, die een achteruit gang van het inkomen voor de medewer kers tot gevolg zullen hebben. Dit zal der halve ook gebeuren indien in 1989 zou worden voorgesteld de bijdrageregeling toch te gaan afbouwen. De voornaamste reden voor deze opstelling is, dat de renta- biliteitsontwikkelingen in de Rabobankor ganisatie een inkomensachteruitgang van medewerkers geenszins rechtvaardigen. De CAAR behandelde een notitie over enige arbeidsvoorwaarden bij arbeidson- Tijdens de komende vergadering op 22 februari 1989 zal aandacht worden be steed aan: - de Europese ontwikkelingen en het buitenlandbeleid; - het onbetaald bevallingsverlof; - de kortingsregelingen. Het voornemen bestaat een themabij eenkomst te beleggen over het automa- tiserings- en informatiseringsbeleid. Op de memolijst van de CAAR komen de volgende onderwerpen voor: - Wet Registratie Persoonsgegevens; - onbetaald bevallingsverlof; - arbeidsongeschiktheidsvoorzieningen voor medewerkers met een arbeids contract van minder dan |/3 of een dienstverband korter dan vijfjaar; - de regeling gepensioneerden en daar mee gelijkgestelden (dit betreft de re gelingen en personeelsvoorzieningen, waarop gepensioneerden en daaraan gelijkgestelden recht hebben); - de evaluatie van het prestatiebeoor delingssysteem; - de kortingsregelingen; - de positie van de vrouw in de Rabo bankorganisatie; - de Wet Arbeid Gehandicapte Werkne mers; - de periodieke evaluatie van de Inter ne Arbeidsmarkt; - het automatiseringsbeleid; - de arbeidsvoorwaarden bij arbeidson geschiktheid. geschiktheid. De hierin neergelegde voorstellen betroffen vier onderdelen. Ten eerste is in de huidige CAO overeen gekomen dat de netto-doorbetaling van het salaris bij arbeidsongeschiktheid wordt gewijzigd in een bruto-doorbeta- ling. In de aanvullende regeling voor ar beidsongeschiktheid ten behoeve van de Rabobankorganisatie dient deze wijzi ging te worden doorgevoerd. Voorts noodzaakt de invoering van het gewijzig de salarissysteem tot aanpassingen, waarbij met name de hantering van het percentage beoordelingstoeslag dient te worden geregeld. Vervolgens heeft de in tegratie van het arbeidsongeschiktheids- pensioenreglement in het pensioenregle ment 1989 - ervan uitgaande dat dit zal worden vastgesteld - invloed op de rege lingen. Tenslotte is het in verband met de Wet Arbeid Gehandicapte Werkne mers gewenst de clausule met betrek king tot de voorziening bij revalidatie na der te concretiseren. Van de zijde van de Werknemersdele gatie werd, mede onder verwijzing naar het agendapunt over de werkgeversbijdra- genregeling zieketekostenverzekering, op gemerkt dat een - weliswaar beperkte - negatieve netto-inkomensconsequentie voor bepaalde groepen arbeidsongeschik ten niet bespreekbaar wordt geacht. Deze inkomensdaling zou het gevolg zijn van het wijzigen van de netto-doorbetaling bij arbeidsongeschiktheid in een bruto-door- betaling. Dit geldt voor arbeidsongeschik ten, die ouder zijn dan 571/2 jaar voor wie het dienstverband en de bruto-belo- ning ongewijzigd blijven. Door toepassing van de belastingtabel zou een inkomens daling van f 250,- tot f 400,- per jaar kun nen optreden. Een andere vorm van inko mensdaling kan het gevolg zijn van het voorstel om het AOP te doen ingaan op de eerste dag van de maand, volgende op die waarin de deelnemer een jaar recht heeft gehad op een uitkering krachtens de WAO. In het pensioenreglement 1978 is na een periode van twee jaren arbeid songeschiktheid de wettelijke opzegter mijn in achtgenomen. Van werknemerszijde werd over de voorzieningen bij revalidatie van arbeids ongeschikten opgemerkt, dat er vanuit dient te worden gegaan dat de Rabobank organisatie op integere wijze zal proberen naar oplossingen te zoeken om bij de ei gen bank, danwel bij een naburige bank een medewerker in te zetten, die na reva lidatie weer geheel of gedeeltelijk ar beidsgeschikt wordt verklaard. De Be drijfsgezondheidsdienst dient hierbij ook een belangrijke rol spelen. Desgevraagd werd nog toegelicht dat, wanneer een me dewerker in het kader van zijn revalidatie voor extra hoge kosten wordt geplaatst die niet onder de ziektekostenverzekering worden gedekt, in een belangrijk aantal gevallen toch declaratie bij de Stichting Hulp Personeel Rabobankorganisatie mo gelijk is. De CAAR besloot Rabobank Nederland te verzoeken, met inachtneming van het voorgaande, het aan de orde zijnde voor stel nogmaals te bezien en tijdens een volgende vergadering een nieuw voorstel te doen agenderen. De Werknemersdelegatie besloot Rabo bank Nederland te verzoeken zich te be zinnen over een eventueel aan de aange sloten banken uit te brengen advies over een aan medewerkers toe te kennen re presentatiekostenvergoeding. Hierop werd geantwoord dat een der gelijke verzoek ook in het verleden aan de orde is geweest. Toen is geadviseerd aan in aanmerking komende medewer kers de daadwerkelijk gemaakte repre sentatiekosten op maandelijkse decla ratiebasis te vergoeden. De Centrale Dienst Personeel kan, rekening houdend met de aangekondigde wijzigingen in het fiscale regime voor onkostenvergoedin gen, thans geen nader onderzoek hier naar instellen. De CAAR besloot de eerder op 18 okto ber 1989 vastgestelde vergadering van de CAAR te verplaatsen naar 25 okto ber omdat de eerstgenoemde datum in de herfstvakantie en in de spaarweek valt. Vernieuwd beleid (Vervolg van pagina 5) Dat betekent dat de manager zelf resul taatverantwoordelijkheid draagt voor de eigen 'human resources', ofwel het eigen menselijk kapitaal, de eigen medewerkers. Dit past in het streven, aldus de heer Wijf fels, naar het vormen van resultatencen- tra. Daarbij gaat het om het helder definië ren van verantwoordelijkheden en bevoegd heden voor de verschillende eenheden van Rabobank Nederland. Er zijn twee soorten resultatencentra: de profitcentra die een eigen winst- en verliesrekening hebben en de beleids- en dienstverlenende eenheden welke moeten werken met een sluitende begroting en gekwantificeerde doelstellin gen. Om goed te kunnen functioneren moeten die resultatencentra beschikken over de juiste instrumenten. Het gaat on dermeer om het voeren van een perso neelsbeleid en het eigen beheer van de ge automatiseerde systemen. Gezamenlijke inspanning De inspan ning van het bedrijf en die van de mede werkers moeten leiden tot een flexibele arbeidsorganisatie, waarin op efficiënte wijze werk van goede kwaliteit wordt geleverd. De heer Wijffels hoopt, dat we langs de geschetste lijnen van een ver nieuwd sociaal beleid en van een meer resultaatgerichte organisatie in de komen de periode met vrucht zullen kunnen samenwerken aan de verdere ontwikkeling van onze coöperatieve bank. Zijn wens voor 1989 is dat we dat met hoofd en hart zullen doen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1989 | | pagina 13